15 oktober 2024
Defensie investeert 100 miljoen euro in fonds om innovatiekracht Nederlandse startups te vergroten
- Technologie
- Veiligheid
- Startups
Zeker tot half mei zijn we nog gebonden aan de adviezen om vooral thuis te werken waar mogelijk. Maar we moeten ook vooruit kijken. Als we weer deels naar kantoor of de fabriek mogen, hoe doen we dat dan veilig? Daarvoor zijn veel veranderingen nodig die op de ene sector aanzienlijk meer impact hebben dan op de andere. Vanuit Brainport Development hebben we in de regio rond gevraagd: hoe bereidt jouw bedrijf zich voor op de 1,5 meter economie? Vandaag spraken we met VDL Groep over hoe zij hun bedrijven hebben ingericht op de nieuwe werkelijkheid. Deze praktijkvoorbeelden delen we, zodat andere bedrijven het wiel niet opnieuw uit hoeven te vinden.
VDL Groep heeft langzaam maar zeker de productie deels weer opgestart van een aantal bedrijven waarvan de productie tijdelijk was onderbroken. En dat is maar goed ook, want het bedrijf heeft een behoorlijk aandeel in de werkgelegenheid in Brainport: zo’n vijfduizend medewerkers. Daarbovenop werken er ook nog zo’n vijfduizend bij de autofabriek, VDL Nedcar, in Born (Limburg) waarvan een deel ook in de Brainport regio woont. “De maatregelen die we nu nemen, kunnen snel weer aangepast worden, dat is inherent aan deze tijden en voortschrijdende inzichten door nieuwe richtlijnen”, weet Miel Timmers, hoofd communicatie bij VDL Groep. We volgen de ontwikkelingen op de voet. De maatregelen waarover we in dit artikel spreken gelden vooral voor de lijnfabrieken in Nederland en Vlaanderen. VDL heeft in totaal 104 bedrijven in 20 landen. Een generiek beeld is niet te schetsen omdat de situatie per land en soort productiebedrijf erg verschilt.
Die lijnfabrieken, waar voertuigen aan een lijn worden geproduceerd, zijn het meest uitdagend om alle medewerkers te laten functioneren in de 1,5 meter-economie. De autofabriek zit in Born (Limburg) en de busfabrieken in Valkenswaard, Venlo, Heerenveen en Roeselare (België). Dat zijn allemaal lijnfabrieken waar op delen van die lijn medewerkers normaal gesproken dicht op elkaar werken. “Soms is dat met 1,5 meter afstand goed te doen, soms minder goed. We hebben ons de afgelopen weken ingespannen om alle werkzaamheden op een veilige manier vorm te geven en zo de productie door te kunnen laten gaan of te gaan opstarten”, zegt Miel.
De autofabriek in Born gaat vanaf week 19 weer rustig opstarten, de busfabriek in Roeselare is sinds week 17 weer op halve kracht gestart. “Die in Valkenswaard ligt vooralsnog stil en in Heerenveen en Venlo produceren we door. We hebben protocollen opgesteld voor collega’s die normaal elkaar binnen 1,5 meter treffen. En dat begint al bij de benadering van het bedrijventerrein. Velen komen gelijktijdig naar het werk en lopen naar de entree. Om te zorgen dat medewerkers daar niet al direct te dichtbij elkaar komen, hebben we looproutes gemaakt met belijning op de grond om elkaar zo min mogelijk tegen komen. Een deel van de collega’s gebruikt entree a, een ander deel entree b, etc. In het ene trappenhuis gaat men alleen omhoog, in het ander alleen omlaag. Alles erop gericht om contact zoveel mogelijk te voorkomen.
Met kantines wordt, afhankelijk van de locatie, wisselend om gegaan. Wat in ieder geval voorkomen moet worden is dat grote groepen mensen daar samen komen. Op sommige plekken worden ze nu tijdelijk gebruikt als extra kantoorplek. Op andere locaties wordt maximaal één collega per tafel toegestaan en zijn de pauzetijden verruimd. Bij koelkasten en magnetrons is ook belijning en een looproute aangebracht. Verder sturen we extra aan op persoonlijke hygiëne, met meer plekken om de handen te wassen en te desinfecteren. Tussen verschillende diensten zit nu meer tijd zodat werkplekken en -oppervlakten extra kunnen worden schoongemaakt en gedesinfecteerd. Medewerkers die binnen 1,5 m van elkaar moeten komen om hun werk te kunnen doen, krijgen persoonlijke beschermingsmiddelen. Dan moet je denken aan onder meer mondkapjes, handschoenen, veiligheidsbrillen en gelaatsbescherming. Daarnaast hebben we flexibele schotten tussen werkplekken geplaatst”, zegt Miel.
Wat sommigen zich misschien afvragen in deze tijden: is robotisering niet dé oplossing om de mensen minder dicht in elkaars buurt te laten werken? Miel weet dat dat niet zo simpel is. “Wat we kunnen robotiseren en automatiseren, doen we. Bijvoorbeeld in Born is de autofabriek in 2014 heropend met zo’n 1450 medewerkers en zo’n 1200 robots. In 2018 hadden we daar ongeveer 1400 robots en ruim 7000 medewerkers. De robot vervangt geen medewerkers, maar ondersteunt hen. De robot kan niks alleen, hij moet aangestuurd en gecontroleerd worden door een medewerker. Het werk verandert wel. Vroeger moest iemand met z’n blote handen een stoel in een auto of bus zetten, nu doet een robot dat. Het zware, repeterende werk gebeurt door een robot, het fijnere maatwerk wordt door een medewerker gedaan. Kortom: het is én blijft een samenspel tussen mens en robot”, besluit Miel.
Steeds meer organisaties hebben kantoortuinen waarbij meubilair en apparatuur gedeeld worden. Dat kan nu niet meer en moet zoveel mogelijk ingeperkt worden. Is er mogelijkheid om de bureaus zo te plaatsen dat er altijd 1,5 meter tussen elke collega zit? Daarnaast kun je een systeem opzetten waarbij iedere medewerker voor en na zijn dienst zijn eigen werkplek reinigt en daarbij duidelijke instructies achterlaten om dit op een juiste wijze te laten plaatsvinden. Ook is het slim om logische looproutes aan te leggen zoals winkels dat ook doen, zodat medewerkers niet allemaal hun eigen looppaden creëren en er meer onderlinge contactmomenten komen. Gemeenschappelijke voorzieningen zoals koffieapparaten en kantines kunnen het beste worden gesloten en toiletten moeten extra vaak worden schoongemaakt.
En als we dan weer aan het werk mogen: hoe komen we daar dan? Om de afstand ook in het openbaar vervoer te garanderen, kan zo’n 15 tot 20 procent van het normale aantal reizigers mee in de bus en 20 tot 25 procent van het normale aantal reizigers in de trein, zo werd berekend. Deels thuiswerken zal dus ook de komende tijd nog nodig blijven. En dat kan gewoon heel efficiënt, mits de juiste middelen beschikbaar zijn. Dat gaat niet alleen over een ergonomische werkplek, maar ook een goede ICT infrastructuur, snel internet en bestanden waarin tegelijkertijd samengewerkt kan worden. En natuurlijk een goede supportafdeling voor de momenten waarop het niet werkt. Tools om prettig te vergaderen zijn daarvoor ook belangrijk. Veel gebruikte tools zijn MS Teams, Skype, Google Hangouts en Zoom. Die laatste heeft wel een kanttekening wat betreft privacy; vooral veel scholen kunnen zich niet vinden en de privacyregels die de van origine Amerikaanse app hanteert.
In Brainport hebben we vooral veel maakindustrie: bedrijven waar productie plaatsvindt. We zien dat veel bedrijven zijn gaan werken met shifts. Bedrijven die dat al deden, zorgen dat de shifts net iets anders ingedeeld worden zodat de mensen van shift A geen pad kruisen met de mensen van shift B. Zorg er bij voorkeur voor dat een bepaald team langere tijd samen dezelfde shifts draait om zo de hoeveelheid contacten te beperken. Een gesimplificeerde variant van een shiftopzet zou kunnen zijn: drie shifts (ochtend, middag, avond) en drie ploegen (A, B en C). Om te zorgen dat niet steeds dezelfde mensen ‘de pineut’ zijn en de avond moeten werken, kun je ook dat rouleren. Bijvoorbeeld shift A werkt in week 1 de ochtend, in week 2 de middag, in week 3 de avond, in week 4 weer de ochtend, etc. Indien mogelijk laat je de start en stoptijden net iets verspringen, zodat de ploegen elkaar ook niet zien, bijvoorbeeld eindtijd 12:00, starttijd 12:15. Daarnaast zou je, indien mogelijk, je kantoor in kleurzones kunnen indelen (gewoon afplakken met tape) zodat mensen bewuster zijn van de ruimte en meer in de eigen zone blijven. Zoals we al veel zien in winkels kunnen plexiglasschermen ook helpen tegen besmetting bij beroepen waar 1,5 meter afstand houden moeilijk is.
Heeft jouw bedrijf of school een goed initiatief om toch operationeel te kunnen zijn in de 1,5 meter samenleving? Laat het ons dan weten en we delen je ideeën graag met andere ondernemers en scholen in Brainport ter inspiratie.
Fotograaf: Jacqueline de Haas