Sluiten Close icon
Sluiten Close icon

Leren & Werken

Of je hier nu leert, studeert of werkt; Brainport biedt eindeloos veel kansen om te groeien. Jouw succes wordt hierin bepaald door de manier waarop je jouw uitdagingen overwint. Voor ondersteuning kun je hiervoor op verschillende plekken binnen Brainport terecht. Om je kennis te verbreden, nieuwe inzichten op te doen of om gewoon een antwoord op je vraag te krijgen.

Sluiten Close icon
Sluiten Close

Ontdek Brainport

Ondernemen & Innoveren

Leren & Werken

Partnership Brainport Eindhoven & PSV

Sluiten Close

‘Ik wil dat mijn kinderen écht goed integreren’


In 2011 verhuisde Annabelle Tabi van Kameroen naar Nederland, om hier Supply Chain Management (SCM) te studeren. Inmiddels is Nederland haar thuis én het land waar ze haar kinderen laat opgroeien. Hoewel ze blij is met die keuze, liep ze ook tegen de nodige obstakels aan. ‘In Afrika is het onderwijs écht heel anders.’
 


Je woont nu vijftien jaar in Nederland. Hoe zou je ons land omschrijven?

‘Nederland is een gestructureerd, schoon én veilig land, met gelijke kansen voor iedereen. Of je nu een man of een vrouw bent. Toen ik nog studeerde, fantaseerde ik over een gezinsleven. Al vrij snel wist ik: als ik kinderen zou krijgen, dan wilde ik ze in dit land op de wereld zetten. Zo dacht mijn Kameroense man er ook over. We vormen nu een gezin met een zoontje van 3 jaar en een meisje van 6 jaar en wonen in de Brainportregio.’

Nederland is een gestructureerd, schoon én veilig land, met gelijke kansen voor iedereen.


Wat is jullie voertaal thuis?

‘Thuis spreken wij Engels. De Nederlandse taal leren is voor mij en mijn man echt heel lastig. Daardoor maak ik me weleens zorgen over hoe ik later mijn kinderen kan helpen met huiswerk. Ik denk dan: gaat dat mij lukken? En wie kan ik om hulp vragen als het mij niet lukt? Tegelijkertijd vind ik het heel belangrijk dat mijn kinderen op het kinderdagverblijf en op school Nederlands (leren) praten. Ik wil namelijk dat ze écht goed integreren en dat ze zich geen vreemde eend in de bijt voelen.’

Ben je soms bang dat ze zich zo (gaan) voelen?

‘Jazeker. Soms hoor ik pas achteraf dat er een leuke activiteit in de omgeving was, waar klasgenoten van mijn kinderen dan naartoe zijn geweest. Mijn zoon en dochter kunnen er niet over mee praten, wat ik jammer vind. Misschien kan de school hier een rol in vervullen, door ons hierover te informeren? Als internationale ouder hebben we sowieso wat meer informatie nodig dan een Nederlandse ouder. Sommige zaken zijn heel normaal voor mensen die hier geboren zijn, maar niet voor mij. Ik weet bijvoorbeeld niet precies wat het kerstdiner inhoudt en wat er van mij verwacht wordt. Hetzelfde geldt voor een open podium. Kortom: wat is gebruikelijk in de Nederlandse cultuur? Vertel het ons.’  

Wat zijn grote cultuurverschillen volgens jou?

‘In Afrika bestaat er geen buitenschoolse opvang en gaan kinderen pas later naar school, als ze 6 jaar oud zijn. Maar dan krijgen ze wel meteen les uit een boek. Kinderen beginnen hier op een speelse manier met leren. In mijn geboorteland zijn onderwijsprofessionals wat strenger, er wordt verwacht dat leerlingen stilzitten en opletten. Niets is goed of fout, het is alleen belangrijk dat we ons bewust zijn van de verschillen. Op die manier begrijpen we elkaar beter en respecteren we elkaar meer.’

Wat gaat er goed in de begeleiding van internationale kinderen?

‘Mijn dochter zit in een NT2-klas en is eerder uit dan kinderen in een reguliere klas. De opvang liet me weten dat ik haar dan gewoon eerder mag brengen. Ook ben ik dankbaar voor de kleine groepen op de bso en op school. Daardoor is er veel aandacht is voor internationale kinderen. Ze leren de taal echt als een speer.’

Waar loop je als internationale ouder tegenaan?

‘Contact leggen met ouders van vriendjes en vriendinnetjes van de school vind ik een uitdaging. Ik wil heel graag dat mijn kinderen ook afspreken met Nederlandse kinderen. Maar wat is hier gebruikelijk? Dat geldt ook voor: hoe kies ik een basisschool? En hoe meld ik mijn kind aan? Wij zijn destijds gewoon een school binnengelopen, maar niet iedereen durft dat. Ik hoop daarom dat daar meer aandacht voor is in de toekomst.’