VDL wil laten zien dat een waterstoftruck hetzelfde kan als een dieseltruck

Geschreven door Logistiek.nl
MobiliteitWaterstoftransitie

Het Nederlandse VDL Special Vehicles, onderdeel van industrieconcern VDL Groep, bouwt waterstoftrucks voor - en met - Toyota Motor Europe om kennis op te doen met waterstof. "Ons doel is niet om een vrachtwagenfabrikant worden, maar om kennis op te doen van wat er onder de motorkap zit", aldus Hans Bekkers, commercieel directeur VDL Special Vehicles. Vier logistiek dienstverleners gaan vanaf eind 2023 voor een periode van vijf jaar met prototypes van de truck rijden tussen vestigingen van Toyota in Europa.

Vijf splinternieuwe gliders van DAF, zonder motor en zonder versnellingsbak, worden in de productiefaciliteit in Eindhoven met behulp van brandstofceltechnologie van Toyota Motor Europe (TME) opgebouwd tot volwaardige waterstoftrucks. Het Nederlandse bedrijf en TME hebben de handen ineen geslagen met als doel de decarbonisatie van het wegvervoer te versnellen.

Dat is volgens de Europese tak van de Japanse automaker een belangrijke factor bij het behalen van haar doelstelling om in 2040 volledig CO2-neutraal zijn en de logistieke tak vormt daar een belangrijk onderdeel van.
 

Eerder Europees waterstofproject

VDL Special Vehicles heeft al langere tijd contact met Toyota, omdat ze allebei behoefte hebben om de waterstofeconomie een boost te geven, licht Hans Bekkers, commercieel directeur VDL Special Vehicles, toe. Het Nederlandse bedrijf heeft voor Europees subsidieproject H2Haul twee waterstoftrucks gebouwd met vergelijkbare specificaties als die ze nu voor Toyota bouwen.

“Die vrachtwagens waren Toyota opgevallen en zodoende zijn ze met de vraag bij ons gekomen of wij interesse hadden om een truck met een Toyota fuelcell te bouwen. En dat zijn we gaan doen.” Het project zit op dit moment in de eerste fase: productie. De voortgang gaat volgens plan, aldus Bekkers.

Straal van 200 kilometer

Één van de grote problemen waar je tegenaan loopt als je met waterstof de weg op wilt, is volgens Bekkers dat er heel weinig reparatie- en onderhoudspunten zijn die een dergelijke techniek beheersen. De partners hebben daarom afgesproken bij het project te kiezen voor een beperkt aantal vrachtwagens in een beperkt geografisch gebied. “Wij leveren namelijk zelf een stuk van de ondersteuning op aftersalesgebied. Daarom wilden we het gebied geografisch inperken. Het in bedrijf houden van de vrachtwagen is een uitdaging op zich. We hebben daarom een straal getrokken van 200 kilometer rond Eindhoven.”

De trucks worden in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk ingezet. Ze rijden routes van en naar de haven van Rotterdam, de haven van Zeebrugge, de Toyota-fabriek in Valenciennes in het noorden van Frankrijk, het onderdelendistributiecentrum in Diest en het onderdelendistributiecentrum in de buurt van Keulen, Duitsland. “Er is gekozen voor deze routes om ervoor te zorgen dat als een technisch probleem zich voordoet, we ook snel kunnen handelen.”

"Het in bedrijf houden van de vrachtwagen is een uitdaging op zich”


Vier logistieke partners

Bij benaderen van logistieke partners voor het project heeft Toyota volgens Bekkers bewust gezocht in haar eigen logistieke systeem. Het bedrijf heeft meerdere productielocaties, onderdeeldistributiecentra en specifieke havens waar materiaal aankomt. Daartussen zijn dagelijks vele trucks onderweg met vele vervoerders. Vier van deze vervoerders zijn voor dit project benaderd. Logistiek dienstverleners Ceva LogisticsVos Transport GroupYusen Logistics en Groupe CAT, partners van TME, maken onderdeel uit van de praktijktest van de truck en hebben de truck aangeschaft. Er wordt ook nog een vijfde gebouwd die Toyota zelf gaat inzetten, voor demonstratie en showdoeleinden.

De vier trucks worden exclusief voor het transport van Toyota ingezet. Bekkers: “Met dit project willen we aan de buitenwereld demonstreren dat de technologie van waterstof, en de waterstoftruck zelf, in een zelfde soort omgeving kan worden ingezet als een diesel truck. Die stap proberen we samen te zetten.” Bekkers gelooft in een emissievrije toekomst voor middelzwaar en zwaar on- en offroadmaterieel.


Wat is voor jullie zelf het doel van de deelname aan het project?
Bekkers: “Bij VDL Special Vehicles focussen we ons op het ontwikkelen en inbouwen van alternatieve aandrijflijnen voor allerlei voertuigen. We werken daarin samen met de fabrikant van deze voertuigen als een soort contractmanufacturer. Voor ons is het primaire doel van het project om meer kennis en ervaring op te doen met waterstoftechnologie, die wij vervolgens ook op andere gebieden kunnen inzetten. Wij richten ons bijvoorbeeld ook op bouwmachines, luchthavenequipment en landbouwmechanisatie. Dat zijn allemaal disciplines waar nu, of op termijn, waterstof in de picture kan komen. Ons doel is dus niet zozeer om een vrachtwagenfabrikant worden, maar meer om de kennis van wat onder de motorkap zit te verwerven.”
 

Waterstof is dus echt iets waar jullie in geloven?
“Waar wij als VDL echt in geloven is dat de toekomst zero emissie is. De weg daarnaartoe kan op verschillende manieren bereikt worden. Wij hebben ook veel elektrische producten. Ik heb niet het idee dat het of het één of het ander gaat worden, maar een mix. En waterstof is een van de serieuze kanshebbers. Daarom willen wij de techniek beter begrijpen. En beter begrijpen waar we invloed kunnen hebben om de TCO naar een niveau te krijgen dat hij echt competitief kan zijn met, in eerste instantie, elektrisch rijden en later ook met de huidige dieseltrucks. We willen aantonen dat waterstoftrucks tegenwoordig van een bepaald niveau zijn, waardoor ze in het dagelijkse werk ingezet kunnen worden.
 

"Technologieën bij voorbaat afschieten is niet de methode.”


Ik vind het wel een interessante discussie. De meeste mensen die kritisch zijn op waterstof, zijn kritisch vanwege de kosten en vanwege de efficiency van een truck. Dat is ook terecht, want uiteindelijk gaat het er niet alleen om dat we zero emissie rijden, maar dat we dat ook doen op een economisch verantwoorde manier. Maar technologieën bij voorbaat afschieten is denk ik niet de methode. We moeten ervaring op doen om te begrijpen waar we de techniek kunnen verbeteren. Daarvoor moeten wij in het veld zijn en ervaring op doen. En dat is wat we nu doen. Je hebt dit soort projecten gewoon nodig om de volgende stap te kunnen zetten.”


Rijden de vier deelnemende bedrijven ieder een andere route?
“Alle vier partijen hebben hun eigen werkzaamheden. Het zijn vier individuele routes, die soms wel op dezelfde punten uitkomen. Zo rijden wel alle trucks naar het onderdelendistributiecentrum in Diest, vlakbij Brussel, bijvoorbeeld. En daar rijden ze ook allemaal vandaan, maar wel allemaal in verschillende richtingen.”


Waarom is daarvoor gekozen? Verschillen de routes erg?
“Nee. Het is vooral om de vier verschillende inzetten van vier verschillende bedrijven met elkaar te kunnen vergelijken. Maar het zijn niet verschillende inzetten in de vorm van geografische uitdagingen, bergen of iets dergelijks. We willen het in dat afgesloten geografische gebied houden, zodat we dat gecontroleerd kunnen doen. Binnen het gebied hebben we gekozen voor meerdere routes, zodat niet alle trucks dezelfde route gaan rijden en je daardoor erg vergelijkbare resultaten krijgt. Maar qua geografie en uitdagingen op de route zitten ze bij elkaar in de buurt.

Is er bewust voor deze vier bedrijven gekozen?
“We hebben gekeken naar welke partners van Toyota interesse zouden kunnen hebben om iets met een waterstoftruck te doen. Daar zijn deze bedrijven uitgekomen. We zoeken altijd naar een coalition of the willing. Welke partners zijn bereid om bij te dragen? Op basis daarvan heeft de logistieke afdeling van Toyota Motor Europe de selectie gemaakt. Dit soort bedrijven zijn zich ook erg bewust van het feit dat er iets moet gebeuren en dus ze hebben ze zelf ook een motivator om in dit project in te stappen en ervaring op te doen.”

Wat zijn de uitdagingen waar jullie nu tegen aan lopen?
“Dat zijn er verschillende. De kostprijs van de onderdelen van een waterstoftruck zijn momenteel nog vele malen hoger in vergelijking met een dieseltruck. Zeker wanneer gebruikers op gelijke kosten uit wil komen of het liefst nog minder. Dat is op dit moment gewoon erg lastig. Een andere uitdaging die we hebben is hoe we aan de waterstof komen. De routes die gekozen zijn, zijn ook gekozen op basis van de beschikbaarheid van waterstoftankstations. Momenteel is de waterstofprijs erg hoog. Deze is omhoog gegaan door de oorlog met Oekraïne, net als de energieprijzen. Maar we zien op dit moment helaas niet dat het dalende effect wat in de energieprijzen te zien is, ook terug komt in de waterstofprijs. Waterstof blijft relatief duur en ook dat werkt niet mee in het bereiken van een gunstige TCO.

"Als je gaat innoveren dan loop je tegen de grenzen van het mogelijke aan”

En de laatste uitdaging is, naast het bouwen van een truck, het ervoor zorgen dat de truck inzetbaar blijft. Er is heel weinig beschikbaar op het gebied van reparatie en onderhoud van waterstof. Ook omdat wet- en regelgeving op dit gebied nog maar beperkt aanwezig is. Maar dat is aan de andere kant ook een onderdeel van het project. Als je gaat innoveren dan loop je tegen de grenzen van het mogelijke aan. Met vallen en opstaan komen we verder met elkaar.”
 

Hoe kijk je naar de naar de toekomst van het project?
“Voor ons is het belangrijk om ervaring op te doen. De voornaamste lessen zitten voor ons echt in het engineeren en het bouwen van de trucks. Die ervaring hebben wij voor het einde van het jaar onder de knie. Daarna wordt het heel interessant om te zien hoe de trucks zich houden. Wat is de betrouwbaarheid, en tegen welke zaken lopen we nog aan? We praten over een product dat relatief vroeg in zijn levensduur staat, dus we gaan kinderziektes tegenkomen en daar moeten we gewoon goed mee omgaan. Zorgen dat we begrijpen waar ze vandaan komen, ze adresseren en oplossen. Dat is voor ons het spannende stuk: de inzet.”

"Als je ervaring op doet ben je altijd succesvol”


Hoe kansrijk schat je dit project in?
“Ik denk dat kansrijk het verkeerde woord is. De verkeerde KPI om het zo te zeggen. We hebben een aantal partijen bij elkaar gebracht die geloven in de toekomst van waterstof. Om gezamenlijk ervaring op te doen en er lering uit te trekken. Als je het succes wilt meten van een project, dan vind ik dat we, op het moment dat we ervaring op doen, we altijd succesvol zijn. Welke ervaringen dat ook zijn. We worden er allemaal slimmer van. De doelstelling is de trucks echt volwaardig in te zetten en ze te zien rijden. En daarmee is het project per definitie, in mijn ogen, succesvol. Je wilt natuurlijk logischerwijs ook vervolgstappen gaan zetten als het lukt, een bredere uitrol bijvoorbeeld, en dan het is het wel fijn als het project positief wordt afgesloten, maar daar gaan we wel vanuit, want anders dan moet je niet aan het project beginnen.”

Leestips

Alle nieuws