Maakindustrie, ooit ondergeschoven kindje, krijgt nu steun van kabinet
"Groei van het aandeel industrie in onze economie is geen doel op zich, maar een middel om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst mondiaal kan blijven concurreren"
Er was een tijd, nog niet zo heel lang geleden, dat Nederland dacht dat het tijdperk van de industrie en de maakbedrijven ten einde was. Het land zou vol gaan inzetten op de dienstverlendende sector. Inmiddels is de focus gedraaid: mede dankzij het toenemende belang van sleuteltechnologieën als Medtech, high tech en robotica staan de maakbedrijven weer vol in de aandacht.
Het kabinet kondigde deze week aan samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen gericht te gaan inzetten op groei van de Nederlandse (maak)industrie. “Door extra te investeren in sleuteltechnologieën en in groeimarkten als Life Sciences & Health (inclusief medische technologie), High Tech/ICT (halfgeleiders, fotonica, quantum, AI) en defensie & ruimtevaart-gerelateerde technologie en industrie”, zo staat in een verklaring. “Maar ook door het verder stimuleren van digitalisering binnen de industrie (Smart Industry), het opleiden en ontwikkelen van personeel, verduurzaming, hergebruik van grondstoffen (circulaire maakindustrie), het verbeteren van vestigingsvoorwaarden, regionale én Europese samenwerking.”
Dat staat in de Visie op de toekomst van de industrie in Nederland die staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) op 30 oktober 2020 mede namens minister Eric Wiebes (EZK) aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Mona Keijzer zegt dat publieke en private partijen deze groeiopgave samen aan moeten gaan. “Groei van het aandeel industrie in onze economie is geen doel op zich, maar een middel om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst mondiaal kan blijven concurreren en minder afhankelijk is van andere landen. Het is bovendien een reële ambitie, omdat we al een innovatieve industrie hebben die bereid is om nóg slimmer te worden en omdat we beschikken over een goed opgeleide beroepsbevolking.”
Waarde van de Nederlandse industrie
De Nederlandse industrie is nu goed voor bijna 10 procent van de werkgelegenheid. Zo’n 12% van het bbp wordt nu direct in de industrie verdiend. Nederland is nadrukkelijk aanwezig in verschillende internationale markten. Dit gaat om industriële bedrijven in sectoren als voedingsmiddelen, chemie, machinebouw en halfgeleiders. Maar dat geldt ook voor het snijvlak van de industrie en de agrarische sector en bovendien heeft Nederland nog altijd een vooraanstaande positie in de maritieme sector.
De industrie is verspreid over het hele land aanwezig, zegt Keijzer. Het aandeel van de industrie is in verschillende regio’s hoger dan 30%, oplopend tot ca. 45% in Zeeuws-Vlaanderen. Binnen deze spreiding van de industrie zijn er verschillende industriële clusters te onderscheiden, zoals het High Tech cluster rondom Eindhoven, de vijf ‘energie-intensieve clusters’ (Rotterdam en Moerdijk, Zeeuws-Vlaanderen, Noordzeekanaalgebied, Noordoost-Groningen en Chemelot in Limburg), het medisch cluster rondom Leiden en de maakindustrie in Zuid-Holland, Twente en de Achterhoek. Minder regionaal gebonden kent Nederland ook andere sterke industrieën, zoals glas, metaal, keramiek, papier en karton, afvalverbranding, levensmiddelen en ict.