Ambassades en consulaten over de hele wereld hebben straks nog meer Brainportkennis

De hoofden van de economische afdelingen van ambassades, consul-generaals, chief representatives van de NBSO’s en regional business developers in tientallen landen worden tijdens hun ‘terugkomweek’ bijgespijkerd over de belangrijkste Brainportthema’s. Belangrijkste doel: meer kansen voor regionale high tech bedrijven in het buitenland.

Gemiddeld eens per jaar krijgen de vertegenwoordigers van onze buitenlandse diensten - ambassades, consulaten, nbso’s - de kans om in het thuisland bijgepraat te worden over de belangrijkste trends en ontwikkelingen. Meestal blijft het bij een bezoek aan Den Haag en komen alle relevante partijen daar langs voor hun meetings. Dit jaar gaat het anders: midden in hun ‘terugkomweek’, op dinsdag 11 oktober, reist het hele gezelschap naar Brainport Eindhoven. “Vanwege het toegenomen economische belang van onze regio is het niet meer dan logisch dat dit gebeurt”, zegt Anne Verhaag, adviseur strategie en manager international affairs bij Brainport Development. “En hoewel je op één dag natuurlijk nooit het complete plaatje kunt zien, zullen we ze goed kunnen bijpraten over de ontwikkelingen hier. Zodat ze, als ze terug zijn in hun landen van uitzending, precies weten waar ze over praten als ze de economische belangen van ons land vertegenwoordigen.”

Om het beeld zo compleet mogelijk te krijgen, is het bezoek opgesplitst in afspraken op drie van de belangrijkste campussen: de ‘factory of the future’ met onder meer additive manufacturing op Brainport Industries Campus, Smart Mobility en batterijtechnologie op de Automotive Campus in Helmond en de medtech-cluster op de High Tech Campus. Op al die locaties zijn er gesprekken en presentaties met de makers zelf: de start-ups, de grote bedrijven, de campusorganisaties en de instellingen daaromheen.

“Op deze manier kunnen we het internationale netwerk van Nederland bijpraten over de kansen en de spelers in het Brainport Eindhoven ecosysteem. Zo kunnen zij straks, met de juiste kennis over de relevante sleuteltechnologieën én de daaraan gekoppelde economische kansen op internationale markten, nog beter ons land vertegenwoordigen. Want hoe beter ze weten welke rol de bedrijven en instellingen hier spelen, des te sneller kunnen ze dat koppelen aan de kansen die zich in hun landen voordoen.”

Op deze manier kan ook voorkomen worden dat er ver weg van Nederland veel energie wordt gestoken in een ogenschijnlijke kans die zich ter plekke voordoet, maar waar Nederland eigenlijk geen behoefte aan heeft. Verhaag:

“Niet elke lokale kans is voor ons in Nederland even relevant. We moeten focussen op de thema’s waar we ook zelf heel sterk in zijn. Als je dat scherp op je netvlies hebt, kunnen we optimaal gebruik maken van het netwerk en de relaties van onze posten in het buitenland.”

Een extra voordeel van de komst naar Brainport Eindhoven is dat er ook daadwerkelijk gesprekken met stakeholders kunnen plaatsvinden over wat hun product of technologie te bieden heeft en waarmee deze wereldwijd verschil willen gaan maken. “We zouden wel met een delegatie naar Den Haag kunnen afreizen, maar het geeft natuurlijk veel meer impact als ze het van de betrokken bedrijven zelf horen, op de plekken waar het allemaal gebeurt.” En andersom geldt dat evenzeer, vult Verhaag aan: “Bedrijven maken kennis met de mensen die kunnen helpen in het buitenland. Want het gaat er ook om dat we het internationale netwerk op de posten binnen handbereik van al die mooie bedrijven brengen. Vandaag dus heel concreet door ze hierheen te halen. Dat verkleint ook de afstand wanneer een bedrijf in een bepaald land ingangen zoekt voor innovatiepartners, of handelsrelaties of leveranciers zoekt.”

Verhaag wil benadrukken dat het zeker niet zo is dat die buitenlandse posten niets van Brainport weten. “Integendeel, we staan al goed op de kaart. Het gaat nu vooral om de inkleuring van de al aanwezige kennis. Neem batterijtechnologie: we zijn op dat vlak binnen Nederland echt een voortrekker maar voor de doorontwikkeling is het buitenland wel het speelveld; het is dus heel belangrijk dat onze vertegenwoordigers in bijvoorbeeld Zuid-Korea daar op kunnen inspelen als er in Seoul een relevante beurs wordt georganiseerd op dat terrein. Voor medtech, geïntegreerde fotonica, additive manufacturing en een reeks andere thema’s geldt hetzelfde.”

 

Verhaag hoopt dat het bezoek van de diplomaten en economen het kennisfundament over Brainport verder verstevigt. “Naast alle informatie die ze van de bedrijven zelf ontvangen, wil ik ze natuurlijk ook duidelijk maken wat ze van ons als Brainport Development mogen verwachten. Wij zijn er voor het verstevigen van de interactie met het internationale netwerk, het relatiebeheer, het internationaal uitdragen van het Brainport ecosysteem in al zijn facetten. Daarnaast ontvangen we graag relevante buitenlandse delegaties die ons ecosysteem iets te bieden hebben. Alles bij elkaar zorgt dat ervoor dat al die mooie bedrijven die we hier hebben daarna samen met onze vooruitgeschoven posten in de verre buitenlanden het echte werk kunnen doen.”

Na het bezoek van de delegatie gaat Verhaag zeker niet in de wachtstand. “Reken maar dat ik contact ga opnemen als ik na een week of drie een aanleiding daarvoor voorbij zie komen. De connecties die we tijdens de terugkomweek hebben opgedaan zijn dan onze ingang. De bodem is dan vruchtbaar, de zaadjes zijn verspreid.”