Jendrik van Dijk - Resato Hydrogen Technology
‘We kunnen het in Nederland, dus we moeten het hier doen.’
Stel je even voor!
Mijn naam is Jendrik van Dijk en ik ben Development Manager bij Resato. In deze rol ben ik verantwoordelijk voor de productontwikkeling van waterstoftankstations.
Resato bestaat sinds 1991 en is gespecialiseerd in hogedruktechnologie. Dat begon natuurlijk met olie en gas en later ook met machines voor waterstraal snijden. Vandaaruit hebben wij als bedrijf de transitie gemaakt naar nieuwe energie. Hogedruktechnologie is essentieel bij waterstof toepassingen. We ontwikkelen daarbij componenten en systemen en leveren waterstoftankstations over de hele wereld. Daarnaast bouwen we ook testopstellingen. Wat ons uniek maakt is dat wij onze eigen technologie maken en ontwikkelen. De componenten die je nodig hebt in de installatie, de afsluiters, de compressoren, het leidingwerk en alles wat in de systemen zit; we maken het zelf.
Wat deze baan interessant maakt is de techniek. Het is hightech, waarbij we te maken hebben met hoge druk tot wel 1000 bar. Dit leer je niet op de Hogeschool of universiteit, maar puur in de praktijk. Resato is een groeiend bedrijf met nu nog 70 medewerkers. We hebben de ambitie en de kennis om enorm te groeien. Die scale-up in combinatie met de technologie en de enorme passie die er heerst, maakt het heel erg leuk om er te werken. Ik kijk er nu al naar uit om die groei mee te maken.
Wat is het doel van de pijler in Green Transport Delta-Hydrogen, waar je aan werkt?
Het GTD-H project bestaat uit zeven werkpakketten, met ieder een eigen aandachtsgebied in relatie tot de waterstoftransitie. Wij ontwikkelen de waterstofinfrastructuur samen met de andere partners in ons werkpakket. Je hebt infrastructuur nodig, want als je niet kunt tanken dan kun je niet rijden. Om dat goed te organiseren hebben we te maken met een paar uitdagingen. De techniek moet betrouwbaar zijn, zodat het altijd goed werkt. De beschikbaarheid is ook belangrijk; waar bevindt zich de waterstof, wat is de hoeveelheid en is de kwaliteit aantoonbaar goed. Ook de transacties moeten kloppen; klanten moeten de goede hoeveelheid tanken, met de juiste kwaliteit. In werkpakket zeven richten we ons dus op deze aspecten; snel leveren, samenwerking tussen het voertuig en het tankstation, dat de prijs van wat je betaalt klopt met wat je ontvangt en dat de kwaliteit uitstekend is. Allemaal voorwaarden om waterstof beschikbaar te maken voor het grote publiek.
Er zijn verschillende soorten waterstof als brandstof of energiedrager voor mobiliteit. Bij het inrichten van de infrastructuur richten wij ons op gasvormige waterstof. Als je wil dat voertuigen op waterstof rijden, dan moet je je dus ook bezighouden met het plaatsen van de tankstations op praktische plekken. Het is aantrekkelijk voor gebruikers van waterstofvoertuigen, als ze weten dat er een solide en breed netwerk van stations is. Daardoor wordt het mogelijk om met groot vervoer, personenauto’s en bijvoorbeeld ook bussen, lange afstanden af te leggen. Voor intensief gebruik en voor lange afstanden zijn waterstofvoertuigen erg interessant, omdat de opslag niet veel ruimte in beslag neemt en relatief licht van gewicht is.
Het voornemen zoals vastgelegd in het Trans-European Network, is voor ons als bedrijf heel interessant. Daarin is vastgelegd dat op Europese routes om de 200 km een waterstoftankstation beschikbaar komt voor zwaar transport. Wij kunnen deze stations leveren. Je hebt dit soort aanjagers nodig om acties los te krijgen.
Ons klantenbestand varieert van kleine MKB-bedrijven met lokale tankstations, tot internationals en ontwikkelaars van ecosystemen. Wij hebben daarom modulaire producten die we kunnen aanpassen aan de vraag.
Waarom is het belangrijk voor je om mee te doen aan dit project?
We hebben nog een klus te klaren voor de aanleg van de waterstofinfrastructuur. Door samen te werken gaat dat beter en sneller. Neem bijvoorbeeld het leveren van waterstof van het tankstation naar het voertuig. Dat lijkt simpel. Maar je hebt afspraken nodig over hoe je dat doet. Waterstof warmt op als je gaat tanken door het omgekeerd Joule-Thompson effect. Dus je moet in sommige gevallen eerst koelen, anders wordt de tank te warm. Dat betekent dat er interactie en afspraken nodig zijn tussen het tankstation, het voertuig en de leverancier. Daarvoor heb je protocollen nodig die je met elkaar afstemt. Voor grote vrachtwagens zijn deze internationaal nog niet vastgelegd. Met onze ervaring en in samenwerking met een aantal fabrikanten hebben we in dit project eigen protocollen opgezet en gevalideerd. Daarnaast ontwikkelen we de technieken voor het vulproces zelf. Het is dus een breed palet aan technologie waar we aan werken, om de ervaring van gebruikers foutloos te maken.
Vanuit GTD-H hebben we een skid ontworpen waarmee we een vrachtwagen kunnen nabootsen. Op deze proefopstelling kunnen we bijvoorbeeld testen of het vulprotocol werkt om beter en sneller te kunnen vullen. Tijd is altijd een issue, zeker in transport. Sneller kunnen vullen is daarom belangrijk. Maar ook dat de goede hoeveelheid en de juiste kwaliteit waterstof in de tank terecht komt. Dit zijn dingen waaraan we gezamenlijk werken in dit project.
Het interessante aan de samenwerking is dat het alle partijen iets brengt; VSL maakte bijvoorbeeld de proefopstelling voor het valideren van de hoeveelheid waterstof. Er is een duidelijke technische interactie en we kunnen veel van elkaar leren. Voor alle bedrijven is dit traject een steile leercurve. Voor ons, maar ook voor iedereen die hiermee bezig is. We leren, experimenteren en doen het samen. Als je samen leert dan gaat alles per saldo sneller.
De snelheid waarin het waterstofnetwerk groeit, verschilt erg binnen Europa. In Nederland staan nu ongeveer veertien grote en meerdere kleine waterstofstations. Qua snelheid zijn de kleine stations vergelijkbaar met het snelladen van een elektrische auto. Bij de grote stations kun je je auto vullen in twee á drie minuten. Een bus of vrachtwagen duurt ongeveer tien minuten tot een kwartier. Door de spreiding van de stations is er nu al een waterstoftanknetwerk in Nederland, zij het op beperkte schaal. De ontwikkeling start nu nog vaak met pilots met voertuigen op waterstof. Zo rijden er in Den Haag tientallen personenvoertuigen, taxi’s, een aantal vrachtwagens en trekkers op waterstof. Er zijn ook regionale initiatieven om met bussen op waterstof te rijden, zoals in de Achterhoek en Groningen. De aanwezigheid van een tankstation in de buurt waar je waterstof kunt tanken, is vaak een voorwaarde om een waterstofvoertuig te kopen.
Buiten Nederland gaat het soms veel sneller. In landen zoals Duitsland zijn ze veel eerder gestart, en we hebben recent in Zweden meerdere installaties verkocht door de stimulering vanuit de lokale overheid. Het mooie is dat het expandeert vanuit Nederland. Wij hebben uiteindelijk de ambitie om Europa te veroveren en daarna de wereld.
Wat gaat de inwoner van Nederland merken van deze innovaties?
Binnen het GTD-H project werken we aan een belangrijke innovatie die je misschien niet meteen terugziet. Je wil natuurlijk dat je precies de hoeveelheid krijgt en betaalt als wat je verwacht te kopen. Alles moet kloppen. Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat als je in de supermarkt een kilo appels weegt, dat het een kilo is. Dat de weegschaal klopt is een wettelijke verplichting. En wat in de supermarkt geldt, geldt ook voor waterstof. Om de hoeveelheid waterstof te meten heb je een meetinstrumenten nodig, en dat is precies wat we in dit project ontwikkelen. Ditzelfde geldt ook voor de waterstofkwaliteit. Ook die moet aan strenge eisen voldoen ter bescherming van de voertuigen.
Op de langere termijn zullen we ook meer bussen en vrachtwagens op waterstof zien rijden. Eerst in de grote steden als onderdeel van de eisen aan schoner transport. Vanuit de markt gezien gaat deze transitie heel snel, maar als je kijkt naar het totaal aantal voertuigen is het nog een vrij langzame overgang. Ik hoop dat iedereen inziet dat waterstof een belangrijke pijler is in mobiliteit. Waterstof is emissieloos, efficiënt en veilig. We besteden er veel aandacht aan om dat zo te maken. Nu zijn de auto’s op waterstof nog een unicum, maar je gaat in de steden en op de weg meer waterstof-elektrische voertuigen zien. Daardoor reduceren we de uitstoot van ons transport. Dat is het resultaat van deze transitie.
Met welke partijen wil je nog meer samenwerken om succes te behalen en/of waarvoor mogen mensen contact met je opnemen?
Wat de grote uitdaging is in de hele techniekbranche is personeel. Mensen die zich nu willen verdiepen en werken in de techniek, komen terecht in een groeiende, innovatieve sector. Het is fantastisch mooi om bij te kunnen dragen aan de duurzame ontwikkeling. We hebben veel mensen nodig op het gebied van softwareontwikkeling, mechanica, elektro- en mechatronika, het assembleren van installaties en onderhoudswerkzaamheden. Ook als je houdt van bedenken en uitdokteren, dan is werken in deze branche heel boeiend. Er zit zoveel ontwikkeling. Alle bedrijven binnen het GTD-H project erkennen dat er een enorme behoefte is aan techniekgeschoolde mensen. Het zou mooi zijn als we veel mensen kunnen enthousiasmeren om ons te helpen bij het realiseren van de energietransitie.
Resato zit in Noord-Nederland en vanuit daar proberen wij ook toekomstige medewerkers enthousiast te maken voor de techniek. Met bijvoorbeeld het innovatiecluster Drachten benaderen wij -als hightech maakbedrijven- gezamenlijk de toekomstige arbeidsmarkt; zoals Hogescholen, universiteiten of het MBO. Recent hebben we een girls-day georganiseerd waarbij meisjes van de middelbare school, kennismaken met techniek. Ook bieden wij veel ruimte voor studenten en afstudeerders. Dat is altijd een win-win situatie. Ook bij Resato willen we een personele groei doormaken in de komende zeven tot acht jaren. Dat gaat om een vertienvoudiging van ons huidige aantal medewerkers. Dat zijn enorme aantallen.
De samenwerking vanuit het GTD-H proberen we natuurlijk voort te zetten. Daaruit blijkt ook al dat er een omvangrijke groeiambitie is in de Nederlandse maakindustrie. We zien enorme kansen voor de hightechbranche en de maakindustrie in Nederland. Dat is voor medewerkers interessant, voor bedrijven maar ook voor ons land. Alles dat we daar nu in investeren, betaalt zich in veelvoud weer terug. Bij de productie van waterstof zijn we niet afhankelijk van buitenlandse partijen, en we zijn heel goed in staat om deze technologie in Nederland te ontwikkelen. We kunnen het in Nederland, dus we moeten het hier doen.