20 november 2024
Brainport onderwijsinstellingen leiden vanaf 2025 jaarlijks honderden extra technici op
- Onderwijs
- Ondernemen
- Strategie & Organisatie
- Innovatie
- Arbeidsmarkt
Onder coördinatie van RAI Automotive Industry NL en Brainport Development is de afgelopen maanden hard gewerkt aan het opzetten van drie innovatieprogramma’s die ingediend zijn bij het Nationaal Groeifonds. Het betreft voorstellen rondom de thema’s:
Het doel is om samen een innovatieslag te maken en op te schalen, om de transitie naar een duurzaam mobiliteits- en energiesysteem te versnellen. Op vrijdag 3 februari zijn de voorstellen ingediend bij het Nationaal Groeifonds.
Het Battery Competence Cluster – NL heeft met meer dan 60 bedrijven en kennisinstellingen een meerjarig programma Materials Independence & Circular Battery Technology – NL opgesteld. Om Nederland minder afhankelijk te maken van schaarse en kritische grondstoffen voor batterijen en om kansen in de batterij-industrie te verzilveren. Het programma zet in op duurzame en circulaire batterijen, die belangrijk zijn voor de mobiliteitssector en voor energieopslag van duurzaam opgewekte energie. Het laatste moet voor stabilisatie van het elektriciteitsnetwerk zorgen.
De elektrificatie van de logistieke sector wordt op dit moment geremd. Voldoende laadinfrastructuur kan niet worden aangesloten, vanwege congestieproblemen op het elektriciteitsnet. Heliox heeft in samenwerking met o.a. DAF, Prodrive, Shell, Scholt Energy, Firan, ElaadNL, Dynniq Energy, TNO en 20 andere bedrijven en kennisinstellingen een programma opsteld om samen te werken aan de ontwikkeling van Charging Energy Hubs: decentrale (lokale) energiesystemen die de verbindende factor vormen tussen afnemers en leveranciers van elektriciteit.
Door laadinfrastructuur, hernieuwbare energiebronnen, energieopslag en andere lokale verbruikers aan elkaar te koppelen ontstaat lokale flexibiliteit op het net. Die flexibiliteit kan worden ingezet op het moment dat het elektriciteitsnetwerk de stroomvraag niet meer aan kan. Hiermee wordt zowel een oplossing geboden voor netcongestie als voor de business case van investeringen in laadinfrastructuur.
Met Bosal Nederland B.V. als kartrekker is het programma ‘Innovaties en roadmaps voor een rendabele waterstofketen in mobiliteit’ (H2M) opgezet. In het programma willen 28 partners een snelle en soepele overgang naar emissievrij zwaar transport en lokale energievoorziening (minigrids) realiseren. Er wordt werkt aan toepassingen waar elektrificatie geen oplossing lijkt te zijn. Zo bouwen Nederlandse technologieleveranciers en de industrie een concurrentiepositie op in de opkomende waterstof-technologiemarkt. Hierbij ligt een speciale focus op waterstofverbrandingsmotoren voor toepassingen in de automotive, binnenvaart en non-road mobiele machinerie, Solid Oxide (SO) brandstofceltechnologie voor zware stationaire en mobiele applicaties en als laatste het ontwikkelen van een efficiënte robuuste waterstofcompressortechnologie voor het snel vullen van tube trailers, tube containers en andere grote afnemers.
Met het Nationaal Groeifonds investeert het kabinet tussen 2021 en 2025 € 20 miljard in projecten en programma’s die zorgen voor duurzame economische groei. Voor de derde ronde (2023) is 4 miljard beschikbaar voor zowel ‘kennisontwikkeling & onderzoek’ als ‘ontwikkeling & innovatie'. Het Nationaal Groeifonds is een initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën. Zij beheren gezamenlijk het fonds namens het kabinet. Er is een onafhankelijke commissie ingesteld die de ingediende aanvragen beoordeelt en adviezen geeft. Het kabinet besluit in de zomer of er middelen worden toegekend aan de ingediende programma’s.
RAI Automotive Industry NL en Brainport Development hebben hun krachten gebundeld in het programmabureau Green & Smart mobility om in samenwerking met publieke partners, kennisinstellingen en de Nederlandse automotive sector de lange termijn strategie van de HTSM Automotive roadmap tot uitvoering te brengen in verschillende innovatieprogramma’s. De samenwerking in en tussen de programma’s vormt de basis voor het programmatisch toewerken naar de (klimaat)doelen richting 2030 en 2050.