20 november 2024
Brainport onderwijsinstellingen leiden vanaf 2025 jaarlijks honderden extra technici op
- Onderwijs
- Ondernemen
- Strategie & Organisatie
- Innovatie
- Arbeidsmarkt
Interview met Jeroen Ploeg from Siemens, partner van het DITM project.
DITM staat voor Digitale Infrastructuur voor Toekomstbestendige Mobiliteit. Het is een landelijk project dat wordt gesubsidieerd door de Nederlandse overheid. Binnen het project werken Brainport Development en RAI Automotive Industry NL samen met partnerbedrijven aan de implementatie van de digitale infrastructuur voor geautomatiseerd vervoer. Daardoor kunnen we onze mobiliteit efficiënter en veiliger inrichten.
Aspecten zijn onder andere de analyse van de verkeersveiligheid van autonome voertuigen op basis van ‘digital twins’, ondersteund door de in DITM te ontwikkelen digitale infrastructuur. Ook gaat veel aandacht uit naar innovatieve digitale kaartproductiesystemen die kaarten produceren en bijwerken op basis van continue sensorwaarnemingen van de weginfrastructuur en het toenemende aantal 'slimme' voertuigen op de weg.
Mijn naam is Jeroen Ploeg en ik werk voor Siemens Digital Industries. Siemens is een groot bedrijf met wereldwijd zo’n 330.000 werknemers. Digital Industries is daar maar klein een onderdeel van, maar met 70.000 man nog steeds groot. Mijn team houdt zich bezig met autonoom rijden en mijn rol is fellow scientist. Daarin werk ik samen met universiteiten aan toekomstige producten van Siemens, Binnen DITM vervul ik voor Siemens de technical lead en de projectmanagement rol.
Voor het verifiëren en valideren van autonome voertuigen wil Siemens de software leveren. Dat autonoom rijden hoeft niet per se in de letterlijke betekenis plaats te vinden. Bestuurdersondersteuning zien we ook als onderdeel van autonoom vervoer. Om over te gaan tot dit type vervoer zijn er nogal wat stappen nodig.
In de begindagen reden we bijvoorbeeld rond met meetvoertuigen in de hoop dat we alle verkeerscenario’s tegenkwamen, om zo gaandeweg het systeem te ontwikkelen. Dat was nogal tijdrovend en duur. Bovendien was het hele voertuig alweer outdated tegen de tijd dat we klaar waren. Je wil dus eigenlijk virtueel testen.
Door een model rond te laten rijden in een virtuele wereld, verloopt het testen efficiënter, effectiever en wordt het goedkoper.
Siemens wil daarvoor dus verschillende soorten software gaan leveren. Die software bestaat uit onderdelen zoals simulatiesoftware en software om verkeersscenario's te meten en te categoriseren. Op die manier hoop je virtueel je voertuig te kunnen testen. Het doel van Siemens is om binnen DITM de keten van software verder te ontwikkelen en toe te passen op de use cases in het project. Dit doel draagt ook bij aan de roadmap van Siemens.
Een voorbeeld van zo’n use case binnen DITM gaat over connected voertuigen. Onderdeel van DITM is CCAM (Connected and Cooperative Automated Mobility). Dit zijn voertuigen die niet alleen autonoom rijden of autonome functies hebben, maar ook geconnect zijn met andere voertuigen of met de infrastructuur. Eén toepassing daarvan is GLOSA (Green Light Optimized Speed Advisory). Dat wil zeggen dat het voertuig informatie ontvangt van het verkeerslicht wanneer het groen wordt. Daarop wordt het snelheidsprofiel afgestemd. Dat betekent dat de software rekening houdt met deze informatie waardoor het voertuig rustig afremt, zo mogelijk precies bij het verkeerslicht aankomt als het groen wordt en dan weer rustig optrekt. Dat is met name voor bussen belangrijk, want een bus vervoert ook staande passagiers. Hard remmen voor een rood licht is dan niet handig.
Met GLOSA+ bestaat de mogelijkheid dat een voertuig in staat is om groen licht te verzoeken. GLOSA+ is een toepassing die we ook virtueel willen evalueren. In werkpakket twee maken we specifiek voor dit onderdeel een model of digital twin. In werkpakket vijf gebruiken we deze digital twin om de veiligheid te analyseren.
We werken ook mee aan werkpakket vier van DITM, dat zich richt op Digital Maps. Eén van de partners binnen dit werkpakket, is de navigatiesoftware-expert TomTom. Zij onderzoeken het gebruik van crowdsourcing maps, waarbij ze de data van alle nieuwe generatie personenauto’s willen gebruiken om de actuele situatie van de infrastructuur, wegbelijning en andere ‘features’ in kaart te brengen. Er verandert namelijk bijna dagelijks wel iets. Een nauwkeurig en actueel wegbeeld is essentieel voor autonome functies in het wegvervoer.
De camera’s op deze auto’s zijn misschien niet de nauwkeurigste, maar ze zorgen wel voor veel meetdata. Het idee is dat je door de hoeveelheid aan data toch een actueel beeld van de weg kan verschaffen. Het lastige is, is dat het moeilijk te testen is. Je maakt gebruik van camera’s die geïntegreerd zijn in miljoenen auto’s en niet individueel zijn aan te sturen. Logischerwijs kom je dus uit op simulatie, precies waar wij goed in zijn. Een product van Siemens is de simulatiesoftware Prescan. Deze software bouwt een nauwkeurige omgeving na, waardoor er een nauwkeurige visualisatie ontstaat waar je met een voertuig kunt rondrijden. We genereren daarin dezelfde data die TomTom gebruikt om kaarten te maken. Op die manier kunnen we testen wat het effect is van andere innovatieve camera’s.
Ons belangrijkste doel is natuurlijk om uiteindelijk inkomsten te genereren met de specifieke software. Software ontwikkelen we met klantprojecten, maar ook in een gesubsidieerd project zoals dit. Het mooie daarvan is dat we daarmee de roadmap van Siemens realiseren. Daarnaast vind ik het belangrijk om bij te dragen aan een Nederlands ecosysteem. Duitsland heeft een heel sterk ecosysteem in de automotive industrie, dus het is belangrijk dat we als land massa hebben om daar tegenwicht aan te bieden. Samen sta je sterker als je iets in de Europese pap te brokkelen wil hebben. Ook daarom zijn de partners erg belangrijk voor ons.
Smart mobility brengt grote veranderingen en we hebben als land daarin nog wat stappen te zetten. De technologische ontwikkeling en inzet van AI gaat ondertussen door. Wij willen software maken die anticipeert op al deze veranderingen, en door automobielfabrikanten en toeleveranciers gebruikt kan worden om hun producten te verbeteren. Wij zien onze rol als toeleverindustrie in softwaretools. Dat is onze missie.
Uiteindelijk hopen we uit te komen op software waarmee de RDW een voertuig niet alleen kan valideren, maar ook kan certificeren. Het is mijn ultieme droom dat we straks het hele proces tot type approval, kunnen ondersteunen. Dat betekent dat we niet alleen maar software moeten leveren, maar ook een visie moeten hebben op de Europese procedures die daarop van toepassing zijn. De wirwar aan procedures en standaarden verandert razendsnel. Het is complexe materie. Daarnaast zijn er binnen Europa verschillen; in Duitsland is de regelgeving bijvoorbeeld soepeler dan in Nederland. Dat heeft ook te maken met historie. Iedereen kan zich het Stint-drama nog wel herinneren. Voor dat ongeluk was er veel toegestaan. Ik kon gewoon de weg op met een autonoom voertuig en tijdens het rijden de software vervangen. Na het Stint-ongeval was dat in één klap voorbij. Dat heeft wel een terugslag gehad moet ik zeggen.
We zijn op zoek naar partijen die het Nederlandse ecosysteem helpen te versterken. We werken samen met de usual suspects binnen de automotive, zoals DAF en VDL en het is goed om de samenwerking met RDW te intensiveren. Transporteurs zijn nog niet betrokken bij het project terwijl zij een belangrijke partij zijn om een businesscase zoals autonoom transport op hub to hub trajecten, te testen. Deze innovaties maken het transportproces inhoudelijk anders, dus deze input is zeer relevant. Daarnaast zijn we altijd geïnteresseerd in samenwerking met de toeleverindustrie, de OEM’s en de automobielfabrikanten wereldwijd.
Wat me tot slot nog fantastisch lijkt is als de Automotive Campus in Helmond dezelfde status en allure krijgt als de High Tech Campus in Eindhoven. De gemeente Helmond heeft een hele belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming en het succes van de Automotive Campus. Ik hoop dat ze dat blijven doen en dat er nog veel mooie automotive bedrijven aanhaken.