€350.000 voor pilot TU/e om slijtage aan ruggenwervel te repareren met gel
NC BioMatrix B.V., een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), ontwikkelt een gel om slijtage aan de tussenwervelschijven in de onderrug te herstellen. Het Brabants Startup Fonds investeert €350.000 in deze risicoarme behandeling van rugpijn. Hier hebben alleen in Nederland al bijna een half miljoen mensen last van. Met het geld wil de spin-off de preklinische studie afronden. Dit leidt volgens CEO Bob Guilleaume waarschijnlijk begin volgend jaar tot een pilot met patiënten.
Slijtage aan de tussenwervelschijven is een natuurlijk verschijnsel. De schijf wordt dan steeds kleiner. Dat heeft invloed op de zenuwen, banden en bloedvaten in delen van de rug en kan uiteindelijk zorgen voor pijn. Patiënten krijgen nu eerst pijnmedicatie en een behandeling bij de fysiotherapeut. Als dat niet voldoende werkt, gaan patiënten onder het mes. De tussenwervelschijf wordt dan vervangen door een prothese of de ruggenwervels worden zelfs helemaal vastgezet.
Geen operatie meer
Deze behandeling is volgens Guilleaume, die al meer dan 35 jaar medische apparatuur voor de orthopedische sector ontwikkelt, erg conservatief. “De operatie brengt veel risico met zich mee en de revalidatie is een lang traject”, stelt hij. TU/e-professor Keita Ito ontwikkelde een paar jaar geleden een gel van biomateriaal waardoor de tussenwervelschijf weer in volume toeneemt. Dat kan volgens Guilleaume makkelijk worden geïnjecteerd in de rug. “Omdat de wervels door de grotere schijf weer op normale afstand van elkaar komen, neemt de pijn snel af”, legt de CEO uit.
“Maar dat is nog niet alles”, gaat hij verder. “Na een tijdje wordt de gel opgenomen in de tussenwervelschijf waardoor er weer lichaamseigen cellen voor terug komen.” Dat proces duurt ongeveer zes tot negen maanden. “Maar het slijtageproces kunnen we natuurlijk niet stil zetten. Het kan dus zo zijn dat de tussenwervelschijven op den duur weer kleiner worden en de klachten terugkomen.” Hij geeft aan dat ze nog niet veel onderzoek hebben gedaan naar de lange termijn gevolgen. “Zoals het er nu naar uitziet kunnen we de behandeling dan weer opnieuw toepassen.”
Daarnaast is de gel van biomateriaal niet alleen toe te passen in de rug. “Ook bij slijtage aan het kraakbeen in de knie kan dit een uitkomst zijn. Dat kunnen we misschien in de toekomst nog verder ontwikkelen”, zegt Guilleaume.
Eerste pilot
Op dit moment richt NC BioMatrix zich helemaal op het preklinische onderzoek om de gel in de toekomst te kunnen gebruiken in de rug. “Er moet veel getest worden voordat de gel echt gebruikt kan worden. Zo gaan we eerst biomedische testen uitvoeren met menselijke cellen. Daarna moeten we de veiligheid uitgebreid testen. Pas dan kunnen we certificaten aanvragen om het product op grote schaal te gebruiken.” Guilleaume hoopt dat de pilot met een tiental proefpersonen in de eerste helft van 2021 plaats kan vinden. Hij verwacht dat het nog ongeveer drie jaar gaat duren voordat het echt commercieel gebruikt kan worden, als alles volgens plan verloopt.
Vroege fase financiering
Voor het ontwikkelproces is veel geld nodig. In de fase van onderzoek draait het bedrijf nog geen omzet, maar er wordt wel geld uitgegeven, bijvoorbeeld aan materialen en manuren. “Die vroege financiering, dus wanneer het product nog niet helemaal klaar is, is heel lastig te vinden”, stelt Guilleaume. Dergelijke financiering komt vaak niet via private investeerders, zij vinden het in deze fase vaak nog te risicovol. Daarom zijn er verschillende initiatieven vanuit de overheid om deze jonge bedrijven te ondersteunen. Het Brabant Startup Fonds, waar NC BioMatrix financiering heeft opgehaald, is hier een van. Hierin speelt de provincie Noord-Brabant een grote rol.
Kennis de wereld in
Het is namelijk voor zowel de provincie, de universiteit als de maatschappij belangrijk dat onderzoek vanuit de universiteit doorontwikkeld wordt tot een product. Daarom ondersteunt de TU/e, via hun Innovation Lab, onderzoekers bij het opzetten van bijvoorbeeld een spin-off. Business Developers kijken mee naar het businessplan en helpen bij het samenstellen van een team. In sommige gevallen wordt ook een beroep gedaan op externe partijen zoals de Europese kapitaalverstrekker NLC om samen een bedrijf op te bouwen.
Zodoende is ook Bob Guilleaume ongeveer 1,5 jaar geleden bij NC BioMatrix aangesloten, via het netwerk van NLC. “Door zijn ervaring met het opzetten en runnen van een bedrijf is hij een goede aanvulling op de onderzoeker die voornamelijk inhoudelijke kennis over het product hebben”, zegt Frank van de Ven, Business Incubation Officer bij TU/e Innovation Lab, uit. “Het is leuk om te zien dat een spin-off door zijn ervaring echt in een stroomversnelling komt.”
Businessplan
Een investering draagt daar natuurlijk ook aan bij. Van de Ven bekijkt eerst of een spin-off hier klaar voor is. “We kijken dan vooral of het businessplan zodanig is omschreven dat het uitnodigt om te gaan investeren”, legt hij uit. “We kijken dan bijvoorbeeld naar de onderbouwing van de financieringsbehoefte. Spin-offs moeten goed kunnen omschrijven hoeveel geld zo nodig hebben en waar ze dat aan uit gaan geven.”
Vervolgens heeft Van de Ven geholpen bij het redigeren van aanvragen voor financiering. “Dat was voor ons heel waardevol”, legt Guilleaume uit. Iedere geldverstrekker heeft eigen voorwaarden. Zo moet er bij het Brabant Startup Fonds een groot groeipotentieel en een Brabantse component zijn. De onderneming moet bijvoorbeeld in Brabant gevestigd zijn. Het fonds geeft over het algemeen leningovereenkomsten uit. De bedrijven moeten het geld uiteindelijk dus terugbetalen of de lening omzetten in aandelen in het bedrijf. Van de Ven: “Als een spin-off eenmaal binnen is bij het Brabant Startup Fonds, trekt dat andere geldverstrekkers ook sneller over de streep.”
Financiële wasstraat
“De financiering van start-ups en spin-offs moet je zien als een soort financiële wasstraat”, legt Van de Ven uit. “Het begint vaak met subsidies, dat zijn over het algemeen geen hele grote bedragen. Daarna volgen de leningovereenkomsten zoals bij het Brabant Startup Fonds.” Dit worden zachte leningen genoemd omdat de jonge bedrijven vaak eerst de mogelijkheid krijgen verder te ontwikkelen voordat ze de lening terug moeten betalen. “Daarna, wanneer het product bijna klaar is om de markt op te gaan, gaan start-ups of spin-offs aandelen uitgeven om grote investeerders aan te trekken. Dan gaat het vaak ook om hele grote bedragen.”
Het is een ingewikkelde wereld waarin het belangrijk is om de weg te weten. “Zonder de contacten bij fondsen en de kennis die bij de universiteit aanwezig is over het aanboren daarvan, was het ons niet geluk om deze financiering binnen te halen”, Guilleaume. “Mede hierdoor kunnen we in de toekomst heel veel patiënten helpen met een betere behandeling.”
Artikel door Innovation Origins