Wonen in een robot, ‘een huis moet zich letterlijk aanpassen aan de bewoners’

Wonen we in de toekomst in één grote robot? Hoogleraar Smart Architectural Technologies Masi Mohammadi ontwikkelt een robothuis. "Een huis kan zijn bewoners omarmen."

“Om zijn bewoners te kunnen omarmen, moet een huis zich kunnen aanpassen aan hun wensen en behoeften”, stelt Masi Mohammadi, hoogleraar Smart Architectural Technologies aan de TU Eindhoven. Zij heeft een eigen visie op de bouw van huizen. “Ik denk dat een huis in de toekomst een grote robot is. Onze huizen zullen dan voor ons zorgen. Een huis is dan niet meer statisch, maar past zich aan onze leefwijze en behoeften aan. Het gaat letterlijk en figuurlijk meebewegen met de bewoners.”

Het gebruik van kunstmatige intelligentie in huizen speelt hierin een belangrijke rol. Daarmee kan een huis leren van het gedrag van de bewoners. “Stel dat het huis zichzelf een beetje groter en een beetje kleiner kan maken in bepaalde situaties. Een grotere woonkamer of balkon kan bijvoorbeeld handig zijn als er vrienden op bezoek komen. Het huis kan dan een paar centimeter uitbreiden. Als het feestje voorbij is, krimpt het huis weer in”, legt Mohammadi uit. Zij denkt dat we de robothuizen in 2040 in het straatbeeld gaan zien. Om dat te realiseren staat het team van diverse onderzoekers voor grote mechanische, bouwkundige, softwarematige én maatschappelijke uitdagingen.

Experimenten

Het onderzoek is nog in experimentele fase. De onderzoekers kijken door middel van verschillende studies naar de technische en bouwkundige haalbaarheid van het idee. Daarnaast zijn er natuurlijk ook veel juridische en ethische vraagstukken. Want mag je zomaar een stukje van de openbare ruimte gebruiken om je balkon een paar centimeter groter te maken voor een avondje? “Daar hebben we op dit moment nog geen antwoord op”, verklaart Mohammadi.

“Maar we weten wel dat er maatschappelijke veranderingen gaande zijn. De behoefte aan sociaal contact is groot, de behoefte om ergens bij te horen. Daarom zien we steeds vaker dat mensen – ook na hun studententijd – bepaalde faciliteiten delen. Daarnaast willen ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen waardoor hun huis aan andere behoeften moet voldoen.” Dit zorgt voor een andere kijk op de bouw van huizen.

Verschuivende wanden

“Wat als de wand tussen twee appartementen zou kunnen verschuiven”, oppert ze. Aan de ene kant woont een oudere dame en aan de andere kant een student. “De student wil in de avond misschien gezellig borrelen met vrienden, terwijl de oudere dame naar bed gaat. Dan zou het ideaal zijn als de wand tussen de woonkamers een beetje kan verschuiven. Zo heeft de student wat extra ruimte en de oudere dame gebruikt het op dat moment toch niet”, legt Mohammadi uit. “In de ochtend kan het dan andersom zijn.”

Deeleconomie

In veel van haar ideeën neemt de onderzoeker de deeleconomie als uitgangspunt. “We proberen mensen te inspireren met onze ideeën. We willen laten zien dat het ook anders kan.” De komende jaren wil Mohammadi stap voor stap toewerken naar het robothuis. Op dit moment werkt ze aan een prototype van een ‘empathisch huis’ voor mensen met dementie. Het huis kan een deel van de taken van een mantelzorger overnemen, bijvoorbeeld het aangeven van tijden om te eten, op te staan of te gaan slapen. Hiervoor worden bijvoorbeeld licht- en geluidsignalen gebruikt. “Om 12 uur projecteert het huis een boterham op de muur, zet het pijlen op de grond naar de keuken en verspreidt het de geur van versgebakken brood. Zo wordt iemand eraan herinnerd om te gaan eten”, legt ze uit.

In het huis maken de onderzoekers gebruik van een combinatie van bestaande technologieën en software. “Kunstmatige intelligentie speelt hierbij een belangrijke rol. Hierdoor leert het huis van het gedrag van de bewoners en de mantelzorgers om hen zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn”, zegt ze. Mohammadi benadrukt dat het huis geen taken overneemt, maar mensen helpt om bepaalde handelingen zelf te doen. “Zo helpen we mensen om hun krachten in te zetten.”

Meer natuur

Naast de relatie met elkaar, kan een robothuis ook bijdragen aan onze relatie met de natuur, zo vindt de onderzoeker. “We zitten een groot deel van onze tijd binnen, terwijl we wel graag buiten zijn”, concludeert ze. “Wat als de gevel van een gebouw, zoals een huis, kantoor of collegezaal, kan uitklappen zodat we meer buiten zitten? Dat zou een uitkomst zijn voor studenten in een college, maar bijvoorbeeld ook voor ouderen die minder mobiel zijn.”

Mohammadi’s grootste inspiratie is de wereldberoemde architect Le Corbusier. “Hij heeft ooit gezegd dat ‘een huis een machine is om in te wonen’. Dan vind ik dat een huis zich ook aan moet kunnen passen aan de wensen van de bewoners. Bovendien moet het zich kunnen aanpassen aan de natuur”, zegt de onderzoeker. Ze maakt de vergelijking met een cabrio. “Als het warm is, kan het dak open. Waarom kan zoiets bij een huis niet?”, vraagt ze zich af. “Stel dat een huis ook een soort jasje van isolatiemateriaal aan en uit kan doen of afhankelijk van het weer en de behoefte van bewoners. Dat zou het wooncomfort en gezondheid bevorderen.”

Luxe

“Iedere architect werkt met de materialen en de kennis die op dat moment beschikbaar is”, gaat ze verder. “Wij hebben de luxe dat we gebruik kunnen maken van AI en Internet of Things. Hierdoor kunnen verschillende onderdelen van een gebouw met elkaar communiceren.” Haar droom is om verder te werken aan het gedachtegoed van haar grote voorbeeld. “Ik denk dat gebouwen meer te bieden hebben dan hetgeen dat we nu van ze krijgen.”

Maar voordat we echt in een robot kunnen wonen, is er nog veel onderzoek nodig. “Daarin staan we niet alleen een technische, maar ook voor psychologische uitdagingen. Mensen hechten veel waarde aan hun huis. Het kan dan lastig zijn om daar ineens op een hele andere manier mee om te gaan”, legt Mohammadi uit. Op verschillende plekken in de wereld wordt onderzoek gedaan naar interactieve bouwelementen, bijvoorbeeld om een klein appartement zo efficiënt mogelijk in te delen. Maar een onderzoek dat uitgaat van ‘wonen in een robot’ is uniek.

“Wonen is een basisbehoefte. De verandering die wij door willen voeren in de woning is dus niet alleen technisch, maar ook psychologisch. Dat maakt het ingewikkeld maar ook heel mooi”, zegt ze. “Met dit onderzoek zijn we een nieuwe weg ingeslagen. We willen uit gebouwen halen wat erin zit.”