‘We kunnen nog zóveel verborgen talent klaarstomen voor de maakindustrie’

De maakindustrie heeft voortdurend behoefte aan nieuwe vakkrachten. Terwijl de vergrijzing doorzet en het aantal technische mbo-leerlingen daalt, neemt de druk op bedrijven toe om hun productie draaiende te houden. Tegelijkertijd is er een grote groep mensen die graag in deze sector wil werken, maar nog niet weet dat metaaltechniek een realistische én kansrijke optie is. In dat spanningsveld ontstond het project Reskilling Metaal: een publiek-private samenwerking die opleidt voor díe functies waar de vraag het grootst is.
‘We zagen jarenlang omscholingstrajecten die veel te breed waren’, vertelt Martine Dubling (mede)initiatiefnemer en directeur van Brainport Industries College. ‘“Iets met techniek” is gewoon te vaag. Dan verlies je goede kandidaten en haken bedrijven af. Wij hebben het omgedraaid: we kijken eerst waar de concrete vraag ligt en leiden daar heel gericht voor op.’ Die focus resulteerde in een omscholingstraject voor het specialisme verspanen, een vakgebied waarvoor veel maakbedrijven dringend medewerkers zoeken.
Zorgvuldige selectie is de sleutel
Omscholers starten het traject met een voorlichting en een intensieve intake. Re-integratiepartner Peijnenburg speelt daarbij een belangrijke rol. ‘We willen mensen die écht gemotiveerd zijn koppelen aan bedrijven’, benadrukt Martine. ‘Daarom kijken zij verder dan cv en werkverleden. Juist de intrinsieke motivatie, leerbaarheid, persoonlijke situatie en talent geven de doorslag. Hoe beter we kandidaten leren kennen, hoe groter de kans op een duurzame match.’
Volgens Ward Overeem, landelijk projectleider namens de sectorfondsen OOM, A+O Metalektro en Doorzaam, zorgt de AMN-talentscan voor essentieel inzicht. ‘Die scan laat zien hóe iemand leert. Dat maakt het voor bedrijven zoveel makkelijker om goed te begeleiden. Als je weet dat iemand visueel leert of juist praktisch, kun je daarop inspelen.’
Werkgevers vroeg betrekken
Een sterk element van het programma is dat werkgevers vanaf week vijf actief meedoen. Kandidaten lopen dan twee dagen per week mee in een bedrijf, eventueel met behoud van uitkering. Dat verlaagt de drempel om iemand een kans te geven. ‘We vragen werkgevers niet alleen om werkplekken, maar ook om zich aantrekkelijk te presenteren,’ zegt Ward. ‘Tijdens een ontbijtsessie lieten we zien: dit zijn de kandidaten en dit is hun profiel. Aan jullie om te laten zien waarom zíj voor júllie bedrijf moeten kiezen. Die wisselwerking werkt enorm goed.’
Natasja Muskens, werkgeversadviseur bij Werkcentrum Zuidoost-Brabant, begrijpt de twijfel bij sommige ondernemers om zijinstromers aan te nemen. Haar advies: ‘Begin klein. Start met één omscholer, maak dat succesvol en bouw dan verder. En ga vooral praten met collega-bedrijven die dit al doen. Zulke gesprekken overtuigen veel meer dan een folder of presentatie. Daarnaast spelen arbeidsmarktprofessionals van het werkcentrum een belangrijke rol in de werving voor het voorschakeltraject metaal. Zij spreken dagelijks werkzoekenden en kunnen hen als geen ander enthousiasmeren. Door samenwerking sluit het traject beter aan op de doelgroep en neemt de kans toe dat werkzoekenden daadwerkelijk voor dit traject kiezen, met als ultiem doel een duurzame plek in de technieksector.’

Uitdagingen
Het succes van de eerste editie smaakt naar meer, maar groei is niet vanzelfsprekend. ‘De grootste uitdaging? Structurele financiering’, aldus Ward. ‘Subsidiefonds ESF+ maakt deze intensieve aanpak nu mogelijk. Maar als we dit duurzaam willen maken, moeten gemeenten en regionale werkcentra echt mee-investeren.’ Natasja vult aan: ‘Een subsidie is een shotje, een katalysator om iets op gang te brengen. Daarna moet je met elkaar het gesprek voeren: hoe borgen we dit in de regio?’
Een formule die werkt
Ondanks de uitdagingen is het enthousiasme groot. Kandidaten vinden nieuw perspectief, werkgevers krijgen gemotiveerde starters en de regio ontwikkelt een formule die breder inzetbaar is. ‘Opleiden tot vakkrachten is en blijft maatwerk’, zegt Martine. Ward: ‘Als we dit vasthouden, kunnen we nog heel veel verborgen talent klaarstomen voor de maakindustrie.’ En Natasja? Die ziet kansen buiten de metaaltechniek: ‘Mijn wens is dat er straks een menukaart met omscholingstrajecten ligt in de Brainport: metaal, infra, zorg… zodat een werkzoekende simpelweg kan kiezen waarop hij of zij zich wil oriënteren. Dit project laat zien dat het kan, mits je werkgevers, onderwijs, arbeidsmarktprofessionals én een goede re-integratiepartner zoals Peijnenburg Re-integratie BV en Techniek Coalitie Brabant vanaf het begin samen laat optrekken.’
Dit initiatief sluit naadloos aan bij het ESFplus-project Samen aan de slag voor meer vakkrachten, dat wordt gedragen door de Opleidings- en Ontwikkelfondsen OOM, A+O Metalektro en Doorzaam. Voor de sectoren metaaltechniek en mechatronica was dit een belangrijke aanleiding om de beschikbare ESFplus-middelen doelgericht in te zetten.
