Slim en veilig vervoer dankzij samenwerking tussen mens, machine en data

Brainport Eindhoven logo
Geschreven door Brainport Eindhoven

Binnen het innovatieprogramma DITM werkt het Nederlandse technologiebedrijf V-tron samen met partijen als VDL, TNO en Monotch om vervoer slimmer, veiliger en mensgerichter te maken. Het bedrijf ontwikkelt daarbij technologie die mens en machine nauwer laat samenwerken.

Van connected car tot E-Trailer 

V-tron is een technologiebedrijf dat leunt op twee pijlers: een commerciële en een R&D gerichte. De commerciële tak levert connected-car-oplossingen en rijgedragsanalysetools aan bedrijven in Europa en Afrika. De R&Dafdeling staat onder leiding van Rakshith Kusumakar, CTO bij V-tron en verantwoordelijk voor de technologische koers en innovatieagenda van het bedrijf. Zijn team ontwikkelt nieuwe technologie op drie thema’s: voertuigconnectiviteit, teleoperatie en de E-Trailer. 

“Bij voertuigconnectiviteit onderzoeken we hoe voertuigen en infrastructuur beter met elkaar kunnen communiceren,” zegt hij. “Daaruit is ons systeem voor road asset management ontstaan. We scannen de fysieke infrastructuur -zoals verkeersborden en geleiderails) en vergelijken die met digitale kaarten. Als er een afwijking is, kunnen wegbeheerders dat direct inspecteren en corrigeren. Zo blijft de digitale weginfrastructuur betrouwbaar.” 

Het tweede onderzoeksgebied, teleoperatie, richt zich op voertuigen in afgesloten gebieden zoals havens en distributiecentra. “Daar rijden vrachtwagens in voorspelbare patronen en korte afstanden,” legt hij uit. “Een ideale omgeving om te automatiseren of op afstand te besturen. Binnen DITM passen we hetzelfde principe toe op busdepots.” Het op afstand besturen is niet altijd strikt voorbehouden aan mensen, hierbij worden ook de nodige taken geautomatiseerd, waardoor 1 operator, meerdere voertuigen parallel kan controleren. 

Het derde thema is de E-Trailer, een trailer met een eigen accu en elektromotor. “Hij kan zichzelf van energie voorzien en samenwerken met de trekkende (diesel)truck,” vertelt Kusumakar. “Het resultaat is een hybride combinatie. De trailer kan aan elke bestaande truck gekoppeld worden, hiermee gaat ook het bestaande truck-park uitstoot reduceren. In de toekomst kunnen deze trailers zelfs zelfstandig manoeuvreren binnen een terrein. Wij ontwikkelen de software die alles aanstuurt: van batterij tot motor.” 

Je kunt stellen, dat V-tron transitietechnologie ontwikkelt, die noodzakelijk is om de stap naar een autonome toekomst mogelijk te maken.  

Tussen automatisering en controle

De ontwikkeling naar autonoom vervoer verloopt gefaseerd. Tussen handmatig rijden en volledig autonoom bewegen ligt een cruciale tussenfase waarin mens en technologie samenwerken. Precies daar ligt het werkterrein van V-tron. 

Binnen DITM is het bedrijf actief in twee werkpakketten: één rond teleoperatie en één rond Intelligent Speed Assistance (ISA). 

In werkpakket twee richt V-tron zich op teleoperatie van bussen op afgesloten terreinen, zoals depots. “Elke nacht worden bussen schoongemaakt, opgeladen en geparkeerd. Dat proces is grotendeels te automatiseren, maar geen enkel systeem werkt honderd procent foutloos,” legt Kusumakar uit. “Teleoperatie zorgt ervoor dat een mens kan ingrijpen wanneer dat nodig is. Een operator ziet wat er gebeurt en kan de bus veilig verplaatsen. Zodra alles weer klopt, neemt de automatisering het over. Zo blijven mens en machine in balans.” 

“Teleoperatie is de brug tussen mens en machine,” zegt hij. “We gebruiken de kracht van automatisering, maar behouden menselijke controle waar dat nodig is.”

In werkpakket vier werkt V-tron aan technologie voor voertuig-infrastructuurcommunicatie, waaronder Intelligent Speed Assistance (ISA). “We gebruiken 4G en 5G om realtime informatie uit te wisselen tussen voertuigen en verkeerslichten,” zegt Kusumkar. “Het systeem kan bijvoorbeeld adviseren om je snelheid aan te passen zodat je een groene golf krijgt. Dat lijkt een kleine optimalisatie, maar het heeft grote impact op veiligheid, energieverbruik en doorstroming. 

Technologie in dienst van veiligheid 

De technologie van V-tron wordt inmiddels ook buiten DITM toegepast. In België werkt het bedrijf aan een botsabsorber-truck, een voertuig dat bij wegwerkzaamheden rijstroken afsluit. “Deze voertuigen worden vaak ingezet op locaties met een verhoogd veiligheidsrisico,” zegt Kusumakar. “Met teleoperatie kunnen we de truck op afstand aansturen zonder fysieke aanwezigheid in de cabine. Dat verhoogt de veiligheid én de operationele efficiëntie.” 

Die praktijkvoorbeelden illustreren waarom V-tron niet alleen met technologie bezig is, maar ook met regelgeving. “De huidige verkeerswetgeving is verouderd,” legt hij uit. “In veel landen is nog altijd vastgelegd dat een bestuurder zich fysiek in het voertuig moet bevinden. Wij denken mee over nieuwe kaders die aansluiten bij de technologische realiteit van vandaag. Technologie ontwikkelt sneller dan wetgeving, en het is essentieel dat die twee elkaar versterken in plaats van belemmeren.” 

Resultaten binnen DITM 

Binnen DITM heeft V-tron de afgelopen periode concrete stappen gezet. “Voor teleoperatie hebben we de volledige integratie afgerond,” vertelt Kusumakar. “Tijdens het Drive Forward-evenement op de Automotive Campus hebben we het systeem live gedemonstreerd. De volgende stap is een grootschalige demonstratie bij VDL, waarin het hele proces van reinigen, opladen en parkeren in één workflow wordt getoond.” 

Ook in werkpakket vier zijn de resultaten zichtbaar. “We hebben de koppeling gerealiseerd met de centrale Data Service Exchange,” legt hij uit. “Daardoor kunnen we data ontvangen van partners als TomTom, Monotch, VDL en TNO. De eerste tests met realtime datastromen zijn succesvol afgerond.” 

Een van de volgende toepassingen is het platoonen van bussen, waarbij meerdere voertuigen kort achter elkaar rijden en gezamenlijk prioriteit krijgen bij verkeerslichten. “Het systeem herkent dat er een cluster van bussen nadert,” zegt Kusumakar. “Het verkeerslicht blijft langer groen, zodat alle voertuigen veilig kunnen passeren. Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt om naadloze samenwerking tussen voertuig, infrastructuur en data.” 

Het project loopt tot eind 2026. “We hebben alle componenten getest,” zegt hij. “De komende maanden richten we ons op de geïntegreerde proeven waarin alles samenkomt. Dat is de echte lakmoesproef.” 

De kritische factor: connectiviteit

De grootste technische uitdaging is de betrouwbaarheid van het netwerk en de data. “Teleoperatie is volledig afhankelijk van connectiviteit,” zegt Kusumakar. “Met 4G kun je één voertuig op afstand besturen, maar geen hele vloot. 5G biedt veel meer capaciteit en een lagere vertraging, maar de dekking is nog niet overal gegarandeerd. Als de verbinding uitvalt, stopt het voertuig automatisch; dat is onze veiligheidsmaatregel. Uiteindelijk wil je dat de technologie zó betrouwbaar is dat ingrijpen niet meer nodig is.” 

Hij beschouwt teleoperatie als een tussenfase op weg naar volledig autonoom rijden. “Automatisering werkt in 98 procent van de gevallen probleemloos. De resterende twee procent zorgt nog voor twijfel bij gebruikers. Teleoperatie overbrugt dat gat. Een operator kan meerdere voertuigen monitoren en alleen ingrijpen waar nodig.”

“Zo blijft de mens onderdeel van het systeem, maar verandert zijn rol – van bestuurder naar regisseur.” 

Maatschappelijke impact 

Die verschuiving creëert ook nieuwe mogelijkheden op de arbeidsmarkt. “Teleoperatie maakt het beroep van chauffeur weer aantrekkelijk,” zegt Kusumakar. “Jonge mensen willen niet meer wekenlang onderweg zijn. Maar als je vanuit een kantoor of zelfs vanuit huis voertuigen kunt besturen, verandert dat perspectief volledig. Het combineert rijervaring met digitale vaardigheden – een nieuwe vorm van vakmanschap. En mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, kunnen maximaal gebruik maken van deze nieuwe mogelijkheden.”  

Ook veiligheid en gezondheid profiteren. “In havens worden Bobcats (skidsteer) gebruikt voor het verplaatsen van bulkgoederen, soms met schadelijke stoffen,” vertelt hij. “Door teleoperatie kunnen operators vanuit een veilige ruimte werken. Ze lopen geen risico meer, kunnen langer doorgaan en leveren constantere prestaties. Dat is beter voor mens én bedrijf.” 

Daarnaast leidt de technologie tot meer efficiëntie. “Wanneer een schip met honderden auto’s aanmeert, moet elke auto handmatig worden uitgereden,” gaat Kusumakar verder. “Met teleoperatie kan één operator dat proces op afstand aansturen. Dat verhoogt de efficiëntie, verlaagt de kosten en minimaliseert het risico op schade.” 

Een digitale infrastructuur die klopt 

In de huidige projectfase binnen DITM richt V-tron zich op de betrouwbaarheid van digitale infrastructuur. “We hebben een systeem ontwikkeld dat verkeersborden detecteert en vergelijkt met digitale kaarten,” zegt Kusumakar. “Als er een bord ontbreekt of verkeerd is geregistreerd, krijgt de wegbeheerder direct een melding.” 

Die nauwkeurigheid is essentieel, zeker nu Intelligent Speed Assistance verplicht is in nieuwe voertuigen. “ISA combineert camerabeelden met kaartdata,” legt hij uit. “Als die niet overeenkomen, kan een voertuig onterecht afremmen of verkeerde signalen geven. Wij zorgen ervoor dat de digitale data betrouwbaar is, zodat voertuigen altijd de juiste informatie gebruiken.” 

V-tron wil dit systeem uitbreiden tot een volledig assetmanagementplatform dat niet alleen verkeersborden, maar ook rijstrookmarkeringen en hun kwaliteit bewaakt. “We kunnen inmiddels meer dan 130 soorten verkeersborden herkennen,” zegt Kusumakar. “Door die data te koppelen aan HD-kaarten krijgen wegbeheerders een compleet, actueel beeld van hun infrastructuur.” 

Van lab naar praktijk 

In de volgende projectfase wil V-tron de stap zetten van ontwikkelomgeving naar praktijktoepassing. “De volgende stap is het uitvoeren van praktijkproeven met operationele partners,” vertelt Kusumakar. “Busmaatschappijen, logistieke centra, gemeenten – we willen zien hoe operators, chauffeurs en beheerders met de technologie omgaan. De praktijk leert altijd meer dan het lab.” Hij benadrukt dat samenwerking binnen het consortium cruciaal blijft. “De kracht van DITM zit in de combinatie van partijen. Door die samenwerking komen ideeën sneller tot uitvoering en kunnen we technologie in realistische omgevingen testen.” 

Bij V-tron gebeurt dat letterlijk op de weg. “We testen direct met auto’s, bussen en vrachtwagens,” zegt hij. “De echte wereld is nooit perfect, en juist daarom moet je dáár testen.”  

Ook samenwerking met het onderwijs speelt een rol. “We werken graag met hogescholen en universiteiten” zegt Kusumakar. “Studenten brengen frisse ideeën mee en zijn praktisch ingesteld. Dat helpt om innovaties sneller te vertalen naar concrete toepassingen.” 

Technologie met een menselijk doel

Voor Kusumakar draait innovatie niet om technologie op zichzelf, maar om wat die voor mensen betekent. “Teleoperatie gaat niet over het vervangen van de mens, maar over het creëren van nieuwe mogelijkheden,” zegt hij. “We maken werk veiliger, processen efficiënter en mobiliteit slimmer. Technologie moet de mens versterken, niet overbodig maken.” 

Hij vat het kernachtig samen: “Als we met DITM kunnen laten zien dat mens en machine sámen beter werken dan ieder afzonderlijk, dan hebben we echt iets bereikt. Dat is de toekomst van mobiliteit.” 

“Als we met DITM kunnen laten zien dat mens en machine sámen beter werken dan ieder afzonderlijk, dan hebben we echt iets bereikt. Dat is de toekomst van mobiliteit.”