Vencomatic Group
'Nederland heeft het goedkoopste voedsel van de wereld’
Wat doet Vencomatic Group?
We zijn actief in de pluimvee en we zitten over heel de wereld. Het unieke van ons bedrijf is dat we heel nauw samenwerken met NGO’s zoals de dierbescherming en milieuorganisaties. Samen met hen ontwikkelen we automatiseringsgereedschap voor boeren. Nederland is daarin leidend in de wereld.
Ons bedrijf is innovatiegericht. Dat betekent dat we elke drie jaar een nieuw innovatief product lanceren. We koppelen techniek aan het gedrag van dieren. Als je die twee in de juiste verhouding samenbrengt dan kun je heel succesvol zijn in het oplossen van gigantische problemen. Eind jaren 70 werden eieren bijvoorbeeld allemaal met de hand geraapt. Dat was zwaar en veel werk dat meestal door de boerin werd gedaan. Het waren kleinschalige bedrijven waarbij alle dieren door elkaar heenliepen. Door het gedrag van die dieren te bestuderen konden we een systeem ontwikkelen dat aangenaam is voor de dieren, en de mens ontlast. Die studie mondde uit in de ontwikkeling van het eerste automatische legnest. Je moet het zodanig aantrekkelijk maken voor een dier dat het eieren legt op de plaats waar jij ze wil hebben.
Cor van de Ven
"Ik ben eigenlijk altijd techneut geweest. Sinds mijn 29e heb ik een eigen bedrijf in de automatisering van pluimvee. Dat bedrijf heb ik samen met mijn vrouw uitgebouwd tot wat het nu is; Vencomatic Group. We zijn een echt familiebedrijf. We hebben vijf kinderen en ze zitten allemaal in de organisatie. Onze oudste dochter is CEO en mijn oudste zoon commercieel verantwoordelijk. We hebben een kleine 450 mensen in dienst."
In de jaren ‘90 hielden we ons bezig met het dierenwelzijn in legbatterijen. Vanuit de hele wereld kwamen ze naar ons, omdat ze in de gaten hadden dat wij aandacht hadden voor het dier en het gedrag veel beter begrepen. Wij zijn nu leidend in de wereld op het gebied van alternatieven voor legbatterijen. Maar wat we ook doen is het ontwikkelen van robots die het zware werk uit handen nemen. Daardoor kunnen vakmensen zich weer richten op dat waar ze goed in zijn, in plaats van saai repeterend werk doen.
De laatste innovatie die we op de markt hebben gebracht was een alternatief voor het schadelijke bestrijdingsmiddel Fipronil, dat werd ingezet om bloedluis bij pluimvee te voorkomen. Om kippen te behoeden voor bloedluis hebben we een zitstok ontwikkeld waar twee elektrodraden onder doorlopen. Een bloedluis zoekt overdag een schuilplaats en gaat in de nacht op zoek naar bloed, precies op het moment dat de kip op de zitstok zit. De bloedluis kan nu alleen naar de kip via die elektrodraden, daardoor gaat hij die kip nooit bereiken. Dat is voor de kip èn de mens een vriendelijkere manier dan het gebruik van pesticiden.
Op welke manier dragen jullie bij aan het realiseren van maatschappelijke uitdagingen?
We zeggen altijd dat het pand waarin we gehuisvest zijn het duurzaamste gebouw van Europa is en we blijven architecten uitdagen om dat te weerleggen. Dit pand is in 2012 gebouwd en we hebben een kleine 6000 zonnepanelen op het dak. Het verbruik per m2 is zodanig laag, dat we die claim durven te uiten. Daarnaast zijn we elke dag bezig om een oplossing te vinden voor het stikstof/ammoniak/fijnstofprobleem. Dat heeft erin geresulteerd dat ik gevraagd ben voor de taskforce voor de ontwikkeling van nieuwe innovatieve stallen in de hele breedte van de veehouderij. Wij zijn een van de weinige bedrijven in de wereld dat integrale systemen ontwikkelt die naast de huisvesting, ook het klimaat en de uitstoot van fijnstof en ammoniak aanpakken.
Welke impact hebben jullie in 2030 gerealiseerd?
Wij hopen een serieuze bijdrage te kunnen leveren aan de reductie van minimaal 50% stikstofuitstoot. De technieken die we daarvoor ontwikkeld hebben voor pluimvee, kunnen ook breder worden toepast bij andere veehouderijsystemen. We zijn ook bezig het ontwikkelen van betrouwbare sensoren om het hoeveelheid geur en fijnstof te meten. Daarmee hopen we die uitstoot ook flink te reduceren. Onze ambitie is daarbij dat we dat over heel de wereld gaan uitrollen.
Welke partij uit de Brainport Regio kan jullie daarbij helpen?
Dat is natuurlijk een interessante vraag. Sinds 2014 zit ik bij de Eindhovense fabrikantenkring. Die samenwerking met hightechbedrijven dat zie ik als een geweldige impuls voor de regio. Ook voor de agrarische sector. Deze regio heeft de kennis en de kracht om wereldproblemen in de voedselvoorziening op te lossen.
Wat hoop je dat Brainport in 2030 heeft gerealiseerd op het gebied van maatschappelijke uitdagingen?
De voedselorganisatie in de wereld is erg verdeeld. In Nederland hebben we het goedkoopste voedsel van de hele wereld. Dat is indirect over de rug van de boeren gegaan. Wij besteden 8 à 9 % van ons inkomen aan voedsel. In Oost-Europa is dat 40% en ga je naar Afrika dan is dat 90%. De boeren hier zitten zodanig vast gefinancierd, dat er voor hen geen ruimte meer is om te investeren en te innoveren. Voedsel is in Nederland een bijproduct geworden, waardoor er geen ruimte is om nog verder in prijs te zakken. Nederland moet terug naar de eenheid en nieuwe technieken ontwikkelen die breder inzetbaar zijn. Consumenten moeten ook keuzes durven te maken en meer uit gaan geven aan voedsel.
Ik denk dat Nederland in 2030 nog steeds een voorbeeld op veeteeltgebied is in de wereld. Wij laten zien hoe stadslandbouw kan op een verantwoorde manier kan samengaan met het voeden van 20-25 miljoen inwoners. De Brainportregio heeft daarin een voortrekkersrol. Met kennis over techniek, dieren, welzijn en milieu. Wij weten hoe we deze problemen integraal kunnen oplossen en maken gebruik van korte voedselketens. Alleen hebben we mensen met een visie nodig, die deze mooie sector weer gaan leiden.