03 oktober 2024
Verkeersstromen sturen via ‘digitale stadspoort’
- Mobiliteit
- DITM
- Innovatie
De eerste moedermelk van een koe - colostrum - bevat veel eiwitten, heel veel eiwitten. “Kijk maar wat het doet alseen kalf net geboren is”, zegt Erwin van de Pasch, eigenaar van familiebedrijf BioNatIn in Son en Breugel gelegen in de Brainportregio, “Dan ligt het als een mager scharminkel in het stro achter de koe. Zo gauw het kalf die melk een of twee dagen heeft gehad, is het net alsof hij explodeert. Hij krijgt spieren en wordt sterker. Dat is de werking van colostrum.”
In zo’n twee jaar tijd groeide BioNatIn uit van helemaal niets naar zo’n 40 klanten wereldwijd, onder meer in Duitsland, Italië en Spanje maar ook in Zuid-Korea, China, Thailand en Taiwan. “Het is een kleine markt, maar met mogelijkheden voor veel verschillende sectoren.” Zo heeft het bedrijf klanten in babyvoeding, schoonheidsproducten en voedingssupplementen.
Van de Pasch laat een tube tandpasta zien: “Als je de ingrediënten bestudeert, zie je het staan: ‘colostrum’.” Het zit ook in eiwitshakes voor sporters en in poeders die patiënten krijgen toegediend om te herstellen van een operatie. In de volksmond wordt het ook wel biest genoemd, zegt Van de Pasch. “Het is een natuurlijk groeihormoon. Het wordt daarom ook afgeraden door het IOC als verboden middel omdat het wel degelijk iets met het lichaam doet: spieren versterken.”
Zo bevat het een hoog gehalte aan immunoglobuline G (IgG), een antistof, en lactoferrine, een ontstekingsremmend eiwit. “Lactoferrine doodt bacteriën. Stop je het in een zalfje en smeer je het op een oppervlakkige huidontsteking, dan kun je die ontsteking verhelpen zonder antibiotica.” Ook biedt het middel soelaas voor mensen met de ziekte van Crohn. Van de Pasch werkt momenteel samen met twee universiteiten om te onderzoeken wat het kan betekenen voor mensen met Alzheimer. “Het heeft gewoon veel potentie. Wij willen zien hoe ver we kunnen komen bijvoorbeeld als alternatief voor antibiotica.”
Een koe produceert na de geboorte van een kalf zo’n 4 tot 8 liter colostrum. Van de Pasch: “Na de tweede dag is het geen biest meer. Dan zijn alle gehaltes bijna teruggebracht naar normale proporties.” Van die eerste melk drinkt een kalf zo’n 2 tot 3 liter, wat overblijft is interessant voor Van de Pasch.
Hij begon zo’n 12 jaar geleden met het verzamelen van colostrum. Tot die tijd werkte de ondernemer bij de Research en Development afdeling van Unilever. Die afdeling verzelfstandigde en hij bleef er de inkoop en verkoop doen van nieuwe voedingsmiddelen. Een ander Europees bedrijf produceerde de biest en toen dat bedrijf in andere handen overging, maakte Van de Pasch de stap om het zelf te gaan produceren. In 2018 startte hij, samen met zijn zoons Koen en Bart, BioNatIn, vanuit een leeg pand op het industrieterrein Ekkersrijt in Son en Breugel.
Colostrum produceren is een moeizaam proces, weet Van de Pasch. “De eiwitten zijn erg gevoelig voor hitte. Alles boven een bepaalde temperatuur maakt de eiwitten onbruikbaar voor waar het in hoofdzaak voor bedoeld is. We hebben twee jaar zitten studeren op hoe we colostrum zo goed mogelijk kunnen verwerken.”
Naast BioNatIn zijn er wereldwijd zo’n 6 of 7 bedrijven die het melkproduct verwerken. Wat BioNatIn anders doet dan zijn concurrenten? “Wij houden het zo koud mogelijk.” Het is verplicht om melk 12 seconden bij 75 graden te pasteuriseren. “Bij die temperatuur gaan de gevoelige eiwitten in colostrum kapot. Ze hebben geen functie meer.” Ook bedacht Van de Pasch een alternatief voor de ‘spray toren’ die de concurrenten gebruiken. Dat is een toren waarbij vloeistof in hete lucht wordt gesproeid om te drogen.
“Dat gebeurt allemaal nog bij hoge temperaturen. Volgens ons vermindert daardoor de kwaliteit van colostrum.” Daarom maakt Van de Pasch gebruik van vriesdroging. De colostrum gaat als een vloeistof in een vierkante plaat van twee centimeter hoog. Met een paar honderd liter tegelijk gaat het de machine in. Die machine vriest het aan, waarna het product diep vacuüm wordt getrokken. Daardoor gaat het rechtstreeks van een bevroren substantie naar poeder, legt Van de Pasch uit.
De meeste machines bestonden nog niet. “We moesten die laten maken.” Daarvoor kreeg het bedrijf hulp en de eerste financiering van Brightmove, dat gelieerd is aan Brainport Development, onder meer om een businessplan op te stellen. “Met die ondersteuning kwamen we ook in contact met de juiste persoon bij de Rabobank en de Lage Landen voor de financiering van onze machines.” Ook ontving BioNatIn een subsidie van de RVO. En voor vragen zijn er korte lijntjes via Brainport Development met de TU Eindhoven, of andere bedrijven. “We hebben ooit een probleem gehad met een machine. Toen verwees Frank (Van de Ven, TU Eindhoven, red.) ons door naar VDL. En voor een ander probleem weer naar Demcon. Echt een netwerkfunctie.”
Zo’n 450 boeren zijn leverancier voor BioNatIn. Zij vriezen het restant van de biest in, een gespecialiseerd bedrijf dat met BioNatIn werkt, haalt het op. “We zijn op zoek naar steeds meer boeren.” Het bedrijf verruimde de productiecapaciteit het afgelopen jaar met de helft. “We hebben alleen meer biest nodig om te produceren.” Momenteel verwerkt het bedrijf zo’n 20 ton per jaar.
Het meest trots is Van de Pasch erop dat hij samen met zijn twee zoons en een man personeel, in twee jaar tijd van helemaal niets - “want het was hier toen alleen nog maar een betonnen vloer” - naar zo’n 40 klanten wereldwijd is gegaan. Waarvan 20 procent in Europa en de rest in onder andere Australië, Nieuw Zeeland, China en Zuid-Korea.
“Ons productieproces is eigenlijk een gepatenteerd verhaal. De aanvraag ervan loopt nog. Maar wij zijn op het punt beland dat we de aanvraag niet doorzetten. We vertellen het gewoon aan niemand. Een patent kost veel geld ook om het in stand te houden. Dat geld kunnen we beter gebruiken om nieuwe toepassingen te ontwikkelen. Zolang we nog een familiebedrijf zijn blijft het tussen ons. Dan blijft het net als het recept voor Coca Cola ‘een goed bewaard geheim’.”
Bron: Innovation Origins