Chloé Rutzerveld ontwerpt het voedsel van morgen
Food- en conceptdesigner Chloé Rutzerveld prikkelt mensen om kritisch naar voedselproductie en consumptie te kijken.
‘We moeten anders naar ons eten leren kijken’
Kijk naar het portfolio van food- en conceptdesigner Chloé Rutzerveld, en je verbaast je. Het is moeilijk voor te stellen dat iemand van halverwege de twintig al zó veel en vooral zoveel baanbrekends heeft gedaan. Met haar werk zet Chloé mensen aan het denken over voeding. De reacties: bewondering, ontregeling én afschuw.
Chloé’s afstudeerproject aan de Technische Universiteit Eindhoven (2014, cum laude) betekende direct haar doorbraak. Voor dit project, Edible Growth, onderzocht zij hoe je met een 3D-voedselprinter een eetbaar ecosysteempje kunt maken. Lagen met zaden, sporen, gisten en een eetbare voedingsbodem ontwikkelen zich in enkele dagen door natuurlijke processen tot een volledig eetbaar tuintje met paddenstoelen en cressen. Mensen kweken en oogsten zo hun eigen voedsel, waardoor bijvoorbeeld bespaard wordt op transport. Zo gebruik je de 3D-printer voor iets heel anders dan gekke vormpjes koekjes en chocolaatjes. “We moeten anders naar ons eten leren kijken”, vindt Chloé. “De wereldbevolking groeit snel, we moeten goed met onze grondstoffen omgaan en nadenken over waarom we doen wat we doen. Met mijn werk probeer ik zonder wijzend vingertje te onderzoeken welke alternatieven er zijn.”
"Met mijn werk probeer ik te onderzoeken welke alternatieven er zijn.”
Experimentele diners
Door wetenschappelijke kennis te combineren met technologie en design komt Chloé tot prototypes van die alternatieven. “Ik wil alles leren, spreek veel experts en zoek mogelijke antwoorden.” Om die antwoorden te communiceren, houdt ze lezingen over de hele wereld. En ze organiseert experimentele diners en workshops. Een paar jaar geleden was haar impact nog niet te voorspellen. “Toen ik van de middelbare school kwam, had ik geen idee wat ik wilde. Ik interesseerde me voor biologie, kunst, sport, natuur, koken, eten... Uiteindelijk koos ik voor een bachelorstudie Industrieel Ontwerpen, maar alles wat ik in mijn eerste jaar maakte was lelijk en het boterde niet met mijn coaches. Het boeide me niet. In mijn tweede jaar kwam het omslagpunt. Ik kwam in contact met het Next Nature Network. Dat is een internationaal netwerk van mensen die onderzoeken hoe we de menselijkheid bewaren in een wereld waarin de technologie zich zo snel ontwikkelt. Toen kwam opeens alles samen: mijn belangstelling voor wetenschap, kunst, technologie en eten.”
Kannibalisme?
Chloe ging zich verdiepen in kweekvlees. “Mensen willen vlees eten, maar dat is niet duurzaam: vlees levert weinig eiwitten in verhouding tot de CO2-uitstoot en de hoeveelheid landbouwgrond die met veeteelt gepaard gaan. Ondertussen groeit de wereldbevolking. Welke alternatieven zijn er? Kweekvlees is een optie. Maar waarom dan nog steeds afhankelijk blijven van dieren en dierlijke stamcellen gebruiken? Hoe ver zijn vleeseters eigenlijk zelf bereid te gaan, om toch vlees te kunnen blijven eten?”
Chloé ontwierp een persoonlijke bioreactor waarmee mensen op hun eigen lichaam met eigen stamcellen vlees kunnen kweken. Het werd een soort amulet, In Vitro Me (2013). “Ik wilde daarmee het kweekvlees bevragen en mensen aan het denken zetten.” De reacties waren heftig. “Mensen vonden het geen industrieel ontwerp, maar kannibalisme. Het kwam te dicht bij. Voor mij was het een extreem scenario om mensen te prikkelen.”
“Ik ben perfectionistisch en gepassioneerd en daardoor stort ik me volledig op mijn projecten.”
Pieken en dalen
Ook na haar afstuderen timmert Chloé flink aan de weg. Dat ging niet altijd makkelijk. “Op mijn twintigste hield ik al een TED Talk in Canada en ging ik naar een conferentie in China. Vrienden en studiegenoten ontwikkelen zich in een ander tempo. Dat was soms eenzaam. Ik doe alles zelf, van de financiën tot de uitvoering en de communicatie. Veel van wat ik doe, speelt zich af in mijn hoofd. Gelukkig kom ik steeds meer mensen tegen om mee te sparren. Ik ben perfectionistisch en gepassioneerd en daardoor stort ik me volledig op mijn projecten. Alles wijkt dan. Na zo’n piek komt het dal, zowel lichamelijk als mentaal. Gelukkig leer ik daar steeds beter mee omgaan, ik gebruik zo’n dal nu voor reflectie. Als alles altijd in balans is, komt er niks. Toen ik een talentontwikkelingsbeurs kreeg van het Creative Industries Fund, heb ik die onder andere besteed aan een coach. Ook reis ik graag; het opzoeken van andere culturen heeft heel veel voor mij gedaan.”
Groeirecepten
Ondertussen werkt Chloé in hoog tempo verder. Haar atelier staat vol met vitrines waarin de uitwerkingen van haar ideeën staan. Voor haar Digestive Food-project ontwierp ze een capsule waarvan de voedingstoffen vrijkomen in de volgorde waarin het menselijk lichaam ze verteert. Efficiënt en duurzaam. “Want onverteerd voedsel is toch ook voedselverspilling?” En Future Food Formula: een interactieve installatie waarmee bezoekers zelf een toekomstgewas kunnen ontwerpen aan de hand van een groeirecept. “In zo’n groeirecept kunnen ze groeifactoren zoals licht, temperatuur, CO2 en water instellen, en zo direct de invloed van deze factoren op de groei van de plant zien.”
Is Chloé een ontwerper? Kunstenaar? Voedseltechnoloog? Ze geeft denkrichtingen aan. Daar probeert ze experts van grote organisaties en bedrijven bij te betrekken. “Veel mensen vinden het wel interessant en innovatief, maar wetenschappers houden zich vaak strak aan hun eigen onderzoekstaak en bedrijven willen meteen zien of er winst gemaakt kan worden.” Hoe groter haar portfolio wordt, hoe meer draagvlak Chloé ontmoet en hoe makkelijker ze partijen vindt om mee samen te werken. Samen met een bedrijf uit Helmond ontwikkelde ze STROOOP!, stroopwafels gemaakt van restproducten van de groente-industrie.
“Ik voel me hier in Eindhoven steeds meer onderdeel van de community.”
Designhoofdstad Eindhoven
Het atelier van Chloé staat in Strijp-S, het creatieve hart van de Nederlandse designhoofdstad Eindhoven. “Een fijne plek om te wonen: vlak bij het bos. En mijn atelier is naast het terrein waar de Dutch Design Week zich afspeelt. Daar werk ik elk jaar naartoe – een thuiswedstrijd dus. Ik voel me steeds meer onderdeel van de community hier. 2018 staat grotendeels in het teken van reflectie. Ik ben bezig met een boek waarin mijn vragen, fascinaties, ontdekkingen en de mogelijke antwoorden aan bod komen. Ik ga verder met autonoom werk en merk dat ik steeds selectiever word. Ik bepaal zelf met wie ik samenwerk, in plaats van als een hond alle stokken te grijpen die me toegeworpen worden.”