25 september 2024
900.000 euro subsidie voor verduurzaming 29 bedrijventerreinen in de regio
- Ondernemen
- Energie
- Circulariteit
- Mobiliteit
Tijdens onze serie "Stroomhelden - pionieren in oplossingen voor netcongestie" laten we pioniers in de energietransitie aan het woord. In deze aflevering: Arnold van Triest die als energiecoördinator bij VDL-Groep werkt aan de verduurzaming van de 105 bedrijven.
Begin vorige maand waarschuwde netbeheerder Enexis dat een deel van Zuidoost-Brabant ‘geel’ uitslaat op de afnamekaart van elektriciteit. Dat betekent dat er nog maar beperkte capaciteit is om meer stroom af te nemen. De energietransitie, de wens om onafhankelijk te zijn van Russisch gas en de hoge gasprijzen zorgen ervoor dat de vraag naar elektriciteit groeit. Maar, beperkte invoeding is een nog groter probleem, legt Van Triest uit. “Grote delen van Nederland staan op rood, dat betekent dat er geen elektriciteit op het net ingevoed mag worden.”
VDL wil aan de hand van pilots laten zien dat het allebei kan: én het net ontlasten én de energietransitie bevorderen, vertelt de energiecoördinator die sinds 2019 bij het Eindhovense familiebedrijf werkt.
“Iedereen wil nu centraal grote energieparken neerzetten, maar die leveren zoveel energie op, dat het net volloopt. Er zitten dus knelpunten in het net. Dat speelt in heel Nederland, maar met name in de Brainportregio. Als je in staat bent om zelf, op locatie, energie op te wekken en te gebruiken, belast je het net veel minder.” VDL focust in de pilots dus op lokale opwekking en lokaal gebruik van energie. Zelf, of met de hulp van nabijgelegen bedrijven. Die energie wil het bedrijf vervolgens zelf op een efficiënte manier gebruiken.
Zo werkt Van Triest aan een pilot met VDL Apparatenbouw, dat eind volgende zomer verhuist naar Hapert in het pand waar nu VD Leegte Metaal nog gehuisvest is. “Dat bedrijf gaat dan weer naar het Kempische Bedrijven Park”, legt Van Triest uit. Apparatenbouw is met een energieverbruik van achthonderd MWh per jaar een relatief kleine verbruiker. Het dak van het nieuwe pand wordt vol gelegd met zo’n 3.500 zonnepanelen, waarmee voldoende energie opgewekt kan worden. Maar ook hier speelt het klassieke probleem. De momenten waarop energie opgewekt wordt en de momenten waarop energie nodig is, vallen niet altijd samen.
Daarom zet Van Triest een batterijsysteem in. Dit systeem wordt aangevuld met een warmtebatterij; een systeem dat gebaseerd is op vulkanisch gesteente. “Dat materiaal kunnen we met het overschot aan energie dat we in de zomer hebben, opwarmen tot vijfhonderd graden Celsius. In de winter kunnen we die warmte dan gebruiken, want het gesteente kan de warmte meerdere maanden vasthouden.”
Met dit systeem kan VDL Apparatenbouw 95 procent van de elektriciteitsvraag en 100 procent van de warmtevraag voorzien en is het dus nagenoeg onafhankelijk van het net.
Ook VDL Parree gaat volgend jaar verhuizen en is onderdeel van een pilot. Maar, daar houden de gelijkenissen ook wel ongeveer op. Bij het productieproces van de kunststof spuitgieterij komt veel warmte vrij. Dus extra warmteopwekking is niet nodig. Het bedrijf heeft daarentegen jaarlijks wel 3.500.000 kWh aan elektriciteit nodig. “Die hoeveelheid kunnen we niet op ons eigen terrein opwekken, we moeten dat samendoen met buurbedrijven en de omgeving. Een van die buren is een distributiecentrum dat zelf een klein energieverbruik heeft, maar wel met een enorm dak vol zonnepanelen. We gaan kijken of hun elektriciteitsoverschot via een directe verbinding naar ons pand kan. Het zou mooi zijn als we daarbij ook nog een link kunnen leggen met een windpark. Maar dat zit nog in een verkennende fase.”
Er is bewust gekozen voor twee bedrijven met verschillende profielen. “Het is de bedoeling dat we hiervan leren. Daarnaast is het ook een kans om de energieopslagsystemen van VDL Energy Systems in de praktijk te laten zien.”
VDL is koploper in elektrificatie van zwaar vervoer en transport. Ook daar is de inzet van de batterij belangrijk. De onderneming kijkt nu naar de stap van mobiele batterijtoepassingen naar stationaire toepassingen. Het is logisch - en een must - dat het bedrijf ook zelf op grote schaal gaat verduurzamen. “Wij willen niet alleen producten in de markt zetten, maar ze ook zelf gebruiken. Bovendien levert dat ons ook direct voordeel op, doordat we minder afhankelijk worden van het net. Voorheen konden deze initiatieven niet concurreren met bestaande markt. Door de hoge energieprijzen, kan dat nu wel. De verwachting is bovendien dat de kosten van deze systemen de komende jaren verder zullen dalen.”
Nu het energienet tegen de maximale capaciteit aanloopt, kan het de groei van economische activiteiten remmen. Het is daarom belangrijk dat er snel oplossingen komen, vindt Van Triest. Ook wettelijk moeten er daarvoor nog dingen veranderen. “Het net mag nu niet gebruikt worden voor onderlinge uitwisseling van energie, terwijl dat wel een belangrijke oplossing kan zijn. Samen met een werkgroep zijn we dat nu technisch aan het uitwerken voor het Kempisch Bedrijven Park, waar VD Leegte Metaal zich volgend jaar gaat vestigen. Ook VDL Fibertech is al op het park gevestigd.”
Al deze pilots, innovaties en ideeën voert VDL niet alleen uit voor zichzelf. Van Triest denkt dat de initiatieven een oplossing kunnen zijn voor de problematiek die in het hele land speelt. “Als we kunnen aantonen dat we het net minder kunnen belasten én de energietransitie kunnen bevorderen, hebben we een concept in handen dat overal toegepast kan worden. Dat is in het belang van de hele energietransitie.”