‘De nieuwkomers én leerkrachten zijn echt keiharde werkers’


Stel je voor dat je als kind naar Nederland verhuist en je je nieuwe basisschool binnenstapt. Dat is best spannend, want je spreekt nog helemaal geen Nederlands en verstaat de taal niet. Op de Eindhovense basisschool De Wereldwijzer is een speciaal programma ontwikkeld voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar die rechtstreeks uit het buitenland komen. De focus ligt daarbij op Nederlands leren. ‘De jonge nieuwkomers zitten allemaal in hetzelfde schuitje en dat schept een band’, vertelt Silvi Habets. Ze is directeur van deze basisschool en werkt nergens liever dan op deze plek.


Interesse voor andere werelddelen en culturen heeft Silvi altijd al gehad. ‘Laatst vroeg iemand mij: als je later vrijwilligerswerk moet gaan doen, wat zou dat dan zijn? Mijn antwoord was simpel: dan blijf ik hetzelfde doen’, zegt ze met een lach. ‘Ik voer alle intakegesprekken met ouders die hier naartoe verhuizen. Soms begint mijn dag met een Teams-meeting met ouders uit de Filipijnen, waarna ik een gezin uit Brazilië ontmoet hier op school. Deze gezinnen zijn vol verwachting en vinden het vaak heel spannend. Niet zo gek. Kinderen komen in een klas waar ze de juf en veel andere klasgenoten niet kunnen verstaan. Hoe mooi is het dat ik ze daarbij kan helpen?’

Wat het doel is van basisschool De Wereldwijzer? De kinderen binnen één tot anderhalf jaar laten instromen in het reguliere onderwijs. ‘Het programma is heel intensief’, legt Silvi uit. ‘Er is veel een-op-een begeleiding en de kinderen leren er iedere week zo’n tachtig Nederlandse woorden bij. Die oefenen ze op school, maar ook thuis mét hun ouders. De kinderen krijgen de woorden in filmpjes mee naar huis. Zo kunnen de ouders hun kinderen beter helpen met het leren van de woorden. En leren zij zelf ook de Nederlandse taal.’
 

Specialisten Nieuwkomers

Op school worden de leerlingen bijgestaan door zogeheten Specialisten Nieuwkomers. Zij hebben veel expertise en ervaring op dit gebied. ‘De leraren hebben allemaal de pabo gedaan, maar uiteindelijk willen we ernaar toe dat iedereen de opleiding tot Specialist Nieuwkomers volgt. Het grootste deel van het team heeft deze opleiding al afgerond. Zo kunnen we de leerlingen op de beste manier helpen.’
 

Harde werkers

Op dit moment lopen er kinderen uit 68 verschillende landen op de twee locaties van De Wereldwijzer rond. ‘We werken in blokken van tien weken. Elke keer bepalen we of we de kinderen door laten stromen naar een groep van een hoger niveau.’ Silvi glundert wanneer ze het over de leerlingen heeft. ‘Ze hebben het hier enorm naar hun zin. En ze willen zó graag leren. Het zijn écht keiharde werkers. Net als de leerkrachten, die ook zeer betrokken zijn.’
 

Geen thuiszitters

Er zijn zoveel aanmeldingen voor De Wereldwijzer, dat niet elk kind op de basisschool terecht kan. ‘Het personeelstekort is zowel bij ons als op andere scholen een probleem. Toch willen we ervoor zorgen dat alle kinderen een plek vinden.’ De nieuwkomerswerkgroep in Eindhoven houdt zich onder andere bezig met kinderen die niet geplaatst kunnen worden bij De Wereldwijzer. ‘Allemaal met als resultaat dat wij in deze regio geen kinderen thuis hebben zitten. En dat is wel anders in veel grote steden.’
 

Reguliere scholen en De Wereldwijzer

De reguliere scholen werken vaak met schakel- en taalklassen. Toch komen veel basisscholen bij De Wereldwijzer kijken hoe zij te werk gaan. Silvi: ‘Op den duur kwamen er zo veel scholen langs dat we besloten om speciale kijkochtenden te organiseren. Deze zitten altijd meteen vol.’ Met deze kijkochtenden wil De Wereldwijzer de reguliere basisscholen een handje helpen als het gaat om het begeleiden van buitenlandse kinderen.  

Wat De Wereldwijzer onderscheidt van andere basisscholen? ‘Wij focussen ons vooral op taal. Hierdoor hebben we simpelweg minder tijd voor andere dingen, zoals de kinderpostzegelactie, het verkeersexamen of de ouderraad. Dit vinden wij wel heel belangrijk, maar we willen graag dat de kinderen en ouders dit ontdekken in het reguliere onderwijs. En daar bereiden wij hen op voor.’

Een tip van Silvi

‘Als je internationale gezinnen ontvangt, vraag hen dan hoe het leven in hun thuisland was. Kortom: toon interesse in de situatie waar ze vandaan komen. Vragen die je aan kinderen kunt stellen, zijn bijvoorbeeld: Hoe vond je het op je oude school? En met wie ben je bevriend? Ben je bewust van de culturen en gebruiken en houd daar rekening mee. Ik merk dat je dan het vertrouwen wint en de kinderen zich gehoord voelen.’