20 november 2024
Brainport onderwijsinstellingen leiden vanaf 2025 jaarlijks honderden extra technici op
- Onderwijs
- Ondernemen
- Strategie & Organisatie
- Innovatie
- Arbeidsmarkt
Het Rathenau-instituut laat zien dat het Nationaal Groeifonds de nationale R&D vooruit helpt, maar ook dat het nog lang niet genoeg is.
Meer geld, een betere orkestratie van de subsidieprocessen en een slimmere samenwerking tussen publiek en privaat, maar ook tussen Rijk en regio: alleen op die manier kan Nederland ook in de toekomst een rol van betekenis blijven spelen op het gebied van maatschappelijk noodzakelijke innovaties. Recente onderzoeken van het Rathenau-instituut en de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie geven aan dat Nederland weliswaar al veel doet op dit terrein, maar ook dat het nog niet genoeg is. In een gezamenlijk manifest roepen de vier grote innovatieclusters (Brainport Eindhoven, Twente, Wageningen en Zuid-Holland) het nieuwe kabinet op om hier werk van te maken.
Volgens onderzoekers van het Rathenau Instituut zorgt het Nationaal Groeifonds voor een forse stijging van de rijksoverheidsuitgaven voor Research & Development en innovatie. Achterliggende gedachte bij investeringen in R&D is dat deze vitaal zijn voor onze kennissamenleving en dat ze de economische groei stimuleren. Innovatieve oplossingen zorgen immers voor transities in gezondheid, mobiliteit, voedselvoorziening en energie waarmee Nederland zijn kennispositie en productiekracht blijvend kan verstevigen.
Nederland heeft in Europees verband afgesproken om in 2020 2,5% van het bbp te besteden aan R&D. Overheid, bedrijfsleven en overige financiers investeren nu zo’n 2,16% van het bbp aan R&D. Daarmee liggen de totale Nederlandse R&D-uitgaven onder het gemiddelde van de OESO-landen, en net boven het gemiddelde van de EU. Hoewel de extra middelen uit het groeifonds goed zijn, wordt zonder extra investering de gestelde ambitie van het kabinet niet gehaald, zo stelt het Rathenau Instituut vast. “Om in 2021 op 2,5% uit te komen is €4,1 miljard nodig bovenop de €16,6 miljard die in 2018 is uitgegeven”, zo staat in het rapport.
Naast financiering is er ook een slimmere orkestratie nodig om Nederland zijn positie te behouden en te versterken, zegt ook prof. Marcel Bogers, hoogleraar Open & Collaborative Innovation. “Extra investeringen zetten weinig zoden aan de dijk wanneer het niet ten goede komen aan bestaande innovatiesystemen waarin kennisinstellingen, multinationals, mkb, startups en overheden nauw samenwerken in goed aangesloten ecosystemen rond technologieën en maatschappelijke uitdagingen.”
Hechte samenhang en samenwerking, met een gezonde concurrentie zijn daarbij cruciaal. Bogers: “Innovatieve ecosystemen vormen dankzij hun kennispositie en exportpotentieel over de hele wereld een belangrijke pijler in iedere innovatiestrategie. Laat ons land nou net enkele van ‘s werelds beste innovatieclusters in huis hebben.”
De ecosystemen rond de universiteiten van Rotterdam, Delft, Eindhoven, Leiden, Twente en Wageningen vormen de kern van dat potentieel. “Publieke en private spelers werken hier samen aan zaken als de toekomst van de landbouw, quantumcomputers, de mobiliteit van morgen, electrolysers en slimme batterijen voor de energietransitie, vaccins en medische apparatuur. De sterke posities van deze ecosystemen op technologische kennis hebben Nederland een sterke positie op wereldniveau opgeleverd. Samen met de andere innovatieclusters in het land bouwen ze niet alleen aan de oplossingen voor onze grote maatschappelijke uitdagingen, maar ook aan onze economie. Innovatie-ecosystemen zijn hiermee de kraamkamers van ons missiegedreven innovatiebeleid.”
De vier grote innovatieclusters (Brainport Eindhoven, Twente, Wageningen en Zuid-Holland) stellen in een manifest vast dat gerichte investeringen nodig zijn die ons innovatieve fundament versterken om zo de weg van economisch herstel in te kunnen slaan. Bogers overhandigde het manifest vorige maand samen met Jaap Beernink, CEO van Novel-T en de Holding van Universiteit Twente aan de SER. Beernink: “Het komt aan op de juiste keuzes om de kracht van deze innovatie-ecosystemen volledig tot haar recht te laten komen. Nederland kan niet mee met de miljardenbudgetten van andere landen dus moet het zich op een andere manier positioneren. Door te kiezen voor technologieën waar we goed in zijn en goed in willen zijn.”
Er is al volop aandacht vanuit de Rijksoverheid voor de vitale rol van technologie voor onze samenleving en economie. Maar de geboden steun is versnipperd, onsamenhangend en incidenteel, aldus de innovatieclusters in hun verklaring. “Kennisinstellingen en bedrijven die al nauw samenwerken in ecosystemen moeten nog te vaak losse projectvoorstellen indienen waardoor ze gedwongen worden tot concurrenten. Bovenal is onderhoud en doorontwikkeling van ecosystemen niet opgenomen in landelijk innovatiebeleid en ontbreekt een samenhangend financieringsinstrument. Dat is extra voelbaar omdat veel van onze internationale concurrenten wél sneller kunnen schakelen en zo hun marktpositie kunnen verstevigen.”
De innovatieclusters roepen het aankomend kabinet op om innovatie-ecosystemen een vaste plek te geven in het Nederlandse innovatiebeleid en hier samen met de verschillende regio’s duurzaam in te investeren. Daarmee sluiten de clusters ook aan bij de recente bevindingen van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI).
“Vanzelfsprekend mag in dat verband van ons verwacht worden dat we onze steentjes bijdragen: succes is alleen mogelijk met commitment van zowel publieke als private partners, van Rijk en regio.”