Scroll verder

Omgaan met feedback

Het geven en krijgen van feedback lijkt een vak apart. Gegeven feedback kan als negatieve kritiek ontvangen worden en positieve feedback wordt vaak moeilijk aangenomen. Toch zijn feedback momenten van cruciaal belang. Het geven en ontvangen van eerlijke, open en relevante feedback is belangrijk voor het creëren van vertrouwen en verbinding tussen mensen en groepen (bijvoorbeeld werkteams). Door feedback kan niet alleen jij groeien, maar ook de andere betrokken personen.

Tips voor het ontvangen van feedback:

  1. Sta open voor feedback. Bedenk dat je er wellicht iets van kunt leren en kunt groeien.
  2. Luister actief naar de feedback en bekijk het van een afstandje om objectief op de feedback te reflecteren. Vraag eventueel om toelichting.
  3. Herhaal de feedback om er zeker van te zijn dat jullie op dezelfde lijn zitten.
  4. Toon waardering. Vaak vindt degene die de feedback geeft het lastig om feedback te geven.
  5. Voel je je aangevallen door de feedback? Schiet niet in de verdediging. Probeer de zorg van de ander te begrijpen en ga in dialoog. Probeer samen tot een oplossing te komen.
  6. Ben je het niet met de feedback eens? Vertel rustig waarom je het niet eens bent en laat na het gesprek de feedback los.
  7. Ben je het met de feedback eens? Leer van de feedback.
  8. Durf te zeggen dat je even over de feedback wilt nadenken indien je dat prettig vindt.
  9. Durf positieve feedback, complimenten, te accepteren en ‘dank je wel’ te zeggen zonder het compliment weg te wuiven of te ontkrachten.

Tips voor feedback geven:

  1. Ga eerst na of de ander iets heeft aan jouw feedback. Kan jouw commentaar de ander helpen?
  2. Zorg voor een open en veilige omgeving.
  3. Zorg dat de feedback actueel is en geef deze zo snel als mogelijk. Hoe concreter je kunt zijn zorgt ervoor dat de kans op herkenning bij de ander groter is.
  4. Beschrijf wat jij hebt waargenomen, geef geen interpretaties. Kom met concrete feiten.
  5. Geef feedback vanuit de ‘ik’-vorm. Vermijd verwijten.
  6. Feedback heeft betrekking op gedragsaspecten. Zeg niet ‘Jij doet dit fout’, maar beschrijf het effect van zijn of haar gedrag. Bijvoorbeeld: ‘Jouw werkhouding zorgt soms voor…’
  7. Wissel complimenteuze en corrigerende feedback met elkaar af. Geef nooit alleen maar corrigerende feedback.
  8. Vraag of de ander de feedback heeft begrepen en geef de ander de ruimte om te reageren en zijn of haar visie te uiten.
  9. Zorg dat jullie samen tot een oplossing komen en geef suggesties voor verandering van gedrag.

Auteur: Nina de Rooij, PSV leefstijladviseur

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Wil jij meer informatie blijven ontvangen over de verschillende thema’s en bouwstenen van het vitaliteitsmodel, vul hieronder je mailadres in.