‘Doe ik niets met inter-nationalisering, dan kan ik mezelf niet in de spiegel aankijken’

De Brainportregio wordt steeds internationaler. Dat biedt kansen, maar vraagt ook iets van kinderopvanglocaties en het basis-, voorgezet- en speciaal onderwijs. Daarom werken overheden, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen samen aan het waarmaken van dezelfde ambitie: in 2027 is de regio zo ingericht dat ze kan inspelen op de steeds fluctuerende instroom van internationale kinderen. Hoe we dat doen, en waar kansen en uitdagingen liggen? Daarover vertellen pedagogisch medewerkers, leraren, bestuurders en beleidsmakers. Deze keer: Rutger van Deursen, directeur Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Eindhoven en Kempenland (RSV PVO). 

‘Zijn’ samenwerkingsverband is opgericht om passend onderwijs voor álle middelbare scholieren in de regio te organiseren, niet speciaal om internationalisering in goede banen te leiden. ‘Maar ik kan mezelf niet in de spiegel aankijken als ik niets met dit thema zou doen’, vertelt Rutger. ‘In een regio waar steeds meer kinderen met een internationale achtergrond naar school gaan, moeten we dit samen goed organiseren.’ 

Urgentie voelen 

Toch merkte Rutger dat nog niet iedere school die urgentie even sterk voelde. ‘Dat is ook logisch als het thema op jouw school nog niet echt speelt. Veel internationale kinderen gingen voorheen naar het speciaal, praktijk- of vmbo-onderwijs, maar dat verschuift dankzij verbeterde adviezen. Er wordt op bassischolen en de Eerste Opvang Anderstaligen (EOA) vaker gekeken naar de ontwikkelsnelheid van het kind, in plaats van alleen het taalniveau. Daardoor zien we dat internationale kinderen, met de juiste ondersteuning, steeds vaker op havo- en vwo-scholen terechtkomen.’ Op dat middelbare onderwijs, en in wijken met nog weinig internationale kinderen, moet die urgentie volgens Rutger óók gevoeld worden. ‘Daar hebben we als samenwerkingsverband een jaar lang op gefocust en ik kan wel zeggen dat dit inmiddels aardig gelukt is. Bij alle middelbare scholen staat de deur nu wel open.’  

Belangrijk om verhalen te delen 

Hoe Rutger en zijn collega’s dat voor elkaar kregen? ‘Door samenwerking te stimuleren en verhalen uit de praktijk te delen. Pas hoorde ik een heel aangrijpend voorbeeld: een Syrische leerling had een bloedende vinger, maar wilde niet dat die wond verzorgd werd. Al snel bleek waarom: zijn hele been zat vol littekens door bomscherven. Daar valt zo’n bloedende vinger bij in het niet.’ Volgens de directeur is het cruciaal dat onderwijsprofessionals dit soort verhalen blijven horen. ‘Je kunt pas goed onderwijs bieden aan internationale kinderen als je écht begrijpt wie ze zijn. En realiseer je ook dat kinderen er niet zelf voor kiezen om naar Nederland te komen. Of het nu gaat om een kind uit Aleppo, een Pools jongetje dat meeverhuist met zijn hardwerkende vader of een dochter van een kenniswerker uit Tokio.’  

Ondersteuning voor álle leerlingen 

Nu de urgentie op de bijna veertig aangesloten middelbare scholen steeds meer gevoeld wordt, richt het samenwerkingsverband zich op een volgend doel: zorgen dat elk (internationaal) kind op de juiste plek terechtkomt en de juiste ondersteuning krijgt. ‘De verbeterde adviezen van de EOA’s en basisscholen helpen daarbij, maar we hebben ook aandacht voor extra taalondersteuningsmogelijkheden en docentprofessionalisering. Zo zijn er professionaliseringsprogramma’s waar het primair en voortgezet onderwijs samen inzitten. Dat vind ik stiekem de mooiste initiatieven. Ze leren zo van elkaar en geven aan wat nodig is voor een goede samenwerking.’ Rutger benadrukt dat deze ontwikkelingen ook goed zijn voor Nederlandse kinderen. ‘Ik merk weleens dat mensen denken: wat een energie gaat er in die internationale doelgroep zitten. Maar alles wat we ontwikkelen aan didactische verbeteringen of ondersteuningsvoorzieningen helpt Nederlandse kinderen ook.’ 

Doorstroomcijfers

 Uiteraard zoekt Rutger de samenwerking op met scholen binnen zijn samenwerkingsverband, maar hij kijkt ook verder dan dat. ‘Dit thema is te groot, te complex en te veelzijdig om níet samen op te pakken. Veel uitdagingen vinden op het snijvlak plaats tussen gemeenten, onderwijs en het bedrijfsleven.’ En ook de landelijke overheid speelt volgens Rutger een rol. ‘Zo beoordeelt de inspectie middelbare scholen nu op doorstroomcijfers. Maar als je als school bewust kiest voor inclusief onderwijs en veel internationale leerlingen opvangt, weet je: sommige kinderen hebben meer tijd nodig. Daar wringt het, want hoe leg je aan de inspectie uit dat je kwaliteit levert, terwijl je doorstroomcijfers dat niet altijd laten zien?’  

Centraal eindexamen

 Om die reden ging Rutger met een vijftal scholen in gesprek met de onderwijsinspectie in Den Haag. ‘Wetten verander je niet zomaar, maar we hebben een duidelijk signaal afgegeven: inclusief onderwijs vraagt om andere beoordelingskaders. Neem ook het centraal eindexamen Nederlands. Daar moet nu een voldoende voor gehaald worden om te kunnen slagen. Maar wat als een internationale leerling hartstikke goed is in bètavakken, maar struikelt over grammatica? Hoe mooi zou het zijn als er dan meer maatwerk komt, zoals een eindexamen in de thuistaal?’ 

Regionale Uitvoeringsagenda Internationalisering Onderwijs 

Dit artikel is onderdeel van een reeks interviews met bestuurders en professionals uit de kinderopvang en het onderwijs. Zij vertellen over wat internationalisering van het onderwijs voor hen betekent en hoe zij werken aan de Regionale Uitvoeringsagenda. 

Deze agenda gaat over de kansen die internationalisering van de Brainportregio biedt, maar gaat ook in op de druk die dit met zich meebrengt voor de kinderopvang en het funderend onderwijs. Samen werken we aan een passend en flexibel onderwijsaanbod voor de verschillende doelgroepen, en aan fysieke onderwijsvoorzieningen. We zorgen ervoor dat alle kinderen zich welkom voelen in de Brainportregio én dat alle kinderen de kansen die onze regio biedt optimaal kunnen benutten. 

De agenda kun je hier downloaden. Voor meer informatie neem je contact op met Mieke Zijlstra, programmamanager, m.zijlstra@brainportdevelopment.nl  

Leestips