Startups in Brainportregio zijn succesvoller dankzij reeks voordelen van het lokale ecosysteem
START-UPS - Om te achterhalen waarom startups in de Brainportregio zo succesvol zijn, hebben Strategy Unit en Innovation Origins een onderzoek uitgevoerd.
Slechts 16% van alle Nederlandse startups groeit door tot een scale-up. Het opkrikken van dit lage slagingspercentage van startups krijgt (onder beleidsmakers) veel aandacht. Terecht, want dit kan zowel voor oprichters als voor het ecosysteem een enorm verschil maken. Het succespercentage onder oud-winnaars van de ‘Gerard & Anton Awards’ ligt echter boven de 75%. Dit vormde aanleiding voor een diepgaand onderzoek met de vraag: Welke factoren onderscheiden succesvolle startups en scale-ups in Brainport Eindhoven van het door Techleap vastgestelde gemiddelde?
Strategy Unit en Innovation Origins hebben alle 70 winnaars van de Gerard & Anton Awards een vragenlijst voorgelegd, gevolgd door interviews met winnaars uit elk van de zeven voorgaande jaargangen. De Gerard en Anton Awards worden jaarlijks uitgereikt aan tien startups in de Brainportregio waarvan de komende jaren volgens een jury veel verwacht mag worden. De vragenlijst en interviews in het onderzoek gaven op drie dimensies inzicht in de groeibepalende aspecten in de verschillende groeifasen van deze start-ups. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn vandaag bekendgemaakt tijdens het LEVEL UP event op High Tech Campus Eindhoven. De complete resultaten worden in oktober gepubliceerd.
Twee miljard euro
Met de uitkomsten van het onderzoek kunnen niet alleen de startups en het lokale ecosysteem hun voordeel doen, maar deze geven ook aanknopingspunten voor andere regio’s. Ze laten zien welke factoren bepalend kunnen zijn voor de opbouw van een bovengemiddeld succesvol startupklimaat. Tegelijk wordt hiermee het profiel van de Brainportregio als ‘home of pioneers’ onderbouwd. Die kracht blijkt alleen al uit het feit dat de 70 onderzochte startups goed zijn voor minimaal 3350 directe voltijdsbanen en investeringen die minimaal tegen de twee miljard euro lopen.
In het onderzoek is gekeken naar factoren langs drie dimensies en het fundament dat regio Brainport Eindhoven biedt in elk van de levenfasen van startups en scale-ups.
Bedrijfsdimensie
Uit oogpunt van groei hechten betrokken startups het grootste belang aan de opbouw van het team, de technische ontwikkeling van het product en het vinden van de juiste financiering. Dat zijn volgens de ondervraagden ook precies de factoren waarbij de regio Brainport Eindhoven hen ondersteuning biedt.
Clusterdimensie
Bepalend voor de groei van startups is vooral dat het cluster open staat voor onderlinge samenwerking, dat er aantrekkelijke werklocaties zijn en dat het ecosysteem bijdraagt aan de oplossing van de grote maatschappelijke vraagstukken. Vooral bij de eerste twee wordt het cluster ook daadwerkelijk gezien als een hulpmiddel om tot groei te komen.
Agglomeratiedimensie
Op het niveau van de omgeving (de ‘agglomeratie’) is volgens startups voldoende toegang tot talent en (toepasbare) kennis bepalend. Op beide aspecten scoort de Brainportregio hoog, hetgeen ook geldt voor de organisatie van een systeem van regionale samenwerking.
Levensfasen
Het belang van en de tevredenheid met deze factoren verandert per levensfase van een startup. Over de volle breedte stellen we vast dat de tevredenheid met de Brainportregio hoog is, maar licht afneemt naarmate het bedrijf zich verder ontwikkelt. In de ideefase is dat enthousiasme hoog tot zeer hoog, in de startupfase neemt het iets af om in de scaleupfase uit te komen op een score die het midden houdt tussen hoog en laag.
Ideefase
In de ideefase van de startup zijn de sterke en toegankelijke communities binnen Brainport het belangrijkste onderscheidende element van de regio, op de voet gevolgd door de sterke contacten tussen kennisinstellingen en ondernemers en de aanwezigheid van jong talent voor de vorming van het team. In deze fase zijn er ook wensen voor verbetering. Die liggen volgens de ondervraagde startups voor Brainport onder meer in de (te) ingewikkelde fundingprocessen en in huisvesting. Daarnaast hebben de jongere teams nog te vaak moeite om binnen te dringen bij de grote corporates van de regio, zowel als klant als in de vorm van inhoudelijke hulp. Het zo geroemde samenwerkingsmodel van Brainport (‘triple helix’) is voor de jongere generatie nog geen vanzelfsprekendheid. Alle leeftijdsgroepen zien in deze fase grote kansen voor de regio als in de communicatie de nadruk zou kunnen verschuiven van de grote corporates naar de aanwezige startups.
Startupfase
In de startupfase blijft de aanwezigheid van talent zichtbaar als een regionaal voordeel. Maar nog belangrijker in deze fase zijn volgens de startups de rijke infrastructuur voor specifieke steun (incubators, accelorators, loketten als The Gate en Brainport Development maar ook de infrastructuur van de grote campussen) en het kennisintensieve achterland: er is altijd wel een onderzoeksgroep met kennis van zaken. De verbeterwensen liggen in deze fase vooral rond het verkrijgen van financiële steun, niet alleen vanwege de ingewikkelde en tijdrovende processen die hiervoor nodig zijn maar ook vanwege het versnipperde speelveld. Een veel genoemde irritatie in deze fase is de toenemende activiteit van headhunters die proberen ‘jouw’ mensen bij je startup weg te lokken.
Scale-upfase
In de scale-upfase zijn de lokale mogelijkheden rond ondersteuning, investering en klantrelaties door de aanwezigheid grote techbedrijven het meest belangrijk. De fysieke randvoorwaarden zoals bedrijfsruimten zijn in deze fase eveneens nog een onderscheidend voordeel. Opvallend is dat de aanwezigheid van talent in deze fase minder als voordeel wordt gezien, vooral omdat de meeste scale-ups de hele wereld als hun werkterrein zien, zeker als het gaat om het aantrekken van personeel. Precies dat aspect levert direct ook een knelpunt op: voor vrijwel alle scale-ups vormen de gebrekkige huisvestingsmogelijkheden voor personeel dat niet uit de regio komt een concreet risico voor de groei van het bedrijf. Daarnaast dringen de ondervraagden aan op verdere diversificatie van het ecosysteem, zodat de afhankelijkheid van een handvol grote bedrijven afneemt.
Eind oktober verschijnt het rapport met alle details uit het onderzoek.