Ondernemers en gemeenten bundelen krachten voor slimme energiedeling

Een bedrijventerrein waar ondernemers niet alleen collectieve voorzieningen delen, maar ook hun energie? Dat is precies wat de Coalition of the Willing Energy Hubs wil bereiken. Dit samenwerkingsverband brengt gemeenten bij elkaar om de energietransitie op bedrijventerreinen te versnellen. Daarbij zijn er uitdagingen, zoals het optimaliseren van netcapaciteit, het ontwikkelen van passende regelgeving en het stimuleren van betrokkenheid onder ondernemers. Maar juist deze vraagstukken bieden een kans om innovatieve oplossingen te ontwikkelen en de energietransitie te versnellen. Joost van Montfort, energiehubregisseur bij Brainport Development, en Annie Kruijzen, projectleider duurzaamheid bij de gemeente Nuenen, vertellen over deze veelbelovende samenwerking.
“Duurzaamheid gaat dwars door alle lagen heen,” vertelt Kruijzen enthousiast. “Het raakt niet alleen woningbouw en bedrijventerreinen, maar ook onze economische ontwikkeling. Binnen de gemeente Nuenen hebben we gekeken hoe we ondernemers kunnen ondersteunen in het delen van energie. Brainport Development werd een essentiële partner in dit proces door haar rol als coördinator van de Coalition of the Willing en innovatiekatalysator binnen de regio.”
De kracht van samenwerking
Van Montfort werkt sinds september bij Brainport Development. Hij legt uit hoe zijn rol als energiehubregisseur bijdraagt aan het verduurzamen van bedrijventerreinen. “Mijn taak is om energiesamenwerkingen op bedrijventerreinen aan te jagen en mogelijk te maken. We kijken welke bedrijven geschikt zijn om samen te werken op het gebied van energie-uitwisseling. Dit pakken we systematisch aan met data-analyse en gesprekken met bedrijven.”
Die systematische aanpak is essentieel. “We hebben eerst gekeken naar de grootste energieverbruikers op het bedrijventerrein,” legt Van Montfort uit. “Daar zijn bronnen voor beschikbaar die gemeenten kunnen raadplegen. Vervolgens hebben we bij netbeheerder Enexis een zogeheten ‘nettopologie’ opgevraagd; een kaart die laat zien welke bedrijven via het elektriciteitsnet aan elkaar gekoppeld zijn. Dat is cruciale informatie, want energie delen is het makkelijkst als er al een elektriciteitskabel tussen bedrijven ligt.” Op basis van deze gegevens is een groep bedrijven geselecteerd die daadwerkelijk met elkaar energie kan delen. “We zijn nu bezig met de haalbaarheidsstudie,” vult Kruijzen aan. “Daarvoor vragen we met toestemming van de bedrijven hun feitelijke verbruiksgegevens op, zodat we hun energieprofielen kunnen vergelijken en zien waar er mogelijkheden liggen.”

Waarom energiedelen?
Energie-uitwisseling op bedrijventerreinen biedt veel voordelen. Ten eerste helpt het bedrijven om ondanks netcongestie te groeien, door hun energieverbruik beter af te stemmen op het beschikbare aanbod. “Het idee is dat bedrijven die op verschillende tijdstippen een hoge energievraag hebben, elkaars overschotten kunnen benutten,” legt Van Montfort uit. “Dat kan bijvoorbeeld met behulp van batterijen: een bedrijf met een hoge energievraag in de ochtend kan dan profiteren van zonne-energie die een ander bedrijf eerder op de dag heeft opgeslagen.” Een veelgebruikt voorbeeld hiervan is een busremise die ’s nachts haar bussen oplaadt met het overschot aan energie dat een regulier productiebedrijf ’s nachts beschikbaar heeft. Daarnaast is energiedelen een oplossing voor de steeds nijpender wordende netcongestie. “We zien dat teruglevering aan het net financieel minder interessant is geworden, terwijl de congestie op het stroomnet is verergerd,” zegt Van Montfort. “Door lokaal energie uit te wisselen, verminderen bedrijven hun afhankelijkheid van het overvolle elektriciteitsnet en kunnen ze efficiënter omgaan met energie, juist ook met lokaal opgewekte energie.” Kruijzen vult aan: “Daarnaast draagt het bij aan de verduurzaming van bedrijventerreinen. We zien dat veel bedrijven wel willen investeren in zonnepanelen en andere duurzame maatregelen, maar tegen praktische obstakels aanlopen. Dit project helpt hen om die barrières te overwinnen.”
De uitdagingen van energiedelen
Ondanks de voordelen zijn er nog genoeg uitdagingen. “Sommige ondernemers willen hun dak vol leggen met zonnepanelen, maar kunnen de opgewekte energie niet terugleveren aan het net,” zegt Kruijzen. “Dat schuurt, want zij willen verduurzamen, maar lopen tegen regelgeving en netcapaciteit aan.” Van Montfort herkent het probleem. “De huidige regelgeving is nog niet volledig ingericht op deze samenwerkingen,” zegt hij. “Hoewel de bereidwilligheid bij ondernemers groot is, merken we dat netbeheerders soms voorzichtig zijn. Dat komt deels doordat de contractvormen voor groepstransport - waarbij meerdere bedrijven hun transportcapaciteit delen - nog niet volledig zijn uitgekristalliseerd.”
Daarnaast speelt bewustwording een belangrijke rol. “Veel bedrijven realiseren zich niet dat ze hun energieverbruik kunnen optimaliseren zonder grote investeringen,” zegt Van Montfort. “Een bedrijf als Thermo Fisher start tegenwoordig hun cleanrooms gefaseerd op, in plaats van alles tegelijk. Dat scheelt enorm in piekbelasting.”
“Dit is een kans om écht impact te maken met de energietransitie, en die kans laten we niet liggen.”
Van voorbeeld naar schaalbaar model
De samenwerking in Nuenen is een voorbeeldproject, maar het uiteindelijke doel is veel groter. “We hopen op een sneeuwbaleffect,” zegt Van Montfort. “We starten met één cluster bedrijven, maar er zijn meerdere clusters op het bedrijventerrein die hier baat bij kunnen hebben. Als dit succesvol blijkt, kunnen we het model uitrollen naar andere gemeenten en bedrijventerreinen.”
Momenteel zijn elf gemeenten aangesloten bij de Coalition of the Willing Energy Hubs. “Sommige doen alleen mee voor kennisdeling, anderen - zoals Nuenen - zijn al concreet aan de slag,” vertelt Kruijzen. “We hebben een wethouder die duurzaamheid hoog op de agenda heeft staan. Dat helpt enorm.” Ook bedrijven zien steeds meer de voordelen. “We hebben nu een aantal bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan de haalbaarheidsstudie,” zegt Kruijzen. “Sommige twijfelen nog, maar we hopen dat ze later alsnog aansluiten. Het mooiste scenario zou zijn dat ondernemers zelf nieuwe bedrijven aandragen om mee te doen.”
Van energiedelen naar bredere samenwerking
Naast energie-uitwisseling ziet Kruijzen nog meer kansen voor samenwerking op bedrijventerreinen. “Duurzaamheid gaat verder dan energie. Denk aan vergroening, klimaatadaptatie en betere waterafvoer. Als ondernemers ervaren dat samenwerking rond energie loont, dan kunnen we ook andere thema’s oppakken.” Van Montfort sluit zich daarbij aan. “Dit project laat zien hoe cruciaal samenwerking is. We leren van elkaar en verbeteren het proces. Dat maakt het niet alleen efficiënter, maar ook schaalbaar naar andere gemeenten.”
De volgende stap
Met de eerste bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan de haalbaarheidsstudie, is het project in Nuenen nu echt in beweging. “Het ideaalbeeld? Dat de energiehub is gerealiseerd en ondernemers zelfstandig hun energie delen en wij als gemeente en Brainport Development een stap terug kunnen doen,” zegt Kruijzen. “Dat is pas échte duurzaamheid.” Op termijn zou de samenwerking binnen de Coalition of the Willing Energy Hubs moeten uitgroeien tot een standaard aanpak voor bedrijventerreinen in Nederland. “We willen dat bedrijven en gemeenten zelf het voortouw nemen,” gaat Joost verder. “En dat ze kunnen leren van de ervaringen die wij hier in de regio opdoen.”
Voor nu ligt de focus op het verder verfijnen van de aanpak en het aantrekken van nieuwe deelnemers. “We zijn er nog lang niet,” sluit Annie af. “Maar we zijn op de goede weg. Dit is een kans om écht impact te maken met de energietransitie, en die kans laten we niet liggen.”
Lees meer over energiehubs