20 november 2024
Brainport onderwijsinstellingen leiden vanaf 2025 jaarlijks honderden extra technici op
- Onderwijs
- Ondernemen
- Strategie & Organisatie
- Innovatie
- Arbeidsmarkt
Studententeam RED van de Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelt software waarmee niet-energie-experts inzicht krijgen in het energieverbruik. Het eerste product is een interactieve 3D maquette.
Wel of geen zonnepanelen? Allemaal een elektrische auto? Windenergie? Wat kies je om een universiteitscampus, bedrijventerrein of woonwijk te verduurzamen. Wat zijn de effecten van de een toepassing op het totaal? “Ook al ben je geen energie-expert, iedereen zou moeten kunnen meepraten en beslissen over hoe je een gebouw, een heel terrein of hele wijk klaarmaakt voor de energietransitie”, zegt Niels Adaloudis, derdejaars-student Industrial Engineering en teamleider van studententeam RED.
Het team vindt zijn oorsprong aan de Honors Academy van de Technische Universiteit Eindhoven. Studenten die meer uitdaging zoeken in hun studie gaan aan de slag met een zelfgekozen project dat is gekoppeld aan een maatschappelijk probleem. Dat project kan uitgroeien tot een studententeam dat probeert het product in de markt te zetten, zoals team RED dat nu doet.
Team RED ontwikkelde voor de Technische Universiteit Eindhoven een interactieve 3D maquette van de universiteitscampus. Via een touchscreen kun je in die maquette zogenoemde tokens vastklinken aan een gebouw. Zo’n token stelt dan bijvoorbeeld een zonnepaneel voor. Zo wordt zichtbaar wat het effect is op het totale energieverbruik van het terrein. Deze toepassing werd deze maand opgeleverd en komt in de Go Green Room van Atlas, het meest duurzame onderwijsgebouw ter wereld, te staan. Op 19 maart is er een reveal-event.
Opdrachtgever Mark Cox: “Het is een soort gaming environment. Mensen die niet zo technisch zijn, kunnen door met dit systeem te spelen, toch snel zien wat gebeurt als je wijzigingen aanbrengt. Stel, je gooit de hele campus vol met zonnecellen, of met windmolens. Of in een keer komt 50 procent van het personeel met elektrische auto’s die geladen moeten worden, wat is daar de impact van? Wat is het effect op de stroomkabels die er liggen, ontstaat er geen instabiliteit?” Ook is een gebouw tegenwoordig bijna een levend organisme, zegt Adaloudis: “Een gebouw kan ook weer energie opwekken en het teruggeven. Het is geen eenrichtingsverkeer meer.” Met het reveal-event rondt Team RED de opdracht voor de TU/e af.
De volgende opdrachtgever staat al klaar: het bedrijventerrein Minervum in Breda. Daar gaat het team met studenten van Avans Hogeschool aan de slag. De hogeschool wilde de situatie op het bedrijventerrein ook verbeteren. Alleen bouwt het team voor Minervum niet weer een maquette. Van dat idee stapte het team af. “Als je steeds al die gebouwen na moet maken, dan kost dat veel te veel tijd. Die maquette is goed om te presenteren wat we willen doen, maar het is niet iets dat we iedereen in de toekomst zien gebruiken.”
En dat wil het team. Dat in een woonwijk mensen met elkaar kunnen beslissen hoe ze de energietransitie in hun woonomgeving gaan doen. Dus ging het team bij zichzelf te rade en sprak met de betrokkenen. Onder anderen met Cox, de opdrachtgever en coach van de studenten, maar ook met ‘smart cities’-experts, energiemaatschappijen en met de facilitaire dienst van Minervum.
“We kwamen erachter dat zij vooral transparante beslissingen willen kunnen maken. Het belangrijkste is om op een speelse manier te zien wat bijvoorbeeld laadpalen of zonnepanelen betekenen voor de omgeving. Dat maken we inzichtelijk met de software.” Om de effecten zichtbaar te maken kan een opdrachtgever kiezen voor iPads of een groot touchscreen.
Cox gaf de studenten een redelijk ingekaderde opdracht om een ‘demonstrator’ in de vorm van de interactieve maquette te bouwen. Bij Minervum is er niet zo’n concrete opdracht. Het team begint echt helemaal bij het begin, zegt Adaloudis. Ook is het grote verschil dat op Minervum diverse onafhankelijke bedrijven zijn gevestigd. Cox: “Op de campus werk je ‘achter de meter’. Daar is er maar één persoon die je de data levert.” Zo’n bedrijventerrein heeft verschillende ‘meters’. En dat geldt helemaal voor een woonwijk. “Dan gaat het om honderden mensen, die ook nog eens precies willen weten wat er met hun gegevens gebeurt. Dan krijg je een heel ander proces. Maar het is wel een volgende stap”, zegt Cox.
Minervum wil waarschijnlijk andere data zien dan de TU/e, gaat Adaloudis verder. Ging het de universiteit vooral om de visualisatie van de energiestromen, bij Minervum gaat het waarschijnlijk om het inzichtelijk maken van de kosten, zegt Adaloudis. “Waar kunnen ze energie besparen en wat zijn de meest efficiënte toepassingen? De TU/e heeft ook de verantwoordelijkheid om duurzaamheid in het algemeen te ondersteunen. Dat ligt bij zo’n bedrijventerrein anders.”
Samenwerken met studenten van de hogeschool ziet Adaloudis als een groot voordeel. “Wij zijn meer van de theorie en van het onderzoek doen. HBO-studenten hebben vaak een veel praktischere aanpak. We merkeen dat we elkaar daarmee versterken.” Het team bestaat nu uit zes studenten van de TU/e en een van de Avans Hogescholen.
Uiteindelijk wil Adaloudis met het product naar de markt. Daarvoor moet het makkelijk toepasbaar zijn in verschillende situaties. “In al die situaties moet je kijken naar het datamodel, want zonder data doet ons product niets. Dus we moeten we een model verzinnen dat mensen begrijpen. Ook hun privacy en de gegevens die ze aanleveren moet goed beschermd zijn.”
De software van team RED zet data over het energieverbruik om naar begrijpelijke informatie. Niet iedereen slaat die data op dezelfde wijze op, zegt Adaloudis. “De TU/e wil bijvoorbeeld het aantal verbruikte energie per uur of per dag opslaan. Maar een ander bedrijf zou het weer in een andere verhouding op kunnen slaan, in andere units uitgedrukt. Ons model moet daar uiteindelijk iets mee. We moeten ons model nu telkens aanpassen aan de specifieke manier van data verzamelen. Dat zou gestandaardiseerd moeten kunnen.”
Team RED heeft zijn werkplaats in TU/e innovation Space, de plaats waar studenten, studententeams, onderzoekers, bedrijfsleven en overheid werken aan de relevante uitdagingen van deze tijd. Adaloudis hoort om zich heen dat andere studententeams het “best zwaar hebben om studenten te recruiten”. “Aan de andere kant hoor ik dat studenten zich vervelen.” Voor Adaloudis is een studententeam juist nu goed om bij aan te sluiten. “Je bent bezig aan een groot doel en met andere studenten. Anders ben je toch maar de hele dag naar je scherm aan het staren om je lessen te volgen.”
Omdat de studenten voor hun product vooral software moeten schrijven, kunnen ze het product vanuit thuis ontwikkelen, aldus Adaloudis. Dat is een voordeel boven studententeams die werken aan een fysiek product. “Die kunnen nu niet naar het lab om aan hun product te sleutelen. Je ziet dat ze daardoor vertraging oplopen.” Toch ondervindt zijn team ook nadelen, voegt Adaloudis toe. Want je komt niet alleen naar innovation Space om aan je product te werken, je ontmoet er ook diverse andere mensen “die je ook weer nieuwe perspectieven geven”. “En je hebt anderen nodig. Je kan wel als team de wereld willen veroveren, maar je kan het niet alleen doen.”