Kinderen uit Middelbeers maken vrienden aan de andere kant van de Alpen

Brainport Eindhoven logo
Geschreven door Brainport Eindhoven
OnderwijsInternationalisering Onderwijs

Flappie in het Engels

De Brainportregio krijgt een steeds internationaler karakter. Dat komt niet alleen door de vele kenniswerkers die hier een baan vinden. Ook arbeidsmigranten en statushouders vestigen zich in de regio. Deze internationale samenleving vertaalt zich ook naar het klaslokaal. Om leerlingen optimaal voor te bereiden op een internationale toekomst, is in Brainport een programma ontwikkeld dat is gericht op de internationalisering van het onderwijs. Een van de projecten die daaruit is voortgevloeid: the World Citizenship Academy (WCA). Op basisschool De Beerze in Middelbeers hebben ze er goede ervaringen mee.
Een interview met de twee leerkrachten van groep 8: Teun van Korven en Frank van Roessel

De school van Frank en Teun kon nog best een snufje internationalisering gebruiken, vinden de leerkrachten. Middelbeers ligt op een steenworp afstand van Eindhoven, aan de rand van de Brainportregio. ‘Ik heb het gevoel dat de meeste inwoners van dit dorp er nog niet zo mee bezig zijn dat deze omgeving steeds internationaler wordt’, zegt Frank. ‘Dat geldt ook hier op school. We hebben sinds kort twee kinderen van een expatgezin uit Zuid-Afrika en enkele vluchtelingengezinnen, maar dan houdt het ook wel op’, vertelt Teun.

Voorbereiden

Ze vinden het wel belangrijk om hun leerlingen voor te bereiden op een toekomst die steeds internationaler wordt. Daarom hebben ze zich aangemeld voor the World Citizenship Academy. Ze kwamen op het idee door een onderwijsnieuwsbrief van Brainport. Frank: ‘We hadden er geen verwachtingen bij, maar het pakte echt fantastisch uit.’
De Beerze werd gekoppeld aan een school in het buitenland. Want door kinderen al op jonge leeftijd in contact te brengen met leeftijdsgenoten die een andere taal spreken en een andere culturele achtergrond hebben, wordt hun blik verbreed.

Overal hetzelfde doel

Frank vertelt hoe dat in z’n werk ging: ‘We kregen contact met een bassischool in Cuneo, in Noordwest Italië. Teun een klas, ik een klas. WCA zorgde voor de koppeling, vervolgens was het aan ons om er invulling aan te geven.’ Dat was geen probleem, integendeel. ‘Het mooie is: waar ook ter wereld, overal hebben leraren hetzelfde doel, namelijk kinderen voorbereiden op de toekomst. Maar iedereen doet dat op z’n eigen manier. Dat is ook logisch. Andere landen hebben een ander klimaat, een andere cultuur, andere gewoonten. Mooi om dat onze leerlingen mee te geven.’

De heren trapten af met een Teams-overleg met hun Italiaanse collega’s aan het begin van dit schooljaar. Ze troffen drie heel enthousiaste leraressen. Samen bedachten ze hoe ze de samenwerking gingen aanpakken. 

‘De start was dat we klassikaal allerlei schriftelijke vragen stelden aan de kinderen aan de andere kant van de Alpen. Die vragen gingen over tradities en gewoontes, zoals Kerstmis. Het liedje Flappie van Youp van ’t Hek vertaalden wij naar het Engels, en plaatsten we ook in onze kerstkrant. Ook de Italiaanse kinderen gaven antwoorden, die we natuurlijk klassikaal bespraken. Wat later maakten we koppels van een Italiaans kind en een Nederlands kind, die brieven schreven aan elkaar. Toen kwam Italië wel heel dichtbij!’ 

Teun

Praten over Kerstmis

Daarna kozen de vijf leerkrachten steeds een thema waar de kinderen met elkaar over konden praten, bijvoorbeeld hobby’s, eten en drinken, herkomst en geschiedenis van het volkslied of afvalverwerking. Teun: ‘De opdrachtkaarten die we hadden gemaakt waren natuurlijk in het Engels en waren voor zowel de Nederlandse als Italiaanse kinderen bedoeld. Het was prachtig om te zien hoeveel de kinderen daarvan leren in één jaar tijd. Daar kunnen onze lessen Engels niet tegenop.’

De kinderen uit Cuneo en Middelbeers hebben het ook over hoe een schooldag er bij hen uitziet. ‘De antwoorden verwerkten we in een presentatie of infographic. Wij als leraren gingen daarna in onze eigen klas het gesprek aan over de verschillen die we tegenkwamen. Bijvoorbeeld: onze kinderen waren verbaasd over hoe een schooldag er daar uitziet. Ze beginnen daar heel vroeg, houden twee uur pauze en gaan dan tot laat door. Als je dan uitlegt dat dat samenhangt met de hitte overdag en dat Italianen een siësta houden, dan kijken ze er heel anders naar’, legt Frank uit.

In het echt

Na al dat schrijven was het voor de leraren ook tijd voor een heus Italiaans bezoek. ‘Ons bezoek in maart 2023 werd mede mogelijk gemaakt door WCA. Het was geweldig om de kinderen en onze collega’s daar in het echt te zien’, geniet Teun nog na. De komende tijd gaan de twee scholen hun onderlinge samenwerking verder uitbreiden, want het project smaakt naar meer. ‘Kinderen groeien hier op in een beschermde omgeving. Het is een klein dorp. Maar we moeten ze wel voorbereiden op die grote, boze buitenwereld, die steeds internationaler wordt. En zo eng is ‘ie niet. Sterker nog: hij biedt veel kansen. Dat wilden we ze meegeven. En dat is goed gelukt!’

Teun en Frank raden andere scholen aan om zich ook aan te melden bij WCA.

‘Kinderen leren hier zo ontzettend veel van, en het is heel leuk om te doen!’

Leestips

Alle nieuws
Meer over Internationalisering Onderwijs