Een toolkit voor de circulaire ondernemer – en wie dat wil worden
Fontys ontwikkelde een set hulpmiddelen om het mkb wegwijs te maken in de duurzame, circulaire en sociale economie.
Circulair ondernemen biedt voor het mkb veelbelovende nieuwe kansen. Denk aan lagere productiekosten, meer innovatievermogen of sociaal en verantwoord ondernemen. Het is zelfs een must om ook in de toekomst te kunnen blijven rekenen op klanttevredenheid, continuïteit van grondstoffenstromen en interesse van jong talent. Niemand die er tegen is, maar toch: hoe pak je dat aan? Hoe maak je je bedrijfsmodel of product circulair?
Met steun van een RAAK mkb-subsidie heeft het Fontys Expertisecentrum Circulaire Transitie in twee jaar tijd een toolkit ontwikkeld voor ondernemers die zelf stappen willen zetten richting circulair ondernemen. De toolkit biedt inzicht in wat circulair ondernemen inhoudt en wat je moet doen om het daadwerkelijk van de grond te krijgen. De toolkit kan als geheel of in onderdelen gebruikt worden. Ben je vooral bezig met het circulair maken van het product en het productieproces, dan kun je een massabalans opstellen of de checklist doorlopen. Wil je weten hoe je geld kunt verdienen in de circulaire economie of met een duurzaam businessmodel meervoudige waarde creëert, dan zijn er specifieke tools voor dat doel. Ben je je nog aan het oriënteren op de markt, maak dan een netwerkanalyse, analyseer je marketingstrategie en kijk hoe je het gedrag van klanten kunt beïnvloeden. En wie het complete pakket uitgebreider wil omarmen doet er goed aan om de samen met partners ontwikkelde online collegereeks (MOOC) te volgen.
Aanleiding voor de toolkit waren hulpvragen van mkb-ondernemers op het gebied van circulair ondernemen. Projectleider Fons Claessen: “Voor grote bedrijven ligt het voor de hand om mensen vrij te maken die met duurzaamheid en circulariteit aan de slag gaan, maar voor een mkb’er is dat lastiger. Toen we merkten dat veel ondernemers met vragen zaten, zijn we daar dieper ingedoken. Hun vragen vormde de basis voor ons onderzoeksproject. Naast technische vragen over circulaire materialen, over marktstrategieën en consumentengedrag, hadden de meeste bedrijven vragen rond circulaire business- en verdienmodellen. Wat daarbij heel snel op tafel kwam was het idee om dan maar een servicemodel te creëren, bijvoorbeeld door je product niet meer te verkopen maar te verhuren. Dat belemmerde mogelijk het zicht op andere interessante mogelijkheden.”
Zo praktisch mogelijk
Docenten, onderzoekers en studenten van Fontys zijn vervolgens samen met die ondernemers en externe experts op zoek gegaan naar case studies, met als doel daar de lessen uit te trekken die nodig zijn om concrete praktijkinstrumenten te ontwikkelen. Claessen: “In samenwerking met zes bedrijven uit de food-, bouw- en infrasector zijn zo de opties ontwikkeld die weliswaar een wetenschappelijke onderbouwing hebben, maar tegelijkertijd zo praktisch mogelijk zijn vormgegeven. Want alleen op die manier kan het mkb er ook echt mee aan de slag.”
Het resultaat: de Toolkit Circulair Ondernemen. Het gaat in totaal om acht tools, ondergebracht in drie hoofdgroepen:
Product- en productieproces:
Een online massabalans laat zien waar ‘lekken’ zitten in stofstromen die aangegrepen kunnen worden om circulair te worden.
Door de Checklist Circulair Ondernemen te doorlopen kun je de mogelijkheden rond circulair ondernemen zien.
Circulair businessmodel
De mogelijkheden om geld te verdienen in de circulaire economie zijn bijeengebracht in de tool Verdienmodellen. In dit artikel gaan we dieper in op deze tool.
De tool ‘meervoudige waardecreatie’ laat zien op welke waarden naast financiële waarde de ondernemer kan ‘scoren’ en hoe hij deze afrekenbaar kan maken.
Met de door prof. dr. Jan Jonker ontwikkelde Quickscan Circulaire businessmodellen krijgt een ondernemer handvatten voor nieuwe businessmodellen om anders te kunnen produceren en consumeren.
Markt & Consument
Met de tool ‘netwerkkaart’ kan de ondernemer de partijen die hij nodig heeft om zijn circulaire businessmodel tot een succes te maken gestructureerd in beeld brengen.
Marketingstrategieën: Hoe kun je marketing inzetten in je circulair ondernemen strategie? En welke kies je dan?
Het ‘Product-as-a-Service’ model wordt gezien als een belangrijke schakel in de transitie naar een ciculaire economie.
De in de toolkit opgenomen MOOC Organizing for Sustianability, biedt een stap-voor-stap methode om een compleet duurzaam, circulair of sociaal businessmodel te creëren.
Uit de gesprekken met deelnemende ondernemers, zowel voorafgaand als tijdens het project, bleek dat deze vooral benieuwd waren naar de opties om circulair geld te verdienen en naar strategieën om producten een tweede functie te geven. “We hebben daarop besloten om ons project in drie werkpakketten te verdelen”, zegt Claessen. “Verdienmodellen, consumentengedrag en grondstof-alternatieven. Op die manier hebben we het uiteindelijk ook in de toolkit verwerkt.”
Die aanpak heeft gewerkt, concluderen de betrokkenen na afloop. “We hebben nu iets waar ondernemers echt mee aan de slag kunnen. Daarnaast heeft het onderzoek ons ook nieuwe inzichten verschaft. Bijvoorbeeld: wie effectief circulair wil ondernemen moet dat samen met partners binnen en buiten de keten doen. Ook zijn we erachter gekomen dat het, om echt circulair te kunnen ondernemen, een vereiste is exact in beeld te hebben wat er in je bedrijf naar binnen komt en naar buiten gaat. Dat klinkt logisch, maar probeer maar eens van al je gebruikte materialen- die zelf vaak ook weer bestaan uit diverse grondstoffen – te achterhalen wat hun oorsprong en samenstelling is. Je moet dan op zoek naar de toeleveranciers van toeleveranciers. Je moet daarvoor dus eigenlijk ‘weten wat je niet weet’.”
Goede voorbeelden
Claessen maakt zich, mede op basis van de ervaring tijdens het project, grote zorgen over de haalbaarheid van de doelstellingen van de overheid. “De focus ligt op een 50% circulaire economie in 2030, maar het gevoel van urgentie is nog veel te laag”. De circulaire economie wordt voornamelijk geframed als ‘nieuwe businesskans voor bedrijven’, zegt Claessen. “Een polderaanpak: als er eenmaal een aantal goede voorbeelden zijn gaat het bedrijfsleven snel overstag en volgt de overheid met aanpassing van regels. Maar zo werkt dat niet. Er komt erg veel kijken bij de omvorming naar een circulair businessmodel, zeker voor gevestigde mkb-bedrijven. En het risico ligt nu volledig bij de ondernemer.”
Voor bijvoorbeeld de energietransitie zijn er diverse transitiefondsen beschikbaar, maar voor de circulaire transitie is dat er niet, stelt Claessen vast. “In vergelijking met de miljardensubsidies voor energietransitie is er voor de transitie naar een circulaire economie maar héél weinig budget beschikbaar binnen de overheid. Dat roept de vraag op in hoeverre het echt prioriteit heeft. Net als het gebruik van fossiele energie legt het gebruik van niet circulaire producten en consumptiegoederen een enorm beslag op de klimaatopgave. Vanuit dat perspectief zou de overheid ook op dit vlak meer inspanningen moeten plegen en het minder moeten overlaten aan de vrijwilligheid van ondernemers. Dat hoeft niet per se via ‘drang en dwang’ zoals het Planbureau voor de Leefomgeving recent nog betoogde, maar dat kan ook door het bieden van de juiste incentives en hulpmiddelen om het voor de ondernemer aantrekkelijker te maken om hierin stappen te zetten. Denk bijvoorbeeld aan een fonds voor risicoafdekking van financiering van circulaire bedrijfsplannen, 1-op-1 begeleiding, wettelijke experimenteerruimte, priveleges voor circulaire ondernemers, consumentencampagnes. Om te beginnen zou in alle aanbestedingen vanuit alle overheden veel nadrukkelijker om circulariteit gevraagd moeten worden.”
Geen blauwdruk
De toolkit Circulair Ondernemen is bedoeld om de MKB-ondernemer die met circulariteit aan de slag wil enige houvast bieden, stelt Claessen. Maar hoe zorgvuldig de toolkit ook is samengesteld, een blauwdruk voor circulair ondernemen is het niet, zo waarschuwt hij. “Het opzetten van een succesvol circulair businessmodel gaat vaak om een combinatie van factoren, die niet allemaal direct beïnvloedbaar zijn”. Wel is het zo dat bij het doorlopen van alle tools en stappen het risico op ‘failure’ een stuk kleiner wordt doordat de ondernemer stap voor stap meegenomen wordt en voor reeds bekende ‘valkuilen’ wordt gewaarschuwd.
Daarbij moet het idee om circulair te gaan ondernemen bovenal worden omarmd door die mkb’er voor wie het bordje toch al zo vol ligt. De governance in een bedrijf is vaak ook lastig: wie is er intern verantwoordelijk voor circulariteit, wie wordt er op afgerekend? Bovendien is circulaire economie een relatief nieuw werkveld en vormt daardoor ook nog geen stabiel geheel: veranderende omstandigheden zoals bijvoorbeeld wet- en regelgeving vragen vaak om aanpassingen in de aanpak. De omslag naar circulair ondernemen vergt van de ondernemer veel creativiteit, flexibiliteit en veel doorzettingsvermogen. Maar als het lukt ben je wel innovatief, koploper in een nieuwe markt en toekomstbestendig. Zoals menig ondernemer weet: de kost gaat voor de baat.”
Lessons Learned
Gedurende het project hebben de deelnemers – zowel aan de kant van de onderzoekers als bij de ondernemers zelf – veel geleerd over circulair ondernemen. De meest in het oog springende lessons learned:
Circulair ondernemen moet samen: wie effectief circulair wil ondernemen moet dat samen met partners binnen en buiten de keten doen.
Om grondstofkringlopen te kunnen sluiten, circulair te ondernemen is het nodig exact in beeld te hebben wat er aan grond- en hulpstoffen stoffen in je bedrijf naar binnen komt en naar buiten gaat. MKB-ondernemers beschikken niet altijd over informatie over de samenstelling van hun producten en gebruikte onderdelen of halffabrikaten. Om circulair te kunnen worden moet je als ondernemer dus eigenlijk weten wat je niet weet.
Er zijn meer circulaire verdienmodellen mogelijk dan enkel een servicemodel (Product-as-a-service). Veel bedrijven die circulair willen ondernemen grijpen automatisch naar dit model, terwijl er ook andere verdienmodellen mogelijk zijn die vaak beter bij het MKB passen en minder risico’s opleveren.
Er zijn qua circulaire economie nog weinig data om op terug te vallen. De ‘track record’ is nog klein en door het ontbreken van aansprekende voorbeelden in het MKB zijn de risico’s nog groot. Daarbij ontbreekt vaak kennis van de verschillende aspecten van een circulair bedrijfsmodel. Er is ook geen sprake van garantie- of transitiefondsen waarop ondernemers die de sprong richting circulair ondernemen willen maken aanspraak kunnen maken.