20 november 2024
Brainport onderwijsinstellingen leiden vanaf 2025 jaarlijks honderden extra technici op
- Onderwijs
- Ondernemen
- Strategie & Organisatie
- Innovatie
- Arbeidsmarkt
In Brainport Eindhoven veranderen we de wereld, want hier ontwikkelen we sleuteltechnologieën die de maatschappij veranderen. Dat kunnen we alleen dankzij onze pioniers. Ontmoet daarom één van onze pioniers: Jelle de Haas.
Mijn naam is Jelle de Haas, ik ben 22 jaar oud en ik woon in Best.
Ik doe de bachelor Elektrotechniek aan Fontys Engineering. Ik zit nu in mijn derde jaar.
Je kijkt naar de analoge elektronica. Als visueel voorbeeld gebruik ik vaak de aansturing van de sprookjesboom van de Efteling. Iedereen weet wel hoe die eruit ziet en hoe het beweegt. Dat stukje doen we niet, maar het stukje erachter, waardoor het kan bewegen en het reageert als je ergens gaat staan, juist dat komt terug in de opleiding.
Hiervoor zat ik op Summa College en deed ik daar mbo mechatronica, robotica en industriële automatisering. Daar ben ik terecht gekomen, omdat ik de techniek in wilde, maar niet zo goed wist wat precies in de techniek. Ik ben naar open avonden van verschillende bedrijven geweest en zo ben ik uiteindelijk bij Mechatronica aan Summa College terechtgekomen. Na anderhalf jaar moest ik kiezen tussen werktuigbouwkunde of elektrotechniek. Voor mij was de keuze niet moeilijk en ik koos dus voor elektrotechniek. Dat ging vooral over de wat grotere elektronica, zoals dingen met hoge spanning en PLC-programmeren. Het was eigenlijk net niet helemaal wat ik zocht. Ik merkte ook wel tijdens mijn stage dat ik het wel leuk vond, maar ik had het gevoel dat er wel meer in zat. Ik heb ooit havo gedaan en daarna ben ik naar het vmbo gegaan, maar ik heb altijd wel het idee gehad dat ik het aan zou kunnen. Dus daarom wilde ik een bachelor gaan proberen.
Ik ben naar open avonden gegaan van Fontys en Avans. Avans zit wat meer op de grotere elektronica en Fontys zat meer op de kleinere elektronica. Ik sprak met studenten van Fontys en ze vertelden me wel dat de individuele begeleiding er heel sterk was. Ik dacht bij mezelf dat dat wel iets was wat ik nodig kon gaan hebben, door ervaringen die ik op het mbo heb gehad. Daarnaast vind ik Eindhoven ook wel een fijne stad, ik ken het, want ik studeer er al zes jaar, en ik woon er dichtbij. Dus voor mij was het het totaalplaatje dat ik voor Fontys koos.
Je hebt een loopbaanbegeleider voor de duur van je studie. Dus je hebt niet ieder jaar een ander, zoals op het mbo. In het begin heb je er veel contact mee, maar later is het je eigen verantwoordelijkheid om hen op te zoeken als het nodig is. Maar voor mij is het echt een vertrouwenspersoon. Met corona in oktober 2020 had ik het gevoel dat ik het plezier in school aan het verliezen was. Het was voor mij steeds moeilijker om te blijven doen wat ik zou moeten doen. Mijn loopbaanbegeleider gaf me aan dat als ik zo doorging, ik blij moest zijn als ik het einde van het schooljaar zou halen zonder burn-out. Dus het was belangrijk dat ik wat ruimte ging creëren.
"Ik doe nu een jaar langer over mijn opleiding, maar dat is niet erg, want het heeft me uiteindelijk wel meer opgeleverd."
In het begin had ik er wel moeite mee. Ik ging naar het hbo om te kijken of ik het aankon en alles was een 8 of hoger. Ik werkte er heel hard voor, maar ik hoefde mezelf niet echt te pushen. Die lat is stiekem wel omhoog gegaan. Dus toen ik moest vertragen, had ik er heel veel moeite mee. Maar het heeft me heel veel opgeleverd. Daardoor kan ik nu één dag in de week naast mijn studie werken in de functie waar ik voor aan het leren ben. Dus dat is wel heel vet. Ik heb nu ook de ruimte om dingen te doen, zoals ik die wil doen. Ik probeer dingen beter te doen. Op het mbo had ik het gevoel dat ik van alles wel wat wist, maar niet voldoende. Op het hbo wilde ik echt weten wat ik aan het doen ben. Ik wil het echt begrijpen. Daarom ga ik niet voor een 5,5, want dan weet ik voor mijn gevoel nog niks.
Ik ben nu Junior Hardware Engineer bij Mentech. Ik ben er terechtgekomen via het PROUD Honours programma van Fontys. Het is een soort voorstage, waarin je één dag in de week gaat werken. Je leert het bedrijf en de opdracht kennen. Het is een soort kickstart van je stage, want als je stage moet lopen, heb je de eerste vijf weken de tijd om het bedrijf te leren kennen. Maar dat heb je dan al gehad.
Ik heb altijd wel gewerkt naast school, maar was daarmee gestopt om de focus volledig op school te hebben. Dit begon ik tijdens mijn bachelor te missen. Toen ik op school hoorde van het programma, meldde ik me aan. Toen ik langer over mijn studie moest gaan doen, twijfelde ik wel of ik wel door moest gaan met het programma. Maar na een gesprek met één van mijn docenten besefte ik dat het juist ideaal was. Het had ook het voordeel dat ik er een netwerk bij opbouwde en sociale contacten opdeed. Dus ik heb het toch doorgezet.
Je krijgt inzicht in wat werken eigenlijk inhoudt. De opleiding is nog vrij praktisch. Ik had het theoretischer verwacht. Het is nu half-half ongeveer. Maar het was voor mij best wel een cultuurschok: ik heb altijd productiewerk gedaan en ineens moest ik dingen gaan proberen, bedenken en maken.
"Ik heb geleerd wat je doet in het werkveld en welke verwachtingen er zijn. Je leert wat je er allemaal kunt doen en tegen welke dingen je aanloopt."
Je loopt gewoon tegen andere dingen aan dan op school. Je merkt ook waarom bepaalde dingen op school zo zijn. We klagen weleens dat bepaalde opdrachten niet goed zijn gedefinieerd of dat dingen niet altijd klaar liggen, maar ik besef me nu dat eigenlijk juist goed is, want nu leer je het speelsgewijs, maar in de praktijk is het altijd zo. Een klant komt niet naar je toe met de vraag: “Ik wil dit zo gedaan hebben.”, maar “Ik wil dit hebben.” Jij mag dan uitzoeken hoe. Dat is wel het grootste leerpunt voor mij. Ik zie nu meer in wat ik eraan heb, dan ik in eerste instantie had gedacht.
Daarnaast is het ook goed geweest voor mijn sociale ontwikkeling. Er is een wekelijkse meeting met de actieve leden om de gemeenschap en het programma draaiende te houden. Dit is met internationale studenten, wat vooral mijn Engelse sociale vaardigheden goed heeft gedaan.
Ik had wel verwacht dat het hbo theoretischer zou zijn, maar hoewel een master theoretischer is, hoeft een master hoeft voor mij nu niet. Ik wil gaan werken, omdat ik ook een keer het huis uit wil en wat voor mezelf wil opbouwen. Zelf heb ik ook wel het idee dat hbo mijn niveau is. Ik vind het theoretische wel heel interessant en wiskunde vind ik heel leuk, dus als het ooit op mijn pad komt, zou ik er geen ‘nee’ tegen zeggen. Maar nu heb ik niet direct de drive om nog door te studeren.
Ik ben er nog niet helemaal uit. Ik heb nooit geweten wat ik later wilde worden. Maar ik vind het wel heel leuk wat ik nu doe. Ik vind het leuk om projectleider te zijn. Dan ben je iets minder technisch bezig, maar meer met het sociale en met projectmanagement. Daar zou ik wel iets mee willen doen. Ik zit er ook aan te denken om mijn minor in die richting te doen. Ik heb ook wel in het tweede jaar van mijn studie bijles gegeven voor CSA (Curriculum Supporting Activity, red.) en dat vond ik ook heel leuk om te doen. Mij lijkt het dus ook wel gaaf om praktijkbegeleider te zijn of misschien ooit in het onderwijs terecht te komen. Maar dat is niet iets wat ik direct na mijn studie wil. Ik zie mezelf nu nog niet voor de klas staan. Ik voel me niet comfortabel in die setting. Eén op één kan ik heel makkelijk praten, maar voor een groep minder makkelijk. Daarom heb ik daar mijn twijfels bij. Ook lijkt het mij fijn om eerst wat praktijkervaring op te doen voordat ik voor de klas zou belanden.
Ik vind het heel leuk om actief deel te nemen in een leerproces. Door een klein beetje te sturen, door de juiste vraag te stellen, om dan te zien hoe mensen kunnen groeien en ze dingen kunnen doen, waarvan ze eerst dachten dat ze het niet konden: dat vind ik het leuke eraan.
Ik zou graag de medische richting op willen gaan. Ik wil graag mensen helpen. Vroeger deed ik vakantiewerk in het verzorgingstehuis waar mijn moeder ook werkt. Ik heb daar ook een maatschappelijke stage gedaan, dus helemaal uit het niets komt het niet.
Met mijn achtergrond kan en wil ik de ontwikkeling in. Dat doe ik nu ook bij Mentech. Daar sta ik in het ontwikkelingsteam van het sensorplatform. Maar mijn droombaan is toch wel projectleider van zo’n ontwikkelingsproject.
Ik weet van mezelf dat ik een vertrouwenspersoon in een bedrijf nodig heb, waar ik naartoe kan en af en toe mijn ei kwijt kan. Het moet geen grote hiërarchie zijn, waarin contacten niet persoonlijk aanvoelen. De sociale ervaring is voor mij zeker zo belangrijk als de praktische ervaring.
"Je hoeft niet te zoeken naar een bedrijf dat je aanneemt, maar je zoekt naar een bedrijf wat bij je past."
Ik heb in zo’n 7 of 8 bedrijven als stagiair gewerkt en daarin heb ik heel goede, maar ook minder goede ervaringen gehad. Soms wil ik gewoon mijn ei kwijt kunnen, zonder dat daar direct actie op wordt ondernomen. Mocht het dan een keer fout gaan, dan hoef ik mijn hand maar op te steken en weten ze genoeg, zonder dat ik alles dan nog moet gaan uitleggen. Ik denk dat het erom gaat dat ik me op mijn gemak moet voelen. Dan pas kan ik excelleren. Als ik het gevoel heb ik dat mezelf constant moet bewijzen of dat ik steeds in de gaten wordt gehouden, dan voel ik me niet helemaal op mijn gemak en dan klap ik dicht.
Het fijne van de regio is Brainport. Er zijn technische bedrijven in overvloed. In andere sectoren hoor je weleens dat ze blij zijn als ze een baan hebben gevonden, maar hier zoeken ze overal mensen. Dat merk je ook wel aan de sfeer. Met de Fontys zitten we ook op het terrein van de TU/e en er is vrij nauw contact met het werkveld. Je groeit er heel erg in. Het voelt niet alsof je stopt met school en in een nieuwe wereld stapt. Daardoor voelt het voor mij best natuurlijk. Dat vind ik het grote voordeel van Brainport Eindhoven.
"Het belangrijkste dat ik heb geleerd is dat je je er niet op moet vastpinnen dat je over vier jaar met een diploma de school uit moet lopen en enorm succesvolle techneut moet worden."
Het belangrijkste dat ik heb geleerd is dat je je er niet op moet vastpinnen dat je over vier jaar met een diploma de school uit moet lopen en enorm succesvolle techneut moet worden. Maar neem vooral de tijd neem om te kunnen ontdekken wat je leuk vindt. Geniet vooral van het proces waar je in zit. Pin je niet vast op de eindstreep die je in gedachten had voor jezelf. Want de eindstreep is altijd anders dan eerst gedacht en dat houdt het juist leuk.