Lisanne Havinga wil voor elk huis in Nederland optimale energierenovatie

Tijdens Pioneers in Energy vertellen we drie verhalen over pioniers in de energietransitie. In deze aflevering: Lisanne Havinga die bij het Eindhoven Institute for Renewable Energy Storage (EIRES) van de TU/e werkt aan een model waarmee de verduurzaming van woningen goedkoper en kwalitatief beter wordt.

Havinga heeft een duidelijk doel voor ogen: de energietransitie versnellen en verbeteren door woningcorporaties en particulieren te helpen bij het verduurzamen van hun huizen. Dat doel wil ze bereiken met de Rekenkern: een systeem dat bestaat uit dynamische modellen en een supercomputer die miljarden combinaties aan oplossingen doorrekenen, zodat er voor elke woningeigenaar in Nederland een passend, wetenschappelijk onderbouwd advies voor het verduurzamen van de woning gemaakt kan worden. “Ik wil vanuit een wetenschappelijk perspectief écht iets te gaan betekenen voor de energietransitie. Na vier jaar knokken, lijkt dat met de Rekenkern nu te lukken.”

Onbeantwoorde vragen

Dat Havinga het druk heeft, is een understatement. Met haar functie als assistent professor Building Performance en als lid van het management team van EIRES, is haar agenda bomvol.

Er ís ook veel werk aan de winkel, want de belangrijkste vragen die mensen hebben als ze hun huis gaan verduurzamen zijn nu eigenlijk onbeantwoordbaar, aldus Havinga. Dan gaat het om vragen als: kan ik mijn woning nog voldoende warm krijgen tijdens een koude winternacht wanneer ik ben aangesloten op het nieuwe warmtenet of die nieuwe warmtepomp? En hoe zit het met comfort in de zomer? Of: wat is financieel gezien de voordeligste oplossing?

Versimpelde versies van de realiteit

De rekenmodellen die de overheid, gemeentes en adviesbureaus gebruiken, zijn niet in staat die vragen te beantwoorden. “Die modellen – waar o.a. energie labels op gebaseerd zijn – gaan bijvoorbeeld uit van de gemiddelde maandtemperatuur, een gemiddelde bewoner en een gemiddelde woning. Het zijn versimpelde versies van de realiteit. Daardoor krijgen woningeigenaren vaak verschillende adviezen die elkaar tegenspreken.”

Havinga legt uit dat er op basis van maandelijkse gemiddelden geen dynamische aspecten, zoals comfort, een gezond binnenklimaat en belasting van het elektriciteitsnet bepaald kunnen worden.

“Juist de pieken zijn belangrijk. Een voorbeeld: de gemiddelde temperatuur in juli is 18 graden, maar het kan ook weleens 35 graden zijn.”

Met de Rekenkern heeft Havinga een model gebouwd dat wél antwoord op alle vragen kan geven. Het systeem neemt allerlei factoren mee in de berekening, zoals onder andere het woningtype, woningeigenschappen, de gezinssamenstelling, het gedrag van de bewoners, de maatregelen die beschikbaar zijn voor de verduurzaming, subsidies en de totale CO₂-uitstoot. Ook houdt het rekening met zomer- en wintercomfort. “Zo voorkomen we dat er te veel geïsoleerd wordt en dan in de zomer alsnog een airco moet aanschaffen, of dat je te weinig isoleert en het koud hebt in de winter.”

Verschillende eisen

Het model kan verschillende eisen stellen en dus ook verschillende optimalisaties berekenen. Iemand die de CO₂-uitstoot zo laag mogelijk wil houden, kan aan die knop draaien. “Dan krijg je een advies waarin op een kosteneffectieve manier zoveel mogelijk CO₂ wordt bespaard. Als je comfort belangrijk vindt, kun je de comfortknop aanzetten, en berekent het model een advies waarin een woning in de winter én zomer voldoet aan strengere comforteisen.” Ook verschillende combinaties van die prestaties – dus comfort, kosten, CO₂-uitstoot – zijn een optie.

Duurzaamheid als sausje

Het idee ontstaat als Havinga tijdens en na haar studie Bouwkunde aan de TU/e aan de slag gaat bij een architectenbureau. Ze is teleurgesteld over de manier waarop duurzaamheid geïmplementeerd wordt. “Het is vaak maar een sausje, er wordt maar naar één perspectief gekeken, terwijl duurzaamheid veel complexer is dan dat.”

Het zet haar aan het denken. Want, wat is nou echt duurzaamheid? En: hoe kan dat op een goede manier gemeten worden? Ze keert terug naar de wetenschap en begint aan een PhD bij de TU/e in opdracht van de gemeente Amsterdam. Tijdens deze periode was ze betrokken bij meerdere overleggen van de landelijke overheid en klimaatakkoordonderhandelingen.

“Ik stond opnieuw versteld. Iedereen kwam met een eigen Excelsheet en berekeningen aanzetten. Niemand deed een poging om inzicht te krijgen in aannames die onder die berekeningen liggen en deed moeite om de echte waarheid te achterhalen.”

Daar wil Havinga met de Rekenkern verandering in brengen door gefundeerd, wetenschappelijk advies te geven. “Uiteindelijk hoop ik dat het model niet alleen door woningcorporaties, woningeigenaren en de overheid gebruikt wordt, maar ook als basis dient voor bouwbedrijven, installateurs en adviesbureaus om hun product- en dienstverlening te verbeteren.”

Op dit moment loopt er met de Rekenkern een pilot in vier wijken. Ook hebben zich inmiddels dertig woningcoöperaties aangesloten bij het project. Zij hebben de Rekenkern al getest bij verduurzamingsprojecten en willen de modellen zo snel mogelijk op grote schaal gaan toepassen. “Er is nog ruimte voor meer coöperaties; hoe meer er zich bij ons aansluiten, des te sneller en groter de impact die we kunnen maken.”

Wereldwijd verduurzaming veranderen

Havinga’s droom? Dat haar model niet alleen in Nederland, maar ook in Europa (en daarbuiten) de wereld van verduurzaming gaat veranderen. “Ik maak me ontiegelijk zorgen om klimaatverandering en vindt het verschrikkelijk om te zien hoe de jaren voorbij vliegen, terwijl de effecten van klimaatveranderingen almaar groter worden. Door met de Rekenkern voor elke woningeigenaar in Nederland de beste optie tot een duurzamer huis te berekenen, hoop ik dat we mensen kunnen stimuleren daarmee aan de slag te gaan. Daarnaast kunnen we op basis van de grote hoeveelheid data die we genereren met de Rekenkern, ook analyses maken over oplossingen op grote scha al die gestandaardiseerd kunnen worden.”

Naar Pioneers in Energy