Investeren in innovatie en onderzoek vormt sleutel om de crisis uit te komen

Paul de Krom, CEO en bestuursvoorzitter van TNO, vindt naast een Europese bundeling van krachten ook samenwerking tussen buurlanden onderling heel belangrijk.

Als er één ding is gebleken uit de vorige crisis is dat investeren in onderzoek en innovatie op de lange termijn loont. Zo verkeerde Nederland in de jaren na de crisis in economisch zwaar weer, terwijl Duitsland dankzij investeringen in research and Development (R&D) juist een ongekende economische bloei beleefde. Wat moeten we deze keer anders doen? En wat kunnen we daarbij van onze oosterburen leren? Een gesprek met Paul de Krom, bestuursvoorzitter van TNO, over de noodzaak van onderzoek en innovatie in crisistijd. 

Optimistisch gestemd

Het interview met Paul de Krom vindt plaats koud na de verkiezingen. Huidige regeringspartijen VVD en D66 zijn daarbij als de grootste uit de bus gekomen, het ligt dan ook voor de hand om het onderwerp in ieder geval even aan te stippen. Paul de Krom, verrast door de uitslagen? 

“Ten aanzien van onderzoek en innovatie op grote maatschappelijke thema’s is een voortzetting van de huidige koers goed nieuws. Het is goed voor de continuïteit en stabiliteit evenals het vertrouwen in bedrijfsleven. De VVD en D66 zijn partijen die hebben aangegeven geloof te hebben in het concept innovatie om ons uit de crisis te helpen. En wel in samenwerking met het bedrijfsleven. Het is ook onzinnig om de energietransitie, om maar eens iets te noemen, tegenover het bedrijfsleven te zetten. Hetzelfde geldt voor de andere grote thema’s van het moment zoals klimaat, gezondheid of digitalisering. Vanuit dat oogpunt ben ik dus optimistisch gestemd.”

Investeren in innovatie loont

Investeren in innovatie en onderzoek zal ons volgens De Krom niet alleen uit de crisis moeten helpen, maar is op de lange termijn ook simpelweg de beste oplossing. “Bewezen is immers dat iedere euro die wordt uitgegeven aan investeringen in wetenschap en innovatie uiteindelijk het meervoudige oplevert”, aldus Paul de Krom. “Een euro extra R&D zorgt bij bedrijven op langere termijn tot maar liefst €4,5 extra omvang van onze economie, zo staat te lezen in een analyse in de Groeibrief van het Kabinet van 13 december 2019 over de groeistrategie voor Nederland op de lange termijn.”

Duitsland heeft een lange traditie als het gaat om R&D. Ze hebben ook echt een industriële cultuur. Dat zit echt in hun genen, terwijl wij als Nederland toch meer een handelsvolk zijn.

 

Paul de Krom, bestuursvoorzitter TNO

Duitsland is als kampioen investeren in R&D een lichtend voorbeeld, zo bleek al uit het rapport ‘Landenstudie vasthoudend innoveren’ van de Adviesraad Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) na de financiële crisis. In vergelijking met de Nederlandse investering van slechts 0.88 % van het BNP in 2009, investeerden onze oosterburen maar liefst 2,2 keer zoveel in R&D. Dankzij deze aanpak slaagde Duitsland sterker uit de crisis te komen. Drie aspecten waren volgens het rapport daarbij leidend: 1) lange termijn doelen, 2) vasthoudendheid en 3) financiële draagkracht. 

Wat aan dit verschil tussen Duitsland en Nederland aan ten grondslag ligt? De Krom: “Duitsland heeft een lange traditie als het gaat om R&D. Ze hebben ook echt een industriële cultuur. Dat zit echt in hun genen, terwijl wij als Nederland toch meer een handelsvolk zijn. Het feit dat Angela Merkel een achtergrond heeft in de wetenschap, helpt wel.”

Grensoverschrijdende oplossingen

De grote maatschappelijke thema’s van het moment, zoals klimaat, de energietransitie, digitalisering of de zorg: je kunt ze niet sectoraal opsplitsen. Ze hangen immers allemaal samen. Dit vraagt niet alleen om een integrale aanpak maar ook om samenwerking op alle mogelijke niveaus: regionaal, nationaal, evenals met het bedrijfsleven. Oplossingen bedenken voor zulke veelomvattende en ingrijpende issues kun je nu eenmaal niet in je eentje als klein kikkerlandje. 

Een mooi voorbeeld hiervan vindt De Krom de Europese Green Deal, die versnelling moet brengen in de aanpak van de klimaat- en energievraagstukken. In het kader van ‘beter een goede buur dan een verre vriend’ vindt hij naast een Europese bundeling van krachten echter ook samenwerking tussen buurlanden onderling heel belangrijk. 

“Het ligt bijvoorbeeld volstrekt voor de hand dat je je energiesystemen op elkaar afstemt. Zo werken wij vanuit TNO samen met Duitsland aan slimme energie infrastructuren. En doen wij met Duitsland en Frankrijk onderzoek naar waterstof. We werken echter ook met onze buren samen als het gaat om onderwerpen als digitalisering, smart industry en mobiliteitsoplossingen. Zoals het ontwikkelen van alternatieve brandstoffen voor de grote auto-industrie.”

Samenwerking werkt beter

Echter ook de samenwerking met en tussen overheid, kennisinstellingen en, last but not least, het bedrijfsleven kan wat De Krom betreft niet voldoende worden benadrukt. 

“Zo werken wij binnen het Holst Centre bij TNO met allerlei partijen samen aan de technologie voor allerlei medische toepassingen. Zoals de ontwikkeling van flexibele materialen en sensortechnologie ten behoeve van monitoring systemen,  slimme pleisters maar ook een band om de buik voor het monitoren van zwangere vrouwen.”

Een ander samenwerkingsverband op het gebied van gezondheidszorg vormt het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde ‘Lifestyle4Health’ waarin TNO en het UMC  Leiden vertegenwoordigd zijn. “Daarin doen we bijvoorbeeld onderzoek naar hoe je diabetes 2 beter kunt voorkomen en genezen met maatregelen op het gebied van life-style.”

Tenslotte is datakoppeling binnen de gezondheidszorg een belangrijk thema dat volgens De Krom de nodige aandacht verdient. “Dat is een technologie waarmee een grote hoeveelheid data in de zorg kan worden geanalyseerd. Om te komen tot zogenaamde ‘predictive analyses’. Echter zonder dat de privacy van de patiënt wordt geschonden. Privacy issues neemt TNO sowieso zeer serieus. Dat is ook precies waarom TNO werkt aan het optimaliseren van het versleutelen van patiënten-informatie via Multi-Party Computation.”

Samenwerking ligt volgens De Krom ook ten grondslag aan het initiatief voor de vergroening van de maakindustrie in Geleen, waar zich een concentratie van grote chemieconcerns bevindt. 

“Arnold Stokking, die het initiatief vanuit ENZuid trekt, komt niet geheel toevallig van TNO. Hij begrijpt precies wat er voor zo’n enorme opgave nodig is. Het is heel mooi dat zo’n initiatief door zowel overheid, kennisinstellingen als het bedrijfsleven is opgepakt.”

Innovatie orkestreren

Het succes van zulke innovatieve technologieën staat of valt dus met royale investeringen in onderzoek en innovatie naast samenwerking met het bedrijfsleven. Zoals de Duitsers bij de vorige crisis hebben laten zien. En waar Nederland, als het aan De Krom ligt, wel een voorbeeld aan kan nemen. Laat dat nu precies zijn waar TNO een handje bij kan helpen.

“Neem nu de ontwikkeling van waterstof voor de energietransitie. Dat kan alleen op grote schaal. Daarvoor heb je allerlei partners nodig die zo’n technologie in de markt kunnen zetten. TNO kan daarbij de verbinding leggen, ecosystemen creëren en ervoor zorgen dat het bedrijfsleven aanhaakt. Om van schaalmodel tot een proeffabriek te komen heb je immers partners nodig die daarin willen investeren. Met de kennis en ervaring die we in huis hebben kunnen wij zulke innovatieve technologieën helpen opschalen. Daartoe beschikken wij over een breed netwerk aan ketenpartners. Niet voor niets staat ‘verbinden’ bij TNO centraal. En spreken we daarbij van ‘Orchestrating innovation’.”