Ondanks bomvolle agenda’s ziekenhuizen toegankelijker maken voor innovatie

Tijdens Pioneers in Medtech vertellen we verhalen over start-ups, toeleveranciers en wetenschappers die werken aan de medische technologie van de toekomst. In deze vierde aflevering: Máxima Medisch Centrum.  

Dries Steinmeijer, Business Development en Funding bij het Maxima MC (MMC), wordt tijdens zijn werk regelmatig geconfronteerd met de opvatting dat de drempel tot het ziekenhuis hoog is: bedrijven, start-ups of onderzoekers die iets van het ziekenhuis willen, vinden het vaak een moeilijk bereikbare, gesloten organisatie. “In ziekenhuizen wordt heel hard gewerkt. Als er vervolgens innovatie bedrijven of start-ups zijn die willen samenwerken, weten ze vaak niet waar ze terecht kunnen. Zeker omdat iedereen heel druk is, kan het lijken alsof er geen tijd is voor andere dingen. Terwijl dat niet het geval is.”

'Extra' werk

In topklinische ziekenhuizen zoals het MMC betekenen experimenten met innovatieve start-ups ‘extra’ werk bovenop de al bomvolle agenda’s van artsen en verpleegkundigen. Waar er in academische ziekenhuizen budget is voor dat soort zaken, is dat in topklinische ziekenhuizen vaak niet het geval. Maar, dat betekent niet dat er daardoor geen ruimte is voor ‘extra’ werkzaamheden. Bij MMC zit innovatie “een beetje in het DNA”, aldus Steinmeijer. “Artsen die in hun vrije tijd werken aan een innovatieproject, is geen uitzondering. Er zijn in ons ziekenhuis genoeg mensen die daarvoor openstaan. Je moet ze alleen weten te vinden.”

Incubator, online zichtbaarheid en de BOM

Het MMC wil de deuren voor innovatie graag openzetten en denkt na over manieren om die samenwerkingen zo goed mogelijk te faciliteren. Dat gebeurt op verschillende manieren: op het terrein van het Veldhovense ziekenhuis staat een apart gebouw waarin start-ups en onderzoekers zich hebben gevestigd en er is een innovatieplatform in het leven geroepen: MMC innoveert. “Zo kunnen mensen die geïnteresseerd zijn in ziekenhuiszorginnovatie ons vinden en brengen we ze in contact met de juiste persoon.” Inmiddels weet Steinmeijer die juiste personen steeds beter te vinden. Daar is wat tijd overheen gegaan: artsen en verpleegkundigen zijn druk bezet en staan niet allemaal open voor ‘extra’ werk.

Daarnaast is het MMC een van de twee ziekenhuizen die in Brabant een samenwerking is aangegaan met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). MMC organiseert samen met de BOM bijeenkomsten waarbij start-ups gekoppeld worden aan experts in het MMC. Dat werkt ook de andere kant op, vertelt Steinmeijer. “Als er in ons huis iemand is met een goed idee voor een bepaalde toepassing, kunnen we die vraag koppelen aan de markt.”

Kunstmatige baarmoeder

Het openen van die deuren loont. Zo initieerde het MMC samen met TU/e een project dat onderzoek doet naar een kunstmatige baarmoeder die als vervanging kan dienen van de couveuse. Het doel is om extreem vroeggeboren kinderen beter door de kritische periode van 24 tot 28 weken te helpen – een periode waarin de overlevingskans nu nog erg laag (50 procent) is. Baby’s die wel overleven, lopen vaak chronische schade op, omdat de longen nog niet rijp zijn voor zuurstof van buitenaf. De baarmoeder moet kunstmatige beademing vervangen. “Een goed voorbeeld van open innovatie in ons ziekenhuis. We zijn het project gestart met de TU/e, maar bestaat inmiddels uit een internationaal consortium van meer dan twintig partijen”, vertelt Steinmeijer enthousiast.

Maatregelen op landelijk niveau

Het MMC probeert zelf al zoveel mogelijk te doen om makkelijker toegankelijk te worden voor medtech start-ups, onderzoekers en bedrijven, maar ook op landelijk niveau worden maatregelen getroffen die ertoe moeten leiden dat zorgmedewerkers meer lucht krijgen.

Zo stimuleert de overheid samenwerking tussen de topklinische en academische ziekenhuizen op het gebied van technologie en innovatie. Daar is ook Steinmeijer het mee eens: “Bij academische ziekenhuizen ligt de focus veel meer op fundamenteel onderzoek en is daar ook budget voor, maar wij hebben op onze beurt vaak meer patiënten en daardoor meer praktijkervaring. Topklinische ziekenhuizen zijn de doeners; met die ervaring kunnen we academische ziekenhuizen goed ondersteunen bij hun onderzoek.”

Eerder advies inwinnen

Leuk en aardig, maar wat kunnen start-ups zélf doen om hun kans op succes in het ziekenhuis te verhogen? “Eerder advies inwinnen! Hoe eerder ze naar ons toe komen, hoe beter. Daarbij gaat het niet alleen om het medische aspect, maar ook over de financiële haalbaarheid. Ook die kennis is in het ziekenhuis aanwezig, onze inkoopafdeling weet er alles van.”

Brainport Development, een onafhankelijke partij die innovatie en economische ontwikkeling in de Brainportregio stimuleert, werkt aan een community om start-ups, het mkb en grote bedrijven in de medtech sector te ondersteunen bij specifieke uitdagingen. Volgens Steinmeijer kan Brainport hiermee een belangrijke rol spelen bij het verlagen van de drempel die het bedrijfsleven nu ervaart bij het benaderen van ziekenhuizen.

Zo werd Prodrive Technologies met de hulp van Brainport gekoppeld aan twee longartsen van het MMC, nadat ze hun idee pitchten op een Innovation Meets Hospital sessie. Op de R&D-afdeling van het technologiebedrijf werkten ze een idee uit voor een inhalator die ervoor zorgt dat COPD en astmapatiënten op een betere manier omgaan met het gebruik van medicijnen en het moment waarop ze het medicijnen toedienen. Bovendien willen ze resultaten op afstand meten. “Dit zou betekenen dat patiënten minder vaak naar het ziekenhuis hoeven voor reguliere controle. Het project bevindt zich nog in een vroeg stadium en we weten niet of het wat wordt, maar dit soort samenwerkingen zijn waardevol. Brainport heeft goed zicht op bedrijven uit de sector, daar maken wij als zorginstelling graag gebruik van.”

Is jouw start-up een medtech start-up en wil je ook meedoen aan een Innovation meets Hospital sessie? Neem contact op met Marielle Sleumer.

Naar Pioneers in MedTech