'Delen als nieuwe normaal'

Wat doet GO Sharing?

Met GO Sharing bieden we elektrische deelmobiliteit. Dat doen we op de meest duurzame manier. We zijn ooit gestart met elektrische scooters en we zijn druk bezig met de uitbreiding naar elektrische deelfietsen en auto’s. Wij geloven dat we het begrip ‘eigendom’ kunnen veranderen in ‘deelgebruik’.  

Een gemiddelde auto staat drieëntwintig en half uur stil. Onze deelscooters rijden meerdere keren per dag waardoor het gebruik efficiënter en duurzamer is. Maar ook de inrichting van de openbare ruimte verandert door deelmobiliteit. De beperkte ruimte in de binnenstad is ingericht op parkeren, waardoor ze vol staat met auto’s. Door vervoer te delen kunnen we op een andere manier kijken naar de stedelijke inrichting, waardoor er ruimte ontstaat voor vergroening of woningen.   

We zorgen ervoor dat niet alleen de voorkant duurzaam is, maar we kijken ook naar de levensduur van onze voertuigen. Bovendien gebeurt het operationele gedeelte voor 100% elektrisch. Dus we laden met groene stroom en wisselen de accu’s met elektrische voertuigen. Het leuke daarbij is dat we kunnen laten zien dat wij direct impact leveren; binnen twee jaar na onze oprichting hebben al 1500 ton CO2 bespaard. Deze impact groeit natuurlijk mee met de groei van ons bedrijf. Als klant kun je in de app in de gaten houden hoeveel jij aan deze besparing bijdraagt.  

We zien dat voornamelijk young professionals en de jeugd onze diensten gebruiken. Voor hen is het heel normaal om een app te downloaden en daarmee een scooter te gebruiken als ze daar behoefte aan hebben. Toen we in Eindhoven startten, was de gemiddelde leeftijd van onze gebruikers twintig jaar. In anderhalf jaar tijd is het gemiddelde opgeschoven naar dertig jaar. We zien daarmee dat de acceptatie zich verbreedt, en het tegenovergestelde proces heeft doorlopen als wat we zagen bij E-bikes. Daar was het de oudere gebruiker die een e-bike kocht, waarna de jongere, hippere generatie het overnam. De impact van ons concept is veel groter dan dat we in eerste instantie dachten. Dat komt voornamelijk doordat het gebruik van GO Sharing heel laagdrempelig is.

Wie ben jij en wat is jouw rol binnen GO Sharing? 

Mijn naam is Raymon Pouwels en ik ben medeoprichter en algemeen directeur van GO Sharing. Toen ik op mijn achttiende van school kwam, was mijn intentie om naar Kuala Lumpur te vertrekken om me daar bezig te houden met de inkoop van dure jachten. Mijn ouders hadden andere ideeën over zo’n stap, en daarom besloten we om een uitdaging dichterbij huis te zoeken. Ik startte bij hen in de onderneming, waar we van alles rondom nieuwe mobiliteit verkochten.  

Tijdens een training ontmoette ik een Duitse leverancier van elektrische scooters. Ze vroegen me om een dealernetwerk in de Benelux op te zetten. Het was wel geen Kuala Lumpur, maar leuk genoeg om aan te haken. Na drie jaar was ik verantwoordelijk voor de hele export. We leverden deelsystemen aan Zuid-Europa, maar ook aan bedrijven zoals Europcar. Het verbaasde me dat het concept van deelmobiliteit nog niet beschikbaar was in Nederland. 

Die verwondering zorgde ervoor dat ik met Donny van den Oever en Doeke Boersma van GreenMo om tafel ging. Zij leveren onderhoud en service aan alle bezorgvoertuigen in Nederland. Zij hadden het servicenetwerk, en ik was geïnteresseerd in sharing; een mooie combinatie dus. Zo zijn we samen GO Sharing gestart. Twee jaar geleden begonnen we in Eindhoven met drie bureaus in een kantoortje, en nu werken we met een team van tweehonderd mensen. We zitten in Nederland, België, Duitsland, Oostenrijk en sinds kort ook in Turkije.  

"Daarbij is de garantie dat er altijd een auto voor je klaarstaat, en een fiets of scooter voor dat laatste stukje naar het centrum. Hierdoor bieden we een totaaloplossing voor heel Nederland."

Raymon Pouwels, medeoprichter en algemeen directeur van GO Sharing.

Twee mooie investeringsrondes leverden ons onze belangrijkste investeerders; Rabo Corporate Investments en Opportunity Partners. Door onze groei en de opschaling naar elektrische fietsen en Mini Coopers, zijn we een serieuze mobiliteitsoplossing. Het idee daarbij is dat we voor korte afstanden met fietsen werken. Voor regionaal gebruik bieden we de scooters aan, en voor de langere trajecten staan elektrische auto’s klaar. Dat doen we in samenwerking met Q-Park, waardoor parkeergarages mobiliteitslocaties worden. Daarbij is de garantie dat er altijd een auto voor je klaarstaat, en een fiets of scooter voor dat laatste stukje naar het centrum. Hierdoor bieden we een totaaloplossing voor heel Nederland. 

Op welke manier dragen jullie bij aan het oplossen van global challenges?

Sowieso werken we veel samen met gemeenten om een duurzame mobiliteitsoplossing te bieden. Ons model is snel schaalbaar, waardoor we direct impact hebben op het moment dat we ergens starten. Het mooie is dat we die impact daadwerkelijk meten. En het leuke is dat we dat eerst deden met 168 scooters in Eindhoven, maar dat we dat nu doen met 15.000 voertuigen. We hebben 1500 ton CO2 bespaard in twee jaar, en de komende drie maanden gaat daar diezelfde hoeveelheid bij.  

Welke impact hebben jullie in 2030 gerealiseerd?

Een van onze oprichters heeft drie jonge kinderen. Het is zijn grote droom dat als zijn kinderen achttien worden, ze niet meer vragen om een auto. Maar dat het delen het nieuwe normaal is. Van het bezit van voertuigen of spullen, naar samen delen. Hoe mooi is dat.  

Met welke partij willen jullie samenwerken om dit te realiseren?

We zoeken naar een gezonde mix tussen lokale oplossingen, en landelijke. Omdat we een snelgroeiende organisatie zijn, hebben we landelijke partijen of werkgevers nodig voor schaal- en impactvergroting. Aan de andere kant kijken we ook regionaal hoe we veel meer invloed kunnen hebben. In gebieden waarvan we zien dat weinig gebruik wordt gemaakt van deelmobiliteit, benaderen we lokale bedrijven om de afname te verhogen via marketingcampagnes. Het aanhaken van een lokale community zorgt ervoor dat we steeds beter geaccepteerd worden in het straatbeeld.

Het personeel van grote jongens zoals ASML of Philips, maakt heel veel gebruik van onze scooters. Voor hen is het interessant om duizend van onze deelscooters neer te zetten, waardoor medewerkers veel flexibeler zijn in hun vervoer. De vergunning vanuit de gemeente voorziet in een maximumaantal van tweehonderd scooters, waardoor er onvoldoende voertuigen beschikbaar zijn om deelmobiliteit op een succesvolle manier te implementeren. Acceptatie en draagvlak creëren bij beleidsmakers en overheden voor deelmobiliteit en de herinrichting van de openbare ruimten, is daardoor onze grootste uitdaging.  

Een initiatief zoals de MaaS pilot waar de reiziger centraal staat vind ik geweldig. Ik vind het heel goed dat er meerdere platforms zijn die alles over mobiliteit aanbieden. Uiteindelijk wil je als consument gewoon van A naar B en maakt het je niet zoveel uit welke leverancier dat verzorgt. Wat we nu nog zien is dat iedere stad een eigen platform heeft. Dat maakt het voor de gebruiker niet bepaald makkelijk. Ik denk dat partijen met een landelijke dekking en een groot klantenbestand zoals de NS, deelmobiliteit in hun platform of app zouden moeten integreren. Daardoor wordt toegang tot gemakkelijk en duurzaam reizen in zijn algemeen, voor een breder publiek toegankelijk. 

"Acceptatie en draagvlak creëren bij beleidsmakers en overheden voor deelmobiliteit en de herinrichting van de openbare ruimten, is daardoor onze grootste uitdaging."  

Raymon Pouwels, medeoprichter en algemeen directeur van GO Sharing

Wat hoop je dat de Brainport regio in 2030 heeft gerealiseerd op het gebied van innovatie en duurzaamheid?

De regio is een koploper op innovatief gebied. Wij zijn niet voor niks in Eindhoven gestart; de stad heeft een enorme aantrekkingskracht op bedrijven. Ik hoop dat Brainport de eerste Nederlandse regio wordt zonder parkeernorm. Dat ze durft te dromen van een binnenstad die niet meer op auto’s gebaseerd is, maar op fietsen, lopen of deelmobiliteit. Dat ze afstand neemt van parkeerplaatsen die mooie ruimtes innemen.  

De coronacrisis heeft ons laten zien dat kan. Berlijn en andere grote steden sluiten wegen af en bombardeerden fietsen tot de norm. Dat brengt hele mooie dingen voort. 

Ik hoop dat we in 2030 afstand hebben genomen van bezit, en dat we op een zo duurzaam mogelijke manier, voor delen gaan. Bedrijven kunnen daarin een voortrekkersrol nemen door zelf deelmobiliteit aan te bieden. Dat brengt de prijs van vervoer naar beneden waardoor vervoer voor iedereen toegankelijk is.