Geen ‘nee’ meer voor internationale scholieren dankzij TIP-programma

Als internationale scholieren die het Nederlands nog niet goed beheersten voorheen aanklopten bij de locatie Henegouwenlaan van het Stedelijk College in Eindhoven, dan was de kans op een ‘nee’ vrij groot. Docent en teamleider Dorus Neutkens wilde niet langer scholieren afwijzen. En dus ontwikkelde hij een programma voor deze doelgroep. Het idee: ze volgen de eerste twee jaar extra veel Nederlandse lessen (NT2), waarna ze mee kunnen met het reguliere onderwijs. Het TIP-programma draait inmiddels, mede onder de vleugels van Terrence de Vries.

Hoe is dit programma ontstaan?
Dorus: ‘Tijdens een landelijke netwerkbijeenkomst van tweetalig onderwijs kwam dit onderwerp aan bod. Daardoor gingen de radartjes in mijn hoofd draaien. We bevinden ons in een regio waar elke week honderden internationals aan de slag gaan. Door een snelle rekensom wist ik dat er duizenden leerlingen moeten zijn die voor het vraagstuk staan: ga ik voor de internationale school of kan ik mee op een reguliere Nederlandse school? Los van het financiële vraagstuk, zie je dat veel jongeren hier een toekomst willen opbouwen. Dan moeten we hen toch iets kunnen bieden?’

Terrence: ‘Dit programma past perfect bij het internationale karakter van onze school en ons tweetalig onderwijs. Dus toen Dorus met dit plan kwam, viel alles op z’n plek.’

Tot welke oplossing kwam je?
Dorus: ‘Als je de eerste jaren extra investeert in Nederlandse lessen, dan kunnen de leerlingen later hun examens in het Nederlands afleggen. Met één extra uur NT2 ga je het bij deze groep niet redden. In overleg met een docent Nederlands kwam ik op het idee voor zo’n zeven uur Nederlands (NT2). Daarvoor moest dan iets anders uitvallen, dus het was roostertechnisch een puzzel. Ook wilde ik bewust gaan voor gemixte klassen, met Nederlands- en Engelssprekende leerlingen. Ze kunnen dan namelijk de taal van elkaar leren. Verder integreren de leerlingen dan in onze cultuur, in alle diversiteit die daarbij hoort.’

En het lukte, twee jaar geleden zijn de eerste leerlingen gestart?
Terrence: ‘Inderdaad, dankzij een subsidie is het gelukt om een start te maken. We zijn begonnen met zeven leerlingen. Onder andere iemand uit Ghana, een Koreaanse, iemand uit Roemenië en India.’

Dit programma wordt nu aangeboden voor havo en vwo, is dat een bewuste keuze?
Dorus: ‘Ja. Je hebt tijd nodig om je het Nederlands eigen te maken. Vier jaar (op mavo-niveau) is dan kort. Maar we zien dat er ook dat er een grote groep basisschoolleerlingen aankomt die een vmbo-advies gaat krijgen en hier graag gebruik van wil maken. Dus wie weet, in de toekomst…’

Terrence: ‘Het staat of valt overigens ook bij het vinden van goede NT2-docenten, dat is op dit moment niet eenvoudig.’  

Hoe is het gelukt leerlingen te vinden?
Terrence: ‘We hebben een brochure gemaakt die we naar alle basisscholen in Eindhoven hebben gestuurd en ook naar de International School Eindhoven (ISE). Dat heeft goed gewerkt. We zijn ook in gesprek met IB’ers op de individuele basisscholen, deze kennen de kinderen vaak goed en worstelen met de vraag welk advies ze moeten geven.’


Hoe zien jullie de toekomst van het programma?
Dorus: ‘Ik ga met pensioen en geef het stokje dan graag over aan Terrence.’

Terrence: ‘We blijven leren en het programma finetunen. Dorus heeft bijvoorbeeld een hele inspirerende hoogleraar meertaligheid gevonden, zij komt een lezing bij ons geven. Haar boodschap: betrek de moedertaal als je een nieuwe taal wil leren. Dat heeft weer invloed op onze manier van lesgeven. Deze kinderen kunnen wij niet alléén helpen, we moeten het samen doen. Daarom delen we onze kennis graag met andere scholen en werken we samen met het bedrijfsleven. We staan namelijk met de hele regio voor dezelfde uitdaging.’