Tips voor slaapproblemen
Slaappatronen en slaapbehoeften zijn bij iedereen uniek. Je kunt dus opgelucht ademhalen als je afwijkt van wat je meestal leest.
Laat het los. Ook voor jouw slaapprobleem is er een aanpak, ook al pas jij niet binnen de gemiddelden of ook al heb je al van alles gedaan en geprobeerd.
Inslapen
Als je opziet tegen het naar bed gaan en onvoldoende vertrouwt op het natuurlijk inslapen ondermijn je het inslapen. Duurt het inslapen langer dan 30 minuten en blijft het moeilijk gedurende een langere periode en meerdere malen per week niet binnen 30 minuten lukt, dan spreek je van een inslaapprobleem. Pak het aan door ruim een uurtje voor het slapen gaan te beginnen met “sloom worden”. Bouw je bezigheden af en laat je hoofd tot rust komen. Dim het licht, zet geluid wat zachter, sluit de dag af en doe iets rustigs ter ontspanning, wat keuvelen en rommelen. Een goede overgang voor je gedachten naar de nachtrust toe is om zaken die je niet wilt vergeten op te schrijven en door een vast slaapritueel dagelijks in dezelfde volgorde te herhalen. Door dit vaste patroon weet je lichaam dat je gaat slapen. Slaap is sterk te beïnvloeden door gewoontevorming en daar is je slaapritueel een goed voorbeeld van.
Doorslapen
Er zijn verschillende redenen te bedenken waardoor je na het inslapen wakker wordt en niet meteen weer doorslaapt. Tijd om dit te verbeteren: blijf in bed liggen en let eens kritisch op je eigen nachtelijke gedrag, gedachten en gevoelens. Weeg het belang ervan op dit nachtelijke moment af. Zijn je gedachten NU aan de beurt? Meestal kunnen ze wachten tot morgen. Zeg dan tegen jezelf dat het er NU niet toe doet, dat het morgen weer een nieuwe dag is en dat je juist door nu te slapen met een leeg hoofd er morgen beter en geconcentreerder over kunt denken. Voed je brein opnieuw op! Geef de boodschap: “Ik wil slapen” en concentreer je op:
- Je dichtbije omgeving, zoals je lichaamswarmte, de zwaarte van je lichaam, de duisternis om je heen of je rustige slaperige ademhaling.
- Iets leuks, zoals vakantie, hobby, uitjes.
- Iets wat je concreet voelt, zoals je lekkere kussen, matras of de dekens of iets zachts wat je in je hand houdt.
Als je niet binnen 15 tot 20 minuten weer in slaap valt, is het beter om even je bed te verlaten. Doe dan iets onbenulligs en steeds iets anders (kruidenthee zetten, muziek luisteren, in wat folders bladeren). Houd het licht gedimd, kijk liever geen TV of telefoon en doe geen nuttige taken. Vertrouw erop en je perioden van wakker zijn in de nacht verminderen en je nachtrust zal in enkele weken herstellen. Ga eventueel naar je huisarts of vraag een slaapoefentherapeut die je kan leren je goed te ontspannen en je lichaams- en gedachtenprocessen weer naar bijna nul terug te brengen.
Snurken en slaapapneu
Soms heb je het zelf niet eens door maar weet je partner al dat er een slaapprobleem is, die kan immers moeilijk slapen van de herrie. Een beetje snurken hoeft niet erg te zijn, maar het kan ook iets ernstigs zijn. Hier kan je slaapapneu aan herkennen:
- Veel en hard snurken.
- Plotseling ophouden met ademen.
- Met een ruk, zwetend en met hartkloppingen weer opnieuw beginnen met ademen en snurken.
- Overdag overmatige vermoeidheid, hoofdpijn, prikkelbaarheid, uitputting en lusteloosheid.
- Slechte concentratie, minder kunnen presteren en juist heel hard werken om de moeheid niet te voelen.
Vooral wanneer je overgewicht hebt, 40+ bent, man bent, alcohol gebruikt, rookt, onregelmatige werktijden hebt en misschien ook nog spierverslappers, pijnstillers of slaappillen gebruikt heb je meer kans op het ontwikkelen van slaapapneu. Slaapapneu verslechtert niet alleen de kwaliteit van het leven, maar ook je levensverwachting. Door de aanslag op het hart- en vaatsysteem, bestaat er een 50 procent verhoogde kans op hartklachten. En door de vermoeidheid en slaapaanvallen kunnen er ook ongelukken gebeuren. 80% van de individuelen met apneu gerelateerde klachten blijven ongediagnosticeerd, uiteraard met alle gevolgen van dien.
- Ga bij vermoeden van slaapapneu naar je (huis)arts.
- Verander wat aan de negatieve factoren: overgewicht, roken, alcohol, werk en slaappillen.
- Zoek hulp bij het zoeken naar de oorzaak.
Slaapapneu en snurken zijn goed te behandelen. Samen met de huisarts kan er een doorverwijzing gemaakt worden naar een slaapcentrum (ziekenhuis of specialistische instelling), waar tijdens een slaapregistratie(?) aan de hand van een polysomnogram (zie intro) gekeken kan worden voor een passende oplossing. Dit kan inderdaad gewichtsverlies zijn, of een band om het lichaam die voorkomt dat je op je rug slaapt of een masker die de ademhaling tijdens de nacht ondersteunt. Neem het serieus want een goede nachtrust kan je veel opleveren.
Auteur: Els Moest, Tim Weysen en Tim Leufkens, Philips slaapexperts & Nina de Rooij, PSV leefstijladviseur
Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Wil jij meer informatie blijven ontvangen over de verschillende thema’s en bouwstenen van het vitaliteitsmodel, vul hieronder je mailadres in.