Sluiten Close icon
Sluiten Close icon
Sluiten Close icon
Sluiten Close

Ontdek Brainport

Ondernemen & Innoveren

Leren & Werken

Partnership Brainport Eindhoven & PSV

Sluiten Close

TU-instituut EIRES bedenkt samen met de industrie slimme oplossingen rond opslag van energie

De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) steekt 10 miljoen euro in de oprichting van een nieuw energie-instituut, het Eindhoven Institute for Renewable Energy Systems (EIRES).

Krachten bundelen

Nederland ziet zich voor een enorme en urgente opgave gesteld als het gaat om de energietransitie. Volgens de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) kunnen we die opgave alleen het hoofd bieden door samen met de maakindustrie decentrale en slimme oplossingen te ontwikkelen voor de conversie en opslag van energie. Bestuursvoorzitter Robert-Jan Smits zegt: “Wij nemen als universiteit onze verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de energietransitie. We hebben uitstekende onderzoekers in huis op gebied van onder meer energie-opslag en -conversie. Bovendien heeft de regio Brainport Eindhoven een fantastische hightech en maakindustrie, die kan helpen bij de energietransitie. Die krachten bundelen we in dit nieuwe instituut.”

Sleutelprojecten

Een voorbeeld van zo’n initiatief is het Dutch Electrolyzer-consortium, één van de vier sleutelprojecten die EIRES samen met de industrie ontwikkelt. Het consortium gaat een kleinschalig apparaat maken voor de productie van waterstof uit water. Door de geringe omvang van de electrolyzer kan het in elke woning of wijk worden geïnstalleerd, waardoor je decentraal energie uit wind of zonnepanelen kan opslaan. De nieuwe electrolyzer valt bovendien een stuk goedkoper uit dan bestaande technieken, omdat hij modulair is opgebouwd en gebruik maakt van nieuwe fabricagetechnieken. De TU/e en VDL Groep tekenden in augustus 2020 een intentieverklaring om samen deze technologie verder te gaan ontwikkelen.

“Duurzame energie is mooi”, zegt Richard van de Sanden, wetenschappelijk directeur van EIRES, “maar het waait niet altijd als je het wil, en de zon schijnt ook niet altijd. Bovendien wil je energie soms in een andere vorm dan alleen stroom. Om te zorgen dat je altijd precies die energie krijgt waar en wanneer je hem nodig hebt, heb je slimme opslag en conversie nodig.” Met deze projecten probeert EIRES antwoord te geven op de grootste uitdaging van de energietransitie: het gelijktijdig duurzaam maken van de energie-, transport- en chemische sector. “Het gaat dus niet alleen over energie, maar ook over duurzame en hoogwaardige grondstoffen voor de chemie.”

Verdienen aan de energietransitie

EIRES zoekt het antwoord nadrukkelijk niet in grootschalige oplossingen. “Juist door veel, kleine, slimme apparaten te maken, die gemakkelijk zijn te integreren in bedrijven of woningen, kun je snel leren en opschalen”, zegt Mark Boneschanscher, managing director van het nieuwe instituut. “Dat werkt veel beter dan grote kapitaalintensieve installaties. Wat ons betreft ligt de oplossing dus niet zozeer in grote afmetingen, maar in grote aantallen.”

Volgens Boneschanscher gaat de energietransitie in Nederland alleen lukken als we verder kijken dan de bestaande bedrijfsmodellen. “Energieleveranciers werken aan elektrificatie en netverzwaring, olie- en gasmaatschappijen willen waterstof of groene moleculen leveren. Dit vraagt allemaal om grootschalige productie van high-tech systemen, die we nu nog importeren uit het buitenland. Als we zo doorgaan, loopt Nederland de kans mis om echt te verdienen aan de energietransitie.”

De TU/e investeert 10 miljoen euro in het nieuwe instituut, en trekt vier nieuwe hoogleraren en elf nieuwe universitaire (hoofd-)docenten aan