De impact van TAC op kunst, creativiteit en woningnood
TAC Eindhoven verbindt kunst en stedelijke ontwikkeling met betaalbare woningen, ateliers en expositieruimtes, en blijft een creatieve broedplaats waar makers kunnen experimenteren en innoveren.

In het technieklokaal op de eerste verdieping van Nuenens College bruist het van de activiteit. Een rij leerlingen wacht geduldig op hun beurt bij de 3D-printers, die onafgebroken ratelen. Op de schermen van laptops verschijnen kleurrijke ontwerpen: miniatuurmeubels voor een zelfontworpen droomkamer. Els Janssen, docent Mens & Natuur én vaksectievoorzitter, loopt tussen de leerlingen door en moedigt hen aan. ‘Ze vinden dit geweldig’, lacht ze. ‘En dat enthousiasme werkt aanstekelijk.’
Nuenens College is een van de middelbare scholen in de regio die meedoet aan het StemUp-programma van ASML. Dit initiatief, ontwikkeld in samenwerking met Wismon, Junior IOT, Maakotheek, Future Bites en de Ontdekfabriek, brengt techniek en technologie op een laagdrempelige manier de klas in. StemUp geeft scholen de keus uit verschillende programma’s. De Maakotheek op Nuenens College bijvoorbeeld biedt drie pijlers: solderen, 3D-printen en programmeren. ‘Wat StemUp zo waardevol maakt, is dat het niet alleen blijft bij een losse workshop’, legt Els uit. ‘We hebben het geïntegreerd in ons lesprogramma, zodat het echt een vast onderdeel wordt van het curriculum.’
De opdrachten zijn praktisch van aard. Eerstejaars ontwerpen een mini-droomkamer en printen meubels in 3D. In het tweede jaar bouwen ze robots die ze zelf in elkaar zetten. ‘Het gaat niet alleen om techniek, maar ook om vaardigheden zoals meten en samenwerken. Hopelijk kunnen onze leerlingen ook een keer op bedrijfsbezoek bij ASML. Dan kunnen ze daar zien hoe dit alles in de praktijk wordt toegepast.’
Junior IOT speelt een sleutelrol. De organisatie levert niet alleen de apparatuur, maar traint ook de docenten. ‘Ze hebben ons geleerd hoe we boven de stof kunnen staan, zodat we de leerlingen goed kunnen begeleiden’, vertelt Els. In het begin was het even zoeken naar de juiste samenwerking. Want, zegt Els: ‘Techniek kan ingewikkeld zijn, maar nu is het echt een samenspel tussen ons en de leerlingen.’
Dat samenspel werpt zijn vruchten af. Els ziet dat een grote groep leerlingen opbloeit nu ze hun praktische skills kunnen ontplooien. ‘Een 3D-printer is het middel, wij geven ze het podium om te shinen. Een jongen die helemaal opgaat in solderen of een meisje dat supercreatief is met ontwerpen, dat is waar ik het voor doe.’ Lani van Boxmeer uit 1E is zo’n leerling. ‘Ik vind het geweldig dat we andere soorten lessen krijgen dan normaal’, zegt ze enthousiast. ‘Ik kan er echt mijn creativiteit in kwijt.’ Ook klasgenoot Marly Verbiesen is fan. ‘Techniek is leuker dan ik dacht. En écht niet alleen voor jongens.’
Hoewel het programma nog in de kinderschoenen staat – Nuenens College begon afgelopen november – ziet Els al volop kansen. ‘We willen kennis gaan uitwisselen met andere scholen. Je kunt zoveel van elkaar leren. En misschien kunnen we programmeren uitbreiden met iets interactiefs, zoals een wedstrijdelement.’ Aan haar eigen enthousiasme zal het niet liggen. En dat van de leerlingen? ‘Als ik zie hoe ijverig ze hiermee aan de slag gaan, weet ik dat we op de goede weg zijn.’