Buddyproject koppelt maakbedrijven succesvol aan scholen in De Peel
Stichting Hightech Helmond-De Peel trapte 30 oktober de tweede ronde af van het buddyproject. In het Techniekcentrum Brainport in Deurne werden daarbij regionale hightech maakbedrijven gekoppeld aan regionale scholen om zo elkaars werelden beter te leren kennen en de kinderen te enthousiasmeren voor de mogelijkheden in de techniek. De succesvolle pilot uit 2018 zorgde voor een stijging van het aantal deelnemers: van zes scholen en bedrijven toen naar zestien scholen en achttien bedrijven nu. “Ik hoop volgend jaar en het jaar daarna steeds meer scholen te bereiken met dit initiatief”, zegt Manon Pijnenburg, voorzitter van de stichting.
Het enthousiasme van de betrokkenen is al direct duidelijk bij binnenkomst: per school en bedrijf zijn wel twee of drie mensen gekomen, wat zorgt voor een zaal die voller is dan verwacht. Er wordt letterlijk een tandje bij gezet: alle stoelen uit het pand worden naar de zaal gereden om iedereen van een zitplek te voorzien. “En zo doen we dat hier,” zegt Manon: “gewoon meteen gas erop en aan de slag.”
Ervaringen uit de pilot
Arjen Vos (Verbi) vertelt samen met Joost Jacobs (Praktijkschool Helmond) over hun buddyervaring. Arjen: “Veel leerlingen die nog niet in een bedrijf hadden gekeken, hadden een laag zelfbeeld. Als ik vroeg wat ze wilden worden, zeiden ze me: “Ik kan niets worden.” Iedereen is al iets en kan zeker iets worden. Dat triggerde iets in mij: hier moeten we iets mee.” Het buddytraject zet de deelnemers aan het denken. Joost: “Bijvoorbeeld over waar we de focus (moeten) leggen. Het blijkt vooral belangrijk de leerlingen te motiveren en inspireren zodat ze met die houding naar bedrijven gaan.” Arjen: “De rest leren wij ze wel, dat komt wel goed. Maar de focus moet liggen op wat ze wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen, dan gaat dat zelfbeeld ook verbeteren.” De sparringsoptie was ook prettig voor beide partijen. “Ik vond het fijn te sparren met iemand uit het onderwijs over hoe ik kinderen het beste kan aanspreken”, zegt Arjen. En voor Joost was het prettig meer zicht te krijgen vanuit docenten op hoe het nou gaat in het bedrijfsleven en hoe je dus leerlingen daarop moet voorbereiden.
De leskist van NTS Botech trekt meteen de aandacht van het publiek. Ronald van Mil deed tijdens de pilot van het project ook mee en ontwikkelde destijds een leskist. Ondertussen krijgt hij steeds meer aanvragen voor gastlessen en gebruik van de leskist en is er zelfs een tweede leskist gemaakt. Zijn bedrijf in granietverwerking is te complex om een klas met (jonge) kinderen zo rond te leiden, dus moest er in de leskist een vereenvoudigde weergave komen. Die werd gevonden in de leskist met daarin de veel zachtere speksteen. De concreetheid en eenvoud van de inhoud maken het tot een succes. Cindy Raaijmakers van basisschool St. Trudo waar NTS Botech buddy van was, haalt aan hoe de kinderen die de gastles hebben gevolgd daar vervolgens enthousiast over vertelden tijdens de Dutch Technology Week: “Het is leuk om te horen waar de kinderen vervolgens de nadruk op leggen in hun verhaal.”
Matches voor dit schooljaar
De matches worden gemaakt op een schoolse manier: met memory. Alle scholen krijgen een fotokaartje met daarop een deel van het bedrijf of diens techniek waarmee ze gematcht zijn. Het zoeken naar degene met hetzelfde kaartje kan beginnen en levert direct al veel roering op maar de matches zijn zo gemaakt: Cor Kuijpers, directeur van het Jan van Brabant College doet mee omdat hij het belangrijk vindt zijn leerlingen breed voor te bereiden op de wereld waarin zij terecht komen. “Techniekonderwijs is daarbij belangrijk maar bijvoorbeeld ook aandacht voor zorg en welzijn: ik wil alle opties aan de leerlingen goed laten zien. Ik werd vooral enthousiast van de wisselwerking tussen bedrijf en docent: elkaar beter leren begrijpen.”
Eduard Wijlaars van Edumar vindt het erg belangrijk om “samen sterk te staan voor techniek. Het is soms nog onbekend wat er allemaal met techniek kan. En onbekend maakt onbemind. Wij maken machineonderdelen. Alles wat hier op tafel staat (kopjes, bordjes, bestek, red.) komt uit een machine en daarvoor maken wij de onderdelen. Zonder techniek staat alles stil. Daarom moeten we kinderen zo vroeg mogelijk laten zien hoe mooi het is. We zitten in Someren en zijn gekoppeld met een basisschool uit ons eigen dorp: De Diamant. We hebben meteen gegevens uitgewisseld vandaag. Ik heb er zin in: we gaan er iets moois van maken.“
Belang van verbinding
“De stichting vindt het heel belangrijk om kinderen zo vroeg mogelijk bekend te maken met techniek en vooral de verbinding te maken”, zegt Manon. “Brainport Development heeft een goed netwerk in het onderwijs en dat kan voor ons ook weer helpen bij het maken van de verbinding.” Lianne van den Wittenboer, projectleider bij Brainport Development onderstreept dat: “Wij zijn erg blij met dit soort initiatieven. Dit is echt prachtig voorbeeld van succesvolle concrete samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. En dan is het fijn als wij daaraan kunnen bijdragen vanuit ons netwerk.” Aan het eind van de presentaties wil Manon iedereen nog op het hart drukken: “Ga bij elkaar op bezoek. Wij uit het bedrijfsleven komen niet meer bij scholen en leraren niet in het bedrijfsleven. Leren hoe het proces van de ander werkt zorgt voor meer onderling begrip.”