‘Cultuurverschillen lastig? Voor mij zijn ze een leuke uitdaging’

Brainport Eindhoven logo
Geschreven door Brainport Eindhoven
20 januari 2025
OnderwijsInternationalisering Onderwijs

De Brainport-regio wordt steeds internationaler. Dat biedt kansen, maar stelt ook eisen aan kinderopvang en basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Daarom werken overheden, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen samen aan dezelfde ambitie: in 2027 is de regio zo ingericht dat ze kan inspelen op de steeds wisselende instroom van internationale kinderen. Hoe pakken we dat aan en waar liggen de kansen en uitdagingen? Onderwijzend personeel, leerkrachten, bestuurders en beleidsmakers vertellen ons meer. Deze keer: Ineke Sauerbier, onderwijzend medewerker bij Kids Society Erica.

Wie de kinderopvangorganisatie Kids Society Erica in Eindhoven binnenloopt, ziet meteen hoe divers de culturele achtergronden van de kinderen zijn. “Ze komen uit alle hoeken van de wereld. Van India en Bangladesh tot Turkije, Griekenland en Portugal”, zegt Ineke. “Een groot deel van de ouders zijn internationale kenniswerkers en spreken geen Nederlands.” Ineke werkte een aantal jaren in Nuenen, maar wilde graag op de locatie in Eindhoven werken. “Ik heb zelf op jonge leeftijd in het buitenland gewerkt, in Franstalig België. Dat lijkt dichtbij, maar je hebt ook te maken met culturele verschillen. Ik weet hoe het is om de ander gedeeltelijk te begrijpen, maar niet alles. Net als de kinderen en ouders bij ons kinderdagverblijf. Ik vind die taal- en cultuurverschillen interessant. Ze bieden me een leuke uitdaging.”

Een balans vinden tussen culturen

Wat voor cultuurverschillen komt Ineke tegen? “Veel kinderen zijn niet gewend om brood te eten als lunch; ze eten altijd een warme maaltijd.” Maar het grootste cultuurverschil zit in het slaappatroon. “Kinderen uit landen als India en Bangladesh slapen vaak lang bij hun ouders. Dat kan hier natuurlijk niet. Bovendien gaan deze kinderen vaak later naar bed dan Nederlandse kinderen. In deze situaties probeer ik rekening te houden met de thuiscultuur, maar ook te zeggen: zo doen we dat in het Verenigd Koninkrijk. Het vinden van die balans is een uitdaging, maar wel belangrijk. Iemands opvoedingsstijl is zo'n gevoelig onderwerp, dat ik er met respect mee om wil gaan.'

Ruimte voor de thuistaal

Een manier om de thuiscultuur te respecteren, is door de thuistaal op het kinderdagverblijf toe te staan. ‘Als we bijvoorbeeld het thema ‘dieren’ hebben, leer ik de kinderen hoe ze kat of hond zeggen in het Hindi, Portugees of Grieks. Als ik die woorden zeg, zie je de gezichten van de kinderen oplichten. Het geeft ze een gevoel van herkenning, wat prachtig is om te zien.’ Ineke vindt het toestaan van de thuistaal om nog een andere reden belangrijk. “Hoe sterker je thuistaal is, hoe makkelijker het is om een nieuwe taal te leren. Dat ontdekte ik toen ik me aansloot bij Van Alle Talen Thuis, een regionaal programma dat diversiteit en taalontwikkeling bevordert door meertalige boekencollecties aan te bieden.”

Het goede voorbeeld geven

Het omgekeerde gebeurt ook: Ineke en haar collega's leren internationale kinderen Nederlandse woorden. ‘Het mooie is dat we kinderen van nul tot vier jaar in onze groep hebben. Sommigen spreken al een beetje Nederlands, anderen nog niet. Zo leren ze ook van elkaar.’ Ineke legt aan de hand van een voorbeeld uit waarom het leren van Nederlands al belangrijk is. ‘Je kunt je voorstellen dat het moeilijk is om met iemand te spelen als je elkaars taal niet spreekt. Hoe zeg je: ik wil nu met die pop spelen? Dit soort misverstanden kunnen tot ruzie leiden.’ Voor Ineke en haar collega's betekent dit dat ze vooral het goede voorbeeld geven aan de kinderen. ‘We spelen met ze, begeleiden ze en helpen ze communiceren.’

Zelf medewerkers opleiden

Volgens Ineke vereist het werken in zo'n diverse omgeving een open houding, maar ook gewoon voldoende collega's. “Dat is misschien wel de grootste uitdaging”, zegt ze. “Er is een aanzienlijk tekort op de arbeidsmarkt. Daarom zijn we bij Kids Society Erica begonnen met het opleiden van ons eigen pedagogisch personeel. Zij kunnen binnen een jaar hun diploma behalen.” De kinderopvangorganisatie is zich bewust van deze uitdaging, maar volgens Ineke is er nog ruimte voor verbetering. “Het contact met ouders verloopt vaak in het Engels. Sommige collega's voelen zich echter ongemakkelijk als ze die taal moeten spreken. Het zou fijn zijn als ze daar hulp bij zouden krijgen.”

Meer begrip voor anderen

In haar dagelijkse werk probeert Ineke internationale kinderen en ouders vertrouwd te maken met de Nederlandse cultuur. ‘Bijvoorbeeld door uit te leggen wat Sinterklaas is en waar het vandaan komt.’ Tegelijkertijd leert Ineke ook van deze kinderen en ouders. ‘Het geeft me nog meer begrip voor andere culturen. In Nederland kunnen we polariserend zijn. Maar door iedereen te respecteren, kom je een heel eind. Dat leer ik elke dag.’

Regionale Uitvoeringsagenda Internationalisering Onderwijs

Dit artikel is onderdeel van een reeks interviews met bestuurders en professionals uit de kinderopvang en het onderwijs. Zij vertellen over wat internationalisering van het onderwijs voor hen betekent en hoe zij werken aan de Regionale Uitvoeringsagenda.

Deze agenda gaat over de kansen die internationalisering van de Brainportregio biedt, maar gaat ook in op de druk die dit met zich meebrengt voor de kinderopvang en het funderend onderwijs. Samen werken we aan een passend en flexibel onderwijsaanbod voor de verschillende doelgroepen, en aan fysieke onderwijsvoorzieningen. We zorgen ervoor dat alle kinderen zich welkom voelen in de Brainportregio én dat alle kinderen de kansen die onze regio biedt optimaal kunnen benutten.

De agenda kun je via onderstaande button downloaden. Voor meer informatie neem je contact op met Mieke Zijlstra, programmamanager, m.zijlstra@brainportdevelopment.

Regional Implementation Agenda for Internationalisation in Education