11 oktober 2024
World Design Embassies
- Design
- Regio Deal Brainport Eindhoven
Binnen de muren van het Stedelijk College in Eindhoven bevindt zich een Eerste Opvang Anderstaligen (EOA). Het combineren van regulier onderwijs met EOA-klassen is volgens schoolopleider Maxime de Vries een uniek concept. Van de in totaal 800 leerlingen heeft zo’n 25 procent een internationale achtergrond. ‘In ons gebouw komen deze twee werelden letterlijk samen.’
De meeste (ouders van) de internationale leerlingen die leskrijgen op het Stedelijk College hebben als doel om in Nederland te blijven wonen. ‘Zij komen hier wonen omdat ze bijvoorbeeld gevlucht zijn of kind zijn van arbeidsmigranten.’ Gemiddeld starten er tussen de 150 à 200 leerlingen per schooljaar.’ Maar daar gaat wel een traject aan vooraf. ‘De intakegesprekken en de eerste acht à tien weken vinden plaats op een andere locatie. De leerlingen krijgen vakken zoals NT2, mens en maatschappij en bewegen en sport. Daar wordt ook het eerste onderwijsniveau bepaald.’
Leerlingen die de prognose praktijkonderwijs, vmbo-basis of kader-niveau hebben, worden verwelkomd op het Stedelijk College aan de Oude Bossche Baan. De eerste weken staan in het teken van de Nederlandse taal en cultuur. ‘Zo leren ze bijvoorbeeld de verkeersregels, maar ook dat we hier beschuit met muisjes eten als er een kindje wordt geboren. Hoe sneller een leerling iets oppikt, hoe uitdagender de stof wordt. Verschuivingen binnen deze klassen zijn dan ook heel normaal.’De klassen vragen volgens Maxime echt om maatwerk. ‘In principe spreken we Nederlands, maar als we merken dat een Syrische leerling heel goed Engels spreekt, dan geven we uitleg in het Engels. Die leerling kan dan weer een andere Syrische klasgenoot bijpraten, die nog moeite heeft met zowel Nederlands als Engels. Ga zelf maar eens zeven uur lang les volgen in een taal die je niet spreekt. Hoe vermoeiend en lastig is dat? We moeten niet te streng, maar juist flexibel zijn.’
Waar het volgens Maxime vooral om gaat is de mens achter de leerling. ‘Hier moet je soms door gedrag heen kijken en simpelweg zorgen voor een veilige omgeving. Voor sommigen is dit de eerste vertrouwde plek in lange tijd.’ Ze geeft een veelzeggend voorbeeld. ‘Onze directeur zag een leerling die stil naar beneden keek en zijn eigen bebloede hand vasthield. Hij stelde voor de wond schoon te maken, maar de leerling vond de wond niets voorstellen. ‘Dit is pas erg’, zei hij terwijl hij zijn broekspijp optrok en naar zijn been wees. Mijn collega zag een enorm litteken, veroorzaakt door scherven van een granaat. Op zo’n moment komen de verschillen in de wereld heel erg naar voren.’
Om die verschillende belevingswerelden aan elkaar te verbinden en te zorgen voor meer begrip, worden er veel projecten opgezet. ‘In alle leerjaren zoeken we de verbinding met de EOA-klassen. Zo worden er door vierdejaars leerlingen workshops over het verwisselen van autobanden gegeven aan EOA-leerlingen én knutselen of sporten leerlingen die dat willen met EOA-klassen.’ Welke project er voor haar het meest uit sprong? ‘Dat was toch wel het project waar leerlingen elkaar uitlegden wie ze zijn. Kwamen ze uit een zonnig land? Hield de ander ook zo van voetbal? Hoe ziet hun gezin eruit? De overeenkomsten verwerkten ze in een kunstwerk. Op die manier werden hun belevingswerelden – op een supercreatieve – manier samengevoegd.’ Daarnaast wordt ook het contact met ouders opgezocht. ‘Zo organiseren we voor ouders van de leerlingen van onze EOA-afdeling en ouders van vmbo-leerjaar 1 en 2 een moment waar samen gegeten wordt. Ook de zing-mee-avond voor ouders waarin we samen op school zingen en elkaar ontmoeten is populair.’
Deze projecten zijn volgens Maxime niet alleen helpend om internationale leerlingen te laten integreren. Ook Nederlandse jongeren hebben hier baat bij. ‘Een mentor-leerling van mij deed hieraan mee omdat ze zelf weinig sociale contacten had. Hoe mooi is dat? We bereiden onze leerlingen hier op school voor op de maatschappij. Onze school is daar een afspiegeling van.’