20 november 2024
Brainport onderwijsinstellingen leiden vanaf 2025 jaarlijks honderden extra technici op
- Onderwijs
- Ondernemen
- Strategie & Organisatie
- Innovatie
- Arbeidsmarkt
Dat Robot Sara een welkome aanvulling is voor instellingen in de langdurige zorg, daar twijfelt niemand meer over. Maar dat wil nog niet zeggen dat er al een kant-en-klaar product staat. De fase van co-creatie en co-innovatie tussen bedenkers en gebruikers zal dan ook voorlopig nog wel even doorgaan. We namen aan beide kanten een kijkje: bij SARA Robotics en zorginstelling Vitalis. “Als je kunstmatige intelligentie wilt inzetten voor de aanpak van maatschappelijke uitdagingen, helpt het enorm als je in Brainport Eindhoven zit.”
In diverse sectoren is de robot het stadium van experiment al lang voorbij. Sterker nog, toepassingen van kunstmatige intelligentie (AI) krijgen bij gebruikers steeds vaker de voorkeur boven een menselijke oplossing. Soms is snelheid daarbij doorslaggevend, in andere gevallen gaat het vooral om nauwkeurigheid of simpelweg om het opheffen van ‘dom’ werk. Maar op plekken waar grote creativiteit of die typische menselijke compassie een rol spelen, is de invoer van AI en robotica veel minder vanzelfsprekend.
In de zorgsector komen beide paden samen: er is een behoefte aan extreme nauwkeurigheid terwijl elke seconde telt, maar tegelijk mag de menselijke maat nooit verloren gaan. Robot SARA balanceert precies op dat dunne lijntje. En met succes, zo blijkt uit de ervaringen van ruim honderd testgebruikers in instellingen voor langdurige zorg.
SARA (“Social & Autonomous Robotic health Assistant”) wil een betere werkbalans creëren voor professionele zorgverleners en extra zorg bieden aan cliënten voor wie het personeel niet altijd tijd heeft. De robot werkt als een sociaal hulpje in verpleeghuizen. SARA is zo geprogrammeerd dat ze weet wie ze voor zich heeft. Hield deze persoon altijd van tuinieren, dan zal SARA hier extra aandacht aan besteden in de vorm van bijvoorbeeld een mooi luisterverhaal. Familie kan foto’s en video’s insturen die SARA vervolgens laat zien. Met eenvoudige opdrachten wordt de gebruiker daarnaast uitgedaagd in beweging te komen en het geheugen te trainen.
Op het beeldscherm van SARA kijkt een bewoonster van Vitalis geboeid naar de zwartwitfoto’s van grote groepen fietsers op het na-oorlogse Philipsterrein op Strijp-S. Op een video ziet ze even later jonge vrouwen met gloeilampen in de weer. De beelden zijn duidelijk gedateerd, maar voor deze vrouw roepen ze welkome herinneringen op. Ze waant zich direct weer in de tijden van haar jeugd, een gevoel dat wordt versterkt door de liedjes die SARA vervolgens laat klinken.
“Een mooi voorbeeld van hoe we SARA willen inzetten”, zegt Sanne Schepens, projectleider Innovatie bij Vitalis. Hoewel ze precies weet wat SARA kan, blijft het constant aftasten op welke manier de robot zich het nuttigst kan maken. “Telkens moeten we ons afvragen hoe de technologie de warme zorg kan ondersteunen. Het is echt zoeken naar die balans; het een komt niet in plaats van het ander, het is aanvullend op elkaar.”
Daarbij is het van belang om zowel het resultaat voor de ciënten als voor de eigen medewerkers te monitoren. “Zo’n robot doet vanzelfsprekend ook wat met onze collega’s, daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. Bij elke nieuwe inzet bekijken we achteraf meteen de resultaten. Heel vaak kunnen we direct vaststellen dat het voor herhaling vatbaar is, maar soms voel je dat het schuurt en dan bekijken we samen hoe het beter kan. Zo hebben we al snel gemerkt dat het echte gesprek met de cliënt echt niet door een robot kan worden overgenomen.”
SARA is nu een kleine twee jaar actief. Aanvankelijk gebeurde dat onder de vlag van Bright Cape en EIT Digital, maar sinds kort staat het initiatief als SARA Robotics op eigen benen. Directeur Maartje Claassen-Eradus werkt er met negen collega’s aan de doorgroei van de robot. Naast software-ontwikkeling richten ze zich onder meer op nieuwe content, het begeleiden van de experimenten in tientallen zorginstellingen en op sales. “We hebben bewust gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap.”
Dat ondernemerschap kan in tijden van Corona nog behoorlijk ingewikkeld zijn, zo merkte ze. “Maar het had zeker ook positieve effecten voor ons. De verpleeghuizen gingen dicht, eenzaamheid lag op de loer, waardoor SARA extra waarde kreeg. SARA zorgde voor afleiding en dat was heel welkom.”
Het voorbije jaar is vooral gebruikt om te testen. “SARA blijft slapen” werd daardoor een begrip in zorgland: zo’n 125 keer kon de robot - samen met haar honderd zusjes - een maand lang uit logeren gaan. De enige voorwaarde die daaraan werd gesteld was de verplichte feedback over het gebruik. “We hebben dit jaar vooral gebruikt om samen met de gebruikers te leren”, zegt Claassen-Eradus. “Het mooie is dat vrijwel iedereen het jammer vond als SARA weer moest vertrekken en dat we er uiteindelijk zo’n tien echte klanten aan over hebben gehouden is natuurlijk helemaal super.”
SARA Robotics gelooft heilig in co-creatie en co-innovatie. Dat geldt zowel voor de samenwerking met de zorginstellingen als voor de technologie. “Wat dat betreft zitten we hier in Eindhoven echt op de juiste plek. Er zijn volop bedrijven die ons verder kunnen helpen, bijvoorbeeld rond autonoom navigeren, gezichtsherkenning of het trainen van spraak. Als er partijen in de buurt zijn met ervaring, dan hoeven we echt het wiel niet nog een keer zelf uit te vinden. Dan is het slimmer om te kijken naar partijen met de juiste expertise. Brainport Eindhoven is een regio waar AI op diverse aspecten op een hoog niveau staat, voor ons is dat ideaal.” En ook buiten de regio helpt het Eindhovense visitekaartje. “Alleen al het feit dat wij hier vandaan komen opent direct allerlei deuren.”
Bij Vitalis, waar nu zeven SARA’s actief zijn, wordt al druk nagedacht over nieuwe functionaliteiten. Eentje daarvan richt zich op de nachtdienst. Sanne Schepens: “Cliënten staan soms ‘s nachts op om naar de wc te gaan, maar gaan zich vervolgens aankleden omdat ze denken dat het al ochtend is. SARA zou hierop kunnen reageren door deze bewoner te vragen om weer te gaan slapen.” Een andere aanvulling richt zich op roepgedrag van sommige cliënten. “Denk daarbij bijvoorbeeld aan mensen die meerdere keren per dag vragen wanneer we gaan eten. Je kunt dan wel telkens antwoorden dat dat nog even duurt, maar als medewerker is het lastig om dat elke keer met evenveel overtuiging en rust te blijven doen. SARA kan dat wel: een robot verliest nooit haar geduld.”
Schepens en Claassen-Eradus zien de grootste uitdaging in de businesscase. De huidige SARA’s bij Vitalis zijn bekostigd door de Philips Foundation, maar dat is geen houdbaar model. Schepens: “Echte, grootschaligere ondersteuning van de zorg kan alleen als we het zelf gaan betalen. Dat moet dus op een of andere manier uit onze vergoedingen op basis van de Wet Langdurige Zorg gaan komen.”
Hoewel Vitalis niet kan wachten om het project uit te breiden, ziet Schepens ook dat SARA misschien niet voor elke instelling is weggelegd. “Het is nog geen kant-en-klaar product, je moet daar als zorginstelling wel voor open staan. En je moet daar ook je medewerkers in mee krijgen.” Maar wie die horde eenmaal genomen heeft, ziet direct de voordelen. ”Meest belangrijk daarbij is wat mij betreft de toegenomen zelfredzaamheid van de gebruikers. Wie hulp nodig heeft van een zorgverlener, voelt zich afhankelijk, maar als die hulp komt van een robot heb je eerder het gevoel dat je het allemaal zelf hebt opgeknapt. Geweldig om te zien hoe technologie zulke mooie sociale effecten kan hebben.”